Medeverdachten Samir A. tot drie jaar gevangenisstraf veroordeeld
25 maart 2008
De rechtbank in Rotterdam heeft in het zogenoemde strafproces Piranha
II een echtpaar tot drie jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens
deelneming aan een terroristische organisatie, het voorbereiden van
aanslagen en het bezit van zeer gevaarlijke vuurwapens. Tegen de man
en vrouw was door het Openbaar Ministerie een jaar â waarvan het
grootste deel voorwaardelijk - gevangenisstraf geëist.
Het echtpaar maakte deel uit van de inmiddels veroordeelde groep
rondom Samir A. en legde belastende verklaringen af over de andere
verdachten. Anders dan de rechtbank in het proces tegen Samir A.
oordeelde de Rotterdamse strafkamer dinsdagmiddag dat de groep wel
degelijk kan worden gezien als een terroristische organisatie.
âDe wijze waarop een aantal mededaders hun terroristische idealen
willen vormgeven, getuigt van haat tegen de Nederlandse democratie en
andersdenkenden, wier leven voor hen kennelijk geen waarde heeftâ,
aldus het vonnis van de rechtbank. De rechtbank oordeelde dat de eis
van de officier van justitie onvoldoende recht doet aan de ernst van
deze feiten.
De rechtbank dacht aan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf straf van
acht tot tien jaar, omdat de verdachten hebben geprobeerd te zagen aan
de pijlers van de samenleving. In het voordeel van de verdachten hield
de rechtbank rekening met hun medewerking aan het strafrechtelijk
onderzoek en de zeer ingrijpende gevolgen van het
getuigenbeschermingsprogramma.
Bovendien oordeelde de rechtbank dat het echtpaar verminderd
toerekeningsvatbaar is. Het echtpaar had zich tijdens de behandeling
van de strafzaak beroepen op psychische overmacht, omdat het angst had
voor Samir A. en diens medeverdachten.
Onmiddellijk na de uitspraak kondigden de advocaten van het echtpaar
hoger beroep aan.
Openbaar Ministerie