Nederlands Instituut voor Ecologie
26-03-2008 Micro-organismen hebben mega-effect op uitstoot
broeikasgas. Kennis over individuele bacteriesoorten hard nodig
Persbericht, 26 maart 2008
Micro-organismen hebben mega-effect op uitstoot broeikasgas.
Kennis over individuele bacteriesoorten hard nodig.
NIEUWERSLUIS / MARBURG (Duitsland) - De hoeveelheid methaan die vrijkomt in
rijstvelden hangt grotendeels af van het soort microben dat actief is op en
rond de wortels van rijstplanten. Deze ontdekking van onderzoekers van het
Max-Planck Instituut in Duitsland en het Nederlands Instituut voor Ecologie
(NIOO-KNAW) kan van groot maatschappelijk belang zijn. Methaan is, na
kooldioxide, het gas dat het meest bijdraagt aan het broeikaseffect en
rijstvelden veroorzaken wereldwijd een aanzienlijk deel van de
methaanuitstoot.
Het bewijs van de invloed van de microbiële gemeenschap op de vorming
van methaan bij rijstplanten is gepubliceerd in het maartnummer van
Global Change Biology. Aangetoond is dat bij rijstplanten die groeien
op een voor de rijstteelt gebruikte bodem van de Italiaanse Po-vlakte
veel meer methaan vrijkomt dan bij rijstplanten die gekweekt zijn op
een bodem die afkomstig is van uiterwaarden langs de Waal (waar nooit
eerder rijst op verbouwd is). Beide bodems lijken qua structuur en
chemische samenstelling veel op elkaar, maar de soorten
methaanvormende microben die er in leven verschillen volledig. Zo
domineren in kweekbakken met Po-bodem de zogenaamde RC-I (Rice
Cluster) methaanvormers op en rond de wortels van de rijstplanten en
komt er veel methaan vrij. Terwijl het bij de Waalbodem vooral
methaanvormers zijn van het zogenaamde Fen Cluster, die beduidend
minder methaan produceren.
Volgens de NIOO-microbioloog Paul Bodelier betekent de ontdekking nog
lang niet dat we de uitstoot van methaan kunnen verminderen door rijst
langs de Waal te verbouwen. "Wat het wel betekent is, dat als we
willen begrijpen waarom hier veel en daar weinig methaan uitgestoten
wordt, we veel beter moeten gaan kijken welke soorten bacteriën er
actief zijn in de bodem en wat hun eigenschappen zijn. Tot nu toe is
dat weinig gedaan omdat we er altijd vanuit gingen dat de
biodiversiteit van micro-organismen zo groot is dat het niet uitmaakt
of soort A of soort B aanwezig is. Uit dit onderzoek blijkt echter dat
er op en rond rijstwortels slechts een handvol soorten is dat methaan
vormt. Alles wat het functioneren van deze microben beïnvloedt zal
direct de methaanuitstoot naar de atmosfeer veranderen. Meer kennis
daarover is hard nodig om de vele vragen over de uitstoot en opname
van methaan in de natuur op te helderen".
Het NIOO is het onderzoeksinstituut voor ecologie van de Koninklijke
Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Het bestaat uit drie
centra: voor ecologie van kust en zee, van het zoete water en van het
land. Bij het NIOO werken ongeveer 250 mensen. Op het NIOO-Centrum
voor Limnologie in Nieuwersluis richten de onderzoekers zich op het
leven in en rond het zoete water, met bijzondere aandacht voor
wetlands.