Productschap Margarine, Vetten en Olien (MVO)
28.03.2008
REACH vergt actieve rol bedrijven
De drukbezochte informatiemiddag over REACH die MVO op dinsdag 15
januari jl. organiseerde, heeft de aanwezigen geleerd dat
zelfwerkzaamheid van groot belang is. Elk bedrijf dient vast te
stellen welke producten onder REACH vallen en welk regiem van
toepassing is. Dat geldt zowel voor stoffen die in eigen bedrijf
worden geproduceerd als voor stoffen die worden ingekocht. De kosten
van naleving van deze wetgeving kunnen, afhankelijk van de omzet, in
de miljoenen lopen.
Doel van de wetgeving is verantwoorde risicobeheersing van de stoffen
die in de EU op de markt komen, aldus de heer Van de Wielen van VROM.
Door de keten heen moet duidelijk zijn welke beheermaatregelen nodig
zijn om de risico's te beheersen. Voor de allergevaarlijkste stoffen
kan de EU het bedrijfsleven verplichten een minder gevaarlijk en beter
te beheersen alternatief te zoeken.
De Europese Verordening, dus rechtstreeks werkend in alle lidstaten,
legt de verantwoordelijkheid bij het bedrijfsleven. De
producent/importeur moet op de hoogte zijn van de toepassing van én de
blootstelling aan de stoffen bij zijn afnemers. De afnemer dient op
zijn beurt zijn leverancier in te lichten over de wijze waarop hij de
stoffen toepast. De handelaar of distributeur die alleen als
tussenschakel optreedt, heeft dus ook een belangrijke rol in de
informatie-uitwisseling over blootstelling en risicobeheersing.
Er zijn ook uitzonderingen, stoffen waarvoor de REACH-wetgeving niet
van toepassing is. Voedingsmiddelen, diervoeders en ingrediënten
daarvoor zijn uitgezonderd. Worden diezelfde ingrediënten echter voor
technische doeleinden aangewend, dan vallen ze niet langer onder de
uitzonderingen. Overigens is de interpretatie van de bestaande lijst
met uitzonderingen nog niet geheel duidelijk en wordt momenteel door
de Commissie nog aan de lijst gesleuteld. Bij twijfel is het advies om
in elk geval te pre-registreren. Het aanleveren van de informatie kan
dan op een later tijdstip plaatsvinden of achterwege blijven.
Voedingsmiddelenproducenten zullen in hoofdzaak producten produceren
die geen registratie behoeven. Het is echter wel van belang te bepalen
of de leverancier van specifieke hulpstoffen zoals reinigingsmiddelen
of laboratoriumchemicaliën tijdig zijn verantwoordelijkheid neemt om
die stoffen te registreren. Doet hij dat niet dan kan de toelevering
daarvan vanaf 2010 wellicht worden stopgezet. De gebruiker heeft dan
wel de optie om de stof zelf te registeren en alle gegevens aan te
leveren, of de afdeling Inkoop te vragen een alternatief te zoeken.
Aangezien (pre)registratie reeds in juni 2008 start, is het voor elk
bedrijf belangrijk om zo snel mogelijk duidelijkheid te krijgen over
elk stof die in het bedrijf in omloop is. Elke CEO moet zich
realiseren dat deze wetgeving ingrijpt op het bestaansrecht van de
onderneming, aldus de heer Luttikholt van ADM. Bestaande stoffen die
niet zijn ge(pre)registreerd, mogen namelijk vanaf 2010 niet langer op
de markt worden gebracht. Dit kan dus omzet schelen. Ook het
registreren is niet zonder kosten. De (pre)registratiefee kan voor
omzet > 1000 ton/jaar oplopen tot 25.000 per vestiging. Daarnaast zijn
er de kosten om de benodigde informatie over de fysische, chemische en
ex-toxicologische eigenschappen van de stoffen te verzamelen. Met name
het uitvoeren van ecotoxiciteitsstudies kost veel geld.
Het verdient aanbeveling om binnen elke onderneming één persoon aan te
wijzen die zich adequaat in de gevolgen van REACH verdiept en
managementbeslissingen kan voorbereiden.
Meer informatie is voor MVO-bedrijven te verkrijgen bij Frank Bergmans
(tel. 070-3195150, e-mail bergmans@mvo.nl).