Vragen SP + antwoord college Work First
Bron: SP (26-03-2008)
Schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
zoals bedoeld in artikel 41, eerste lid, van het Reglement van Orde
voor de vergadering van de raad der gemeente Leeuwarden
Onlangs is er een rapport van de RWI (Raad voor Werk en Inkomen)
verschenen over het fenomeen "Work First". Aangezien de gemeente
Leeuwarden bijstandgerechtigden ook onderwerpt aan de Work First
methode en de SP in toenemende mate klachten ontvangt over deze
"reïntegratiemethode" wil de gemeenteraadsfractie van de SP u de
volgende vragen voorleggen. Het RWI komt met een tal aanbevelingen om
beter om te gaan met de Work First methode en de mensen die daar als
cliënt mee om moeten gaan. Graag vernemen we, onderbouwt, van u in
hoeverre u deze aanbevelingen van het RWI (al) volgt of niet wenst
over te nemen. AANBEVELING 1 De RWI beveelt de gemeenten aan om zich
te richten op het vergroten van de inzetbaarheid van de deelnemers
door in het kader van de WorkFirst-aanpak te kiezen voor de combinatie
van verplichte werkactiviteiten en gerichte aanbodondersteuning.
AANBEVELING 2 De RWI adviseert de gemeenten om de inzet van WorkFirst
niet alleen voor de nieuwe instroom, maar voor de totale
bijstandspopulatie mogelijk te maken. Bij de beslissing welk
reïntegratie-instrument voor een langdurig bijstandsgerechtigde moet
worden ingezet kan op deze wijze ook de WorkFirst-aanpak in de
afweging betrokken worden AANBEVELING 3 De RWI adviseert de gemeenten
een gedifferentieerde WorkFirst-aanpak te hanteren, waarbij de
invulling zoveel mogelijk wordt toegesneden op de individuele
bijstandsgerechtigde. In alle gevallen moet het uitgangspunt zijn dat
het aanbod aan de deelnemers in het kader van WorkFirst bijdraagt aan
het verbeteren van de arbeidsmarktpositie van de deelnemers. Maatwerk
is nodig AANBEVELING 4 De RWI adviseert de gemeenten er zorg voor te
dragen dat er eenvoudige en heldere afspraken worden gemaakt over de
rechten en plichten van deelnemers aan een WorkFirst traject. Te
overwegen is om elke deelnemer aan WorkFirst een reglement te geven
waarin tweezijdig de rechten en plichten eenduidig staan opgetekend
AANBEVELING 5 De RWI adviseert de individuele gemeenten om te
achterhalen waarom mensen hun bijstandsaanvraag niet doorzetten.
Daarbij dient te worden nagegaan op welke wijze de betreffende
personen in hun levensonderhoud voorzien. Daarmee kunnen gemeenten
voor zichzelf in kaart brengen of de inzet van WorkFirst niet ten
koste gaat van de inkomenswaarborgfunctie van de WWB. AANBEVELING 6 De
RWI adviseert de gemeenten om de uitvoering van WorkFirst ook
beleidsmatig te verankeren. Dat houdt in dat door de gemeenten de
doelstelling(en) en beleidsmatige keuzes met betrekking tot WorkFirst
in het gemeentelijke beleidskader of in de reintegratieverordening
expliciet worden benoemd en onderbouwd. AANBEVELING 7 De RWI adviseert
gemeenten om de gemeentelijke werkprocessen zo in te richten dat een
effectieve WorkFirst uitvoering mogelijk is. Tevens adviseert de RWI
om gemeenten die nog geen WorkFirst-aanpak kennen, daarmee pas te
starten als de gemeentelijke organisatie daarop is ingericht.
AANBEVELING 8 De RWI adviseert om de regierol voor de individuele
cliënt in handen te leggen van de casemanager, die waar nodig via
korte lijnen deze externe partijen rechtstreeks moet kunnen
inschakelen. AANBEVELING 9 De RWI adviseert gemeenten om te kiezen
voor uitvoerders die beschikken over een goed werkgeversnetwerk.
Daarnaast adviseert de RWI de gemeenten om met werkgevers af te
spreken dat, als de uitvoerders van WorkFirst zorgen voor het
bijbrengen van de basale werknemersvaardigheden de werkgevers zich
ervoor inzetten om, bijvoorkeur via een dienstverband, aan de
betreffende personen vakinhoudelijke kennis bij te brengen. ANBEVELING
10 De RWI adviseert gemeenten om bij het opstellen van
WorkFirst-plannen aandacht te schenken aan mogelijke
vervolgactiviteiten na afloop van een WorkFirst traject. Een
WorkFirst-traject moet niet op zichzelf staan, maar vraagt om
continuïteit. Dit betekent dat voor personen die nog niet zijn
uitgestroomd naar regulier werk, een reintegratietraject, een gerichte
opleiding of in de toekomst een participatiebaan beschikbaar moet
zijn. Aan mensen die zijn uitgestroomd naar regulier werk, dient de
gemeente nazorg te bieden, bijvoorbeeld door de inzet van jobcoaches,
zodat de kans dat de uitstroom uit de uitkering duurzaam is wordt
vergroot. Daarnaast heeft de SP-fractie nog enkele aanvullende vragen:
VRAAG 1: Hoeveel mensen zijn er met loonsubsidie geplaatst bij
bedrijven/instellingen? VRAAG 2: Hoe wordt gecontroleerd of door de
Work First methode arbeidsplaatsen verdrongen worden. Wie controleert
dit? VRAAG 3: Als er sprake is (geweest) van verdringen van
arbeidsplaatsen, om hoeveel gevallen gaat dit dan? VRAAG 4: Voor welk
bedrag is er in 2007 gespendeerd aan loonkostensubsidies?
Bijlagen:
*
* 62KB | DOC
Gemeente Leeuwarden