Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017
2500 EA Den Haag

Den Haag Ons kenmerk
25 maart 2008 ASEA.DIR.2008.10018

Onderwerp
Kamervragen m.b.t. advies "Naar meer evidence based onderwijs" (Onderwijsraad) en Beleidsreactie advies "Versteviging van kennis in het onderwijs" (Onderwijsraad)

Op 19 januari 2006 heeft de Onderwijsraad het advies "Evidence Based Onderwijs" uitgebracht, waarin de raad pleitte voor meer empirische onderbouwing van (nieuwe) onderwijsmethoden én van het onderwijsbeleid. In reactie op het advies heeft mijn ambtsvoorgangster op 4 december 2006 een beleidreactie gegeven, naar aanleiding waarvan de Tweede Kamer een aantal vragen heeft gesteld. Ik heb op 1 mei 2007 uitstel gevraagd van beantwoording. Overweging daarbij was dat mijn departement op dat moment volop bezig was met versterking van de kennisfunctie en van het principe van evidence based werken en met het leggen van betere verbindingen tussen onderwijsonderzoek, onderwijsbeleid en onderwijspraktijk. Ik heb toen ­ met deze overweging in het achterhoofd ­ aangegeven eerst op een later tijdstip met een diepgaander beantwoording van de vragen te kunnen komen.

Inmiddels is mij gebleken dat de thematiek van het betreffende advies van de Onderwijsraad alsmede de kamervragen die daarop betrekking hebben een zeer sterke samenhang vertonen met het rapport van de Parlementaire Commissie Onderwijsvernieuwing (PCO) van de Tweede Kamer. Ik acht het tegen die achtergrond prematuur en ook niet goed mogelijk om nu te komen met antwoorden die (deels) vooruit lopen op de reactie op het rapport van de Parlementaire Commissie. Een dergelijke stap staat haaks op mijn voornemen te komen met een integrale beleidsreactie op het rapport van de Parlementaire Commissie en zou ook anderszins tot verwarring en onduidelijkheid aanleiding kunnen geven.

Een analoog probleem doet zich ook voor voor wat betreft mijn beleidsreactie op een ander advies van de Onderwijsraad: "Versteviging van kennis in het onderwijs". In dat advies doet de raad een aantal aanbevelingen, waarbij de nadruk sterk ligt op verbetering van de kwaliteit van taal en rekenen, het vaststellen van wat zij noemt `leerstandaarden' en een verbeterde aansluiting tussen de verschillende onderwijssectoren en opleidingen.

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl

blad 2/2

Deze zelfde thematiek staat ook centraal in het rapport van de Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Taal en Rekenen. Ik zal eerst volgende maand een reactie geven op de aanbevelingen van de Expertgroep. Ook in dit geval geef ik er de voorkeur aan mijn reactie op het advies van de Onderwijsraad op onderdelen zo veel mogelijk te integreren met die beleidsreactie en in ieder geval daarop nu niet vooruit te lopen.

Overigens geldt ten aanzien van beide adviezen van de Onderwijsraad dat elementen daarvan al zijn opgenomen in de beleidsagenda's primair en voortgezet onderwijs, alsmede in de strategische agenda voor het hoger onderwijs, onderzoek- en wetenschapsbeleid, die inmiddels al aan de beide Kamers zijn toegegaan.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

dr. Ronald H.A. Plasterk