CDA
Werken aan vakmanschap in middelbaar beroepsonderwijs
Werken aan vakmanschap is het motto van de strategische agenda voor de
verbetering van hert middelbaar onderwijs.
Dat zei staatssecretaris Marja van Bijsterveldt tijdens de presentatie
van de agenda en later op dag tijdens het Rondje CDA in Pulchri te Den
Haag.
De agenda is het resultaat van overleg tussen de geledingen in het
middelbaar onderwijs, het bedrijfsleven en de studenten en de
ministeries van Onderwijs, Sociale Zaken en Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit en Economische Zaken.
Volgens Van Bijsterveldt is een betere relatie tussen beroepsonderwijs
en arbeidsmarkt de eerste prioriteit op deze agenda. Momenteel zijn er
personeelstekorten in de zorg en de techniek en is er een overschot
aan economisch administratief personeel.
âDe aansluiting tussen beroepsonderwijs en arbeidsmarkt is het best te
verbeteren op regionaal niveau. Een gezamenlijke aanpak van
onderwijsinstellingen, werkgevers en gemeenten werpt per regio de
meeste vruchten af.â
De kwaliteit van het beroepsonderwijs wordt bevorderd door het
competentiegericht leren. Volgens de staatssecretaris maakt het mbo
momenteel de slag naar het competentiegericht onderwijs. âDat is een
pittige opdracht voor het beroepsonderwijs. Daarom heb ik de scholen
ook twee jaar extra gegeven om het competentiegericht leren in te
voeren.â
Van Bijsterveldt vindt het verbeteren van het onderwijs in taal en
rekenen noodzakelijk. âBijna eenderde daal van de leerlingen is
laaggeletterd. Daarmee worden hun kansen op de arbeidsmarkt sterk
verkleind. Dat moet dus echt verbeteren.â
Tijdens het Rondje CDA sprak de staatssecretaris ook over het
vroegtijdig schoolverlaten. Per jaar gaan 53.000 jongeren van school
zonder diploma. Van Bijsterveldt: âDaarom ben ik de campagne Verder
leren dan je neus lang is gestart (leerplicht tot 18 jaar). Voor een
goede toekomst is het essentieel dat jongeren hun school afmaken. Ik
investeer veel in het tegengaan van spijbelen en een betere
aansluiting van vmbo en mbo om te voorkomen dat vmbo-ers hun
schoolcarrière beëindigen.
Tenslotte sprak Van Bijsterveldt over de maatschappelijke stage. âEen
aloude CDA-wens waar veel draagvlak voor is in de samenleving, op de
scholen en bij de scholieren zelf. Zestig procent van de leerlingen
lopen nu zoân stage. Wij leggen de maatschappelijke stage niet met een
blauwdruk van bovenaf op aan de scholen. Scholen kunnen de stages zelf
naar eigen inzicht vormgeven. Voor begeleiding op maat aan de
scholieren krijgt de school ook geld.â
Het grote draagvlak in de samenleving blijkt uit de medewerking van
bedrijven en instellingen, van Scouting Nederland tot Campina. Tot nu
toe zijn er tienduizenden stageplekken beschikbaar voor de scholieren.
âKortom, de maatschappelijke stage is goudâ, aldus Van Bijsterveldt
---