Hoge Raad doet op 28 maart uitspraak in een Dexia-zaak
Deze zaak gaat om het volgende. De man, echtgenoot van de vrouw, heeft
in 2000 een aantal effectenlease-overeenkomsten van het type `Korting
Kado Actie' gesloten met (een rechtsvoorganger van) Dexia Bank
Nederland N.V.(hierna: Dexia). De vrouw heeft schriftelijk aan Dexia
bericht dat zij de overeenkomsten buitengerechtelijk vernietigt op
grond van het bepaalde in de artt. 1:88 en 1:89 Burgerlijk Wetboek
(hierna: BW) nu zij de man geen toestemming heeft verleend voor het
aangaan van deze effectenlease-overeenkomsten.
De man en de vrouw hebben in deze procedure gevorderd te verklaren
voor recht (d.w.z. vast te stellen) dat de
effectenlease-overeenkomsten rechtsgeldig zijn vernietigd. De
kantonrechter in de rechtbank Amsterdam heeft op 9 december 2004 de
vordering toegewezen op de grond - kort gezegd - dat deze
overeenkomsten van het type `Korting Kado' gekwalificeerd kunnen
worden als overeenkomsten van huurkoop, zodat de man op basis van art.
1:88 lid 1, aanhef en onder d, BW de toestemming van zijn echtgenote
nodig had om de overeenkomst aan te gaan. Deze toestemming moest -
aldus de kantonrechter - gelet op art. 1:88 lid 3 BW schriftelijk
verleend worden, nu een dergelijke overeenkomst bij akte moet worden
aangegaan.
Dexia heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld bij het
gerechtshof in Amsterdam. Dit hof heeft op 1 maart 2007 het vonnis van
de kantonrechter bekrachtigd (zie rechtspraak.nl, LJN AZ9721). Het
heeft, net als de kantonrechter, geoordeeld dat de
effectenlease-overeenkomsten van het type `Korting Kado' kunnen worden
gekwalificeerd als overeenkomsten van huurkoop nu aan alle daarvoor
door de wet gestelde vereisten is voldaan.
De procedure bij de Hoge Raad
Dexia heeft vervolgens cassatieberoep bij de Hoge Raad ingesteld. In
deze zaak wordt Dexia bijgestaan door mr. R.S. Meijer en het echtpaar
wordt bijgestaan door mr. D. Rijpma,mr. D.M. de Knijff en E.A.L. van
Emden, allen advocaat in Den Haag.
In het cassatieberoep stelt Dexia dat deze
effectenlease-overeenkomsten niet als huurkoop gekwalificeerd kunnen
worden.
Plaatsvervangend procureur-generaal mr. De Vries Lentsch-Kostense
heeft in haar conclusie van 25 januari 2008 de Hoge Raad geadviseerd
het cassatieberoep van Dexia te verwerpen.
Zie voor de volledige conclusie rechtspraak.nl, LJN BC2837.
De uitspraak van de Hoge Raad
De Hoge Raad doet vrijdag 28 maart, 10.00 uur, uitspraak.
Een samenvatting van deze uitspraak zal rond 10.30 uur aan de pers
worden verstuurd. De samenvatting en de uitspraak zullen dan ook op de
website worden gepubliceerd.
Persraadsheer mr. E.J. Numann zal vrijdag 28 maart van 10.45 tot 12.00
uur bereikbaar zijn voor het geven van een toelichting, via tel.nr.
070-3611236.
Den Haag, 26 maart 2008
mw. mr. E. Hartogs, griffier
tel 070 - 3611236
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 26 maart 2008 Naar boven