28-03-2008
Samenvatting:
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld
door de leden Van Gennip en Omzigt over van terrorisme beschuldigde personen op
een VN-lijst. Deze vragen werden ingezonden op 13 maart 2008 met kenmerk
2070814590.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van
Buitenlandse Zaken op vragen van de
leden Van Gennip en Omzigt
(CDA) over Van terrorisme
beschuldigde personen op een VN-lijst.
Vraag 1
Kent u het bericht 'Huisarrest zonder proces; er staan 370 personen op de
zwarte lijst van de Verenigde Naties'? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Is het bericht waar dat personen op deze lijst worden geplaatst op basis van
informatie aangeleverd door geheime diensten, die noch openbaar gemaakt wordt
noch op enigerlei wijze aan de betrokkenen of hun juridische vertegenwoordigers
ter inzage wordt gelegd?
Antwoord
De procedure omtrent informatievoorziening over personen of organisaties die
op de VN terrorismelijst worden geplaatst, is in de afgelopen jaren reeds
verbeterd. Zo stelt VN-Veiligheidsraad Resolutie 1735 uit 2006 dat staten die
een persoon of entiteit op de VN-terrorismelijst willen plaatsen, een zo
gedetailleerd mogelijke onderbouwing voor deze plaatsing dienen te verstrekken.
Indien tot plaatsing op de lijst wordt besloten, wordt vervolgens een
notificatie en onderbouwing voor de plaatsing gezonden naar de permanente
vertegenwoordiging bij de VN van het land waarvan de betrokkene staatsburger of
ingezetene is. De autoriteiten van het betrokken land wordt verzocht deze
informatie door te geleiden aan de betrokken persoon of organisatie. Uit
veiligheidsoverwegingen is het echter niet altijd mogelijk alle beschikbare
informatie vrij te geven. Het is dus mogelijk dat een persoon of organisatie op
basis van niet-openbare informatie door de Veiligheidsraad op de VN-lijst van
van terrorisme beschuldigde personen wordt geplaatst.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het gevaar van willekeur en mogelijke fouten ontstaat
indien personen op die zwarte lijst niet in beroep kunnen gaan tegen de
plaatsing van hun naam en zichzelf niet tegen de beschuldigingen kunnen
verdedigen? Deelt u de mening dat deze VN-lijst niet strookt met de rechten uit
het Europees Verdrag voor de Rechten van Mens en met de uitgangspunten van uw
Mensenrechtenstrategie?
Vraag 4
Deelt u de mening dat het preferabel is dat een dergelijke zwarte lijst over
een bezwaar- of beroepsprocedure beschikt? Bent u bereid de discussie hierover
in VN- of ander verband te entameren?
Antwoord
Naast de eerdergenoemde onderbouwing van plaatsing, zijn de VN-procedures ook
op andere punten versterkt. Zo is een waarborg gecreëerd die individuen en
organisaties de mogelijkheid geeft een verzoek tot verwijdering van de lijst in
te dienen. Op grond van VN-Veiligheidsraad Resolutie 1730/2006 is een meldpunt
in het VN-Secretariaat in het leven geroepen waar individuen of organisaties een
dergelijk verzoek kunnen indienen. Dit verzoek wordt voorgelegd aan de meest
betrokken landen; het voordragende land en het land waarvan de verzoeker
staatsburger of ingezetene is. Als één van deze landen van mening is dat de
betreffende persoon of organisatie van de VN-sanctielijst zou moeten worden
gehaald, wordt een verzoek hiertoe voorgelegd aan het Sanctiecomité.
Er moet daarnaast gewezen worden op de unieke aard en positie van de
VN-Veiligheidsraad die ten grondslag liggen aan het gewicht dat moet worden toe
gekend aan bindende besluiten van de Veiligheidsraad (of van één van de
Veiligheidsraad-sanctiecomités). Indien en voor zover verplichtingen voor de
Lidstaten op grond van deze besluiten in strijd zouden zijn met verplichtingen
onder mensenrechtenverdragen geldt dat de eerstgenoemde verplichtingen voorrang
genieten (artikel 103 VN-Handvest).
Vraag 5
Bent u ervan op de hoogte dat de Parlementaire Assemblee van de Raad van
Europa een resolutie (1597/2008) en een aanbeveling (1824/2008) aangenomen heeft
waarin zij de ministers van de lidstaten oproept om de procedure van de 'zwarte
lijsten' te verbeteren? Hoe gaat u gevolg geven aan deze aanbeveling van de Raad
van Europa?
Vraag 6
Kunt u voor elk van de punten in paragraaf 5 van de resolutie aangeven of u
die deelt en welke verbetering u nastreeft in EU verband en in VN verband?
Antwoord
De zorg om de juridische waarborgen rondom het VN-sanctieregime, die uit uw
vragen
spreekt, wordt gedeeld door deze regering. Hoewel in de afgelopen jaren delen
van het regime zijn versterkt, is een aantal EU-landen, waaronder Nederland,
regelmatig de noodzaak tot verdere verbetering van de rechtsbescherming van
personen op de lijst blijven aankaarten.
De Nederlandse regering steunt in dit kader dan ook de inspanningen van
Zwitserland, Liechtenstein, Denemarken en Zweden, die momenteel onderzoeken of
er een panel van onafhankelijke experts zou moeten komen, dat over opname op de
lijst en bezwaren van betrokkenen een second opinion zou kunnen geven.
1) NRC Handelsblad, 8 maart 2008
Ministerie van Buitenlandse Zaken