Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Antwoorden op kamervragen over de ISLA-raffinaderij op
Curaçao
21 maart 2008
Antwoorden op kamervragen van de leden Halsema en Van Gent (beiden
GroenLinks) over de ISLA-raffinaderij op Curaçao.
Vraag 1
Heeft het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens directe werking
binnen het Koninkrijk? Zo ja, erkent u de verplichting van lidstaten
zich te houden aan deze rechten en toe te passen op iedereen binnen
hun rechtsmacht?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kent u de uitspraak in kort geding van het Gemeenschappelijk Hof van
Justitie (GHvJ) van de Nederlandse Antillen en Aruba 1) en het door
hem vastgestelde feit onder 1.2. dat van de in de rook van de
raffinaderij wonende populatie jaarlijks tenminste achttien personen
vroegtijdig overlijden als gevolg van luchtvervuiling?
Antwoord 2
Ja, ik ben bekend met dit vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van
Justitie van 30 oktober 2007 in de civielrechtelijke zaak van de
stichting Humanitaire Zorg c.s. versus de Refineria Isla.
Vraag 3
Deelt u het standpunt dat het door het GHvJ van de Nederlandse
Antillen en Aruba vastgestelde feit van vroegtijdig overlijden een
overtreding inhoudt van het recht op leven conform artikel 2 EVRM? Zo
ja, welke conclusie verbindt u aan overtreding van het EVRM binnen de
rechtsmacht van het Koninkrijk? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 3
Allereerst merk ik op de verontreiniging door de Isla raffinaderij mij
zorgen baart en dat ik graag zou willen zien dat in de huidige
situatie verbetering komt. Het is om die reden dat ik de Landsregering
en het Bestuurscollege van Curaçao, zoals ik in mijn brief aan de
Kamer van 5 maart jl . heb aangegeven, heb uitgenodigd voor een
overleg over de verontreiniging door de Isla raffinaderij en dat ik de
Kamer over de uitkomsten hiervan zal berichten.
In mijn brief van 5 maart jl. informeer ik u tevens dat:
"In de civielrechtelijke zaak van de Stichting Humanitaire Zorg c.s.
versus de Refineria ISLA is tot nu toe drie keer vonnis gewezen: op 2
maart 2007 (kort geding), op 30 oktober 2007 (hoger beroep tegen
vonnis van 2 maart 2007, inhoudende terugverwijzing) en op 10 december
2007 (tussenvonnis). In laatstgenoemd vonnis heeft het GEA een
chemicus en een procestechnoloog van de Stichting Advisering
Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening te Den Haag
als deskundigen aangewezen en zijn de vragen vastgesteld die voor 12
mei 2008 beantwoord dienen te worden. De zitting wordt uiterlijk 27
mei 2008 hervat."
Deze zaak is dus nog onder de rechter. Het vonnis van het
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van 30 oktober 2007 is nog niet
onherroepelijk. Om die reden laat ik mij niet uit over de onderhavige
kwestie. Op dit moment is het, zoals ik in mijn brief aan de Kamer van
5 maart jl. schreef, evenmin mogelijk de consequenties van deze
rechtszaak in kaart te brengen.
Vraag 4
Kent u het Rotterdamse GGD-rapport 2) over de schadelijke gevolgen,
zoals ademhalingsproblemen, hoofdpijn en huidirritatie, van de giftige
verontreiniging van de ISLA-raffinaderij voor schoolgaande kinderen in
het gebied ten westen van de raffinaderij?
Antwoord 4
Ja.
Vraag 5
Deelt u de visie dat het door het GHvJ van de Nederlandse Antillen en
Aruba vastgestelde feit (onder 6.5 van de uitspraak in kort geding)
over vroeggeboorte en sterfte bij kinderen, groeivertraging en
verminderde longfunctie door groeiremming bij kinderen, een
overtreding inhoudt van de artikelen 6 en 24 van het internationaal
Verdrag voor de Rechten van het Kind 3), waaronder het recht op leven?
Zo neen, waarom niet?
Antwoord 5
Zie antwoord vraag 3.
Vraag 6
Kunt u nauwkeurig aangeven wat er sinds het, mede in opdracht van het
ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties opgestelde
fact-finding rapport (2004) 4), is ondernomen om de rechten van de
volwassenen en kinderen benedenwinds van de raffinaderij op Curaçao te
waarborgen? Weet u dat sinds 1983 bijna jaarlijks, ook door de
Nederlandse overheid, is gerapporteerd over de zware milieuvervuiling
die de raffinaderij veroorzaakt? Bent u er van op de hoogte dat
bijvoorbeeld in 2006 de norm voor zwaveldioxide 190 dagen is
overschreden? Hoe verklaart u dat de Koninkrijksregering geen gevolgen
verbindt aan de continue en dramatisch wordende milieuvervuiling? Bent
u bereid hierin verandering te brengen?
Antwoord 6
In antwoord op uw vraag wat sinds het verschijnen van het fact-finding
rapport van de milieudienst Rijnmond uit 2004 is ondernomen informeer
ik u dat ik uw vraag aan het Bestuurscollege van Curaçao zal
doorgeleiden met het verzoek deze te beantwoorden. Daarnaast heb ik,
zoals hierboven vermeld het Land de Nederlandse Antillen en het
Eilandgebied Curaçao uitgenodigd voor een overleg over de
verontreiniging door de Isla raffinaderij. Ik stel mij voor dat in dit
overleg de sinds 2004 genomen maatregelen ter sprake zullen komen.
Ten aanzien van de door u aangehaalde rapportages ben ik ervan op de
hoogte dat er - ook mede op verzoek van de Nederlandse overheid (zoals
bijv. eerder genoemd fact-finding rapport uit 2004) - verschillende
rapporten over de raffinaderij en rapporten waarin de raffinaderij ter
sprake komt zijn verschenen. Ik merk hierbij op dat het rapporten
betreft die zijn opgesteld ten behoeve van het Land de Nederlandse
Antillen en/of het Eilandgebied Curaçao.
Ten aanzien van het overschrijden van de norm voor zwaveldioxide,
informeer ik u dat in eerdergenoemd vonnis van 30 oktober jl van het
GHvJ hierop wordt ingegaan (o.a. artikel 6.4). Ik heb van dit vonnis
kennis genomen. Ten aanzien van het gevolgen verbinden aan de
milieuverontreiniging informeer ik u dat, slechts indien er sprake zou
zijn van een onaanvaardbare situatie waarvoor binnen de Nederlandse
Antillen geen oplossing meer gevonden kan worden, een rol voor het
Koninkrijk weggelegd kan zijn. Zie tevens de beantwoording van uw
vraag 9.
Vraag 7
Kent u het TNO-rapport 5) van augustus 2007 waaruit niet alleen blijkt
dat het slecht is gesteld met het milieu op Curaçao op veel aspecten
die samenhangen met de ISLA-raffinaderij, maar dat het ook ontbreekt
aan structureel milieuonderzoek op Curaçao? 6) Hoe beoordeelt u deze
vaststelling?
Antwoord 7
Zie antwoord 8.
Vraag 8
Hoe beoordeelt u het dat op dit moment de milieukwaliteit nog steeds
niet structureel wordt gemonitord? Deelt u de visie dat de
Milieudienst Curaçao (nog steeds) onvoldoende functioneert? Zo neen,
waarom niet?
Antwoord 7 en 8
Ik ben bekend met het TNO rapport van augustus 2007. Ik heb kennis
genomen van de conclusies en aanbevelingen in het rapport. Besluiten
aangaande structureel milieuonderzoek, de monitoring van de
milieukwaliteit en de Milieudienst Curaçao vallen echter onder de
politieke verantwoordelijkheid van het Curaçaose Bestuurscollege.
Daarbij vormen deze vragen ook onderdeel van de nog lopende
rechtzaken.
Vraag 9
Deelt u de visie dat er sprake is van onbehoorlijk bestuur wegens het
laten voortduren van de ondermaatse milieusituatie op Curaçao? Zo
neen, waarom niet?
Antwoord 9
Een effectief toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften en
voorschriften verbonden aan vergunningen ter voorkoming van ernstige
milieuverontreiniging acht ik een onderdeel van deugdelijk bestuur.
Zoals ik al in mijn antwoord op vraag 3 meldde, heeft het
Gemeenschappelijk Hof van Justitie nog niet onherroepelijk uitspraak
gedaan over dit toezicht. Dit toezicht is in dit geval op de eerste
plaats een taak van het eilandbestuur. Als het eilandbestuur deze taak
onvoldoende effectueert, is het aan de landsregering actie te
ondernemen om te bewerkstelligen dat het eilandsbestuur behoorlijk
functioneert. Op dit moment zie ik nog geen aanleiding in te grijpen.
Vraag 10
Kent u de aan u gerichte brief van de Stichting Schoon milieu op
Curaçao (SMOC) van 25 januari 2008? 7) Zo ja, welke reactie heeft u
aan hen gegeven? Kunt u deze reactie aan de Kamer zenden?
Antwoord 10
Zie antwoord op vraag 11
Vraag 11
Hoe staat u tegenover het voorstel van SMOC, zoals ook recent aan de
minister-president gedaan 8), om Curaçao aan te bieden een
gezamenlijke analyse te laten maken door Nederlandse en Curaçaose
experts? (Zij kunnen de maatschappelijke pro's en contra's wegen van
twee scenario's: sluiting van de raffinaderij en upgrading van de
raffinaderij tot internationale standaards. Indien Curaçao dit zou
afwijzen, dan zou een algemene maatregel van rijksbestuur moeten
worden overwogen wegens onbehoorlijk bestuur). Wilt u dit voorstel
overnemen? Zo ja, hoe en op welke termijn gaat u dit uitvoeren? Zo
neen, waarom niet?
Antwoord 11
Ik zal u op korte termijn mijn reactie op de brief van stichting SMOC
toezenden. Voor wat betreft de door SMOC voorgestelde gezamenlijk
analyse informeer ik u dat ik op dit moment vooralsnog in afwachting
ben van een reactie van de Antilliaanse regering en het
Bestuurscollege van Curaçao op mijn uitnodiging om over de
verontreiniging door de raffinaderij een overleg te organiseren. In
antwoord op uw vraag in hoeverre een algemene maatregel van
rijksbestuur zou moeten worden overwogen indien Curaçao een
gezamenlijke analyse afwijst verwijs ik naar de beantwoording van
vragen 3 en 9.
1) Uitspraak 30 oktober 2007, zaaknr. KG 403/06-HAR 65/07
2) Health complaints & air pollution from the ISLA refinery in
Curacao, 1999, Pieter van de Torn, GGD Rotterdam,
http://www.minbzk.nl/contents/pages/2488/rapppvdt1.pdf
3) RvK, art 6, sub 1. De Staten die partij zijn, erkennen dat ieder
kind het inherente recht op leven heeft. Sub 2. De Staten die partij
zijn, waarborgen in de ruimst mogelijke mate de mogelijkheden tot
overleven en de ontwikkeling van het kind.
RvK, art. 24, sub 1. De Staten die partij zijn, erkennen het recht van
het kind op het genot van de grootst mogelijke mate van gezondheid
(...). Sub 2. De Staten die partij zijn, streven de volledige
verwezenlijking van dit recht na en nemen passende maatregelen, met
name: (...). Sub sub (a) om baby- en kindersterfte te verminderen;
(...). Sub sub (c) om ziekte (...) te bestrijden (...) de gevaren en
risico's van milieuverontreiniging in aanmerking nemend
4) Rapport Fact-finding missie ISLA raffinaderij Curacao, 23 december
2004,
http://www.minbzk.nl/onderwerpen/de-nederlandse/publicaties?ActItmIdt=
13339
http://www.minbzk.nl/onderwerpen/de-nederlandse/publicaties?ActItmIdt=
13339 (extern)
5) Samenwerkingsverband tussen Milieudienst Curaçao en TNO ter
vergroting van expertise milieuonderzoek, TNO-rapport 2007-U-R0801/B,
augustus 2007
6) "Op basis van de actuele situatie van de luchtkwaliteit,
oppervlaktewaterkwaliteit en bodem- en grondwaterkwaliteit, moet
geconcludeerd worden dat het op veel aspecten slecht gesteld is met
het milieu op Curaçao. De normen voor luchtkwaliteit worden
benedenwinds van het Schottegatgebied fors overschreden als gevolg van
de onverminderde uitstoot van zwaveldioxide en de nog onvoldoende
gereduceerde uitstoot van fijnstof. Het oppervlaktewater in het
Schottegat is dermate ernstig verontreinigd met verschillende
oliecomponenten, dat dit een bedreiging vormt voor de waterkwaliteit
op andere plekken langs de kustzone. Met de grondwaterkwaliteit is het
niet veel beter gesteld. Naast de grootschalige
grondwaterverontreiniging op het terrein van de raffinaderij, is ook
de kwaliteit van het grondwater in de waterputten van bewoners een
punt van zorg."
7) Brief SMOC, d.d. 25 januari 2008
8) Antilliaans Dagblad, 14 februari 2008
Kenmerk: 2008-0000060099.
Naar boven
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties