Nieuws
Vaker mooi weer door klimaatverandering
Zomertijd tot eind oktober
28 maart 2008 - Het aantal dagen met warm, droog en zonnig weer is de
laatste decennia toegenomen. Dat concludeert oud-klimaatonderzoeker
Cor Schuurmans in Meteorologica. Goed nieuws zeker nu de zomertijd
weer van kracht wordt, al laat het mooiste weer nog even op zich
wachten.
De krokuszon van weerfotograaf Jacob Kuiper is zijn tijd vier weken
voor (foto: Jacob Kuiper, KNMI/WPI)
Krokuszon
In de nacht van zaterdag op zondag om 2 uur worden in een groot deel
van de wereld de klokken weer een uur vooruit gezet. De zomertijd
begint tegenwoordig standaard op de laatste zondag van maart en duurt
tot de laatste zondag van oktober. In ons land is de zomertijd ruim
dertig jaar geleden opnieuw ingevoerd en sinds die tijd is het
toevallig ook vaker mooi weer. Onder mooi weer verstaat het KNMI weer
dat, naar Nederlandse begrippen uitnodigt om naar buiten te gaan:
warm, droog en zonnig, ook wel aangeduid als terrasjesweer.
Voor de klimatologie heeft het KNMI mooi weer gedefinieerd als een dag
met veel zon (minstens 50% van de tijd dat ze kan schijnen), weinig of
geen neerslag (in 24 uur hooguit 0,2 mm) en een bovennormale
temperatuur. De normale temperatuur wordt statistisch bepaald uit het
etmaalgemiddelde over periodes van 10 dagen, het decadegemiddelde. De
klimatologische grenzen veranderen met de tijd van het jaar: in april
voldoet een dag dus bij een lagere temperatuur aan het criterium
"warm" dan bijvoorbeeld in augustus". Als norm wordt een marge
aangehouden rond het gemiddelde. Voor internationaal gebruik worden
mooi-weerdagen aangeduid als ADS-dagen. De "A" staat voor een
temperatuur "Above normal" , de "D" voor "Dry" en de "S" voor
"Sunny".
Uit het onderzoek van Cor Schuurmans blijkt dat het aantal dagen met
mooi weer (ADS-dagen) vooral dankzij de hogere temperaturen in ons
land is toegenomen. In de periode 1881-1970 bedroeg het aantal mooi
weerdagen in De Bilt gemiddeld 36 per jaar (waarvan de helft in de
drie zomermaanden en dit aantal nam toe tot gemiddeld 43 dagen in de
periode 1971-2006. In de afgelopen 20 jaar (1988-2007) bedroeg het
aantal gemiddeld zelfs 50 dagen per jaar. Die winst is voornamelijk
toe te schrijven aan het droger en zonniger worden van ons klimaat
(vroeger waren droge en zonnige dagen gewoon koeler). Procentueel is
sprake van een toename van 10 tot 14% per jaar, in de zomer is de
gemiddelde frequentie zelfs toegenomen van 18 naar 22%. Zowel 2006 als
2007 telden 64 mooi-weerdagen. Aan top staat nog altijd het jaar
1947 met liefst 90 mooi weerdagen, waarvan 24 in augustus!
Het artikel "Mooi weer?" van Cor Schuurmans is te vinden in de
nieuwste Meteorologica, het eerste nummer van 2008. Verder in deze
Meteorologica in het kader van het Internationale Pooljaar aandacht
voor het smeltklimaat van Groenland en Antarctica, een vervolgartikel
over de geschiedenis van de voorspelbaarheid van het weer, een analyse
van de publieksverwachtingen van de zomer van 2007, een bijdrage over
fijn stof en de luchtkwaliteit, de kwaliteit van zichtmetingen en de
problemen van die metingen door spinrag op de meter, de verberding van
de tropen en collumns over het Weeralarm en Hollandse Romantiek in het
klimaat.
Zie voor Meteorologica de website van de NVBM onder Externe links.
Zie ook Nader Verklaard over Mooi weerdagen en de zomertijd.
Eerste uitgave: 28-03-08
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut