Persberichten
GS stellen eisen vast voor milieu-effectrapportage Greenportlane
Gebiedsontwikkeling Klavertje 4, hart van Greenport Venlo
Gedeputeerde Staten (GS) hebben besloten, aan welke milieu-aspecten de
plannen voor de zogeheten Greenportlane moeten worden getoetst. Die
toets gebeurt in een milieu-effectrapportage (m.e.r.). De richtlijnen
voor deze m.e.r. hebben GS nu vastgesteld. Daarbij is rekening
gehouden met een aantal wensen en suggesties van omwonenden, bedrijven
en belanghebbenden en gemeenten die als (inspraak)reactie zijn
ingebracht.
De nieuw te realiseren Greenportlane, tussen de A67 en A73 bij Venlo,
vormt een wezenlijk onderdeel van de gebiedsontwikkeling van Klavertje
4, hart van Greenport Venlo. De ontwikkeling van dit gebied is van
belang voor behoud en verdere versterking van de positie van de regio
in tuinbouw en logistiek. Onder meer komt er de Floriade 2012. Op
woensdag 9 april vindt er in 't Gasthoes in Horst een informatieavond
plaats over het belang van de vele projecten die in samenhang in
voorbereiding zijn in het gebied Klavertje 4, hart van Greenport
Venlo. De avond biedt zowel een informatiemarkt (vanaf 17.00 uur) als
een presentatie en gelegenheid voor vragen (vanaf 19.00 uur).
Resultaat inspraak
Van de inspraakmogelijkheid hebben tal van burgers, bedrijven en
belangenorganisaties gebruik gemaakt. Gelijktijdig is ook aan
gemeenten en andere instanties om advies gevraagd. In totaal waren er
54 reacties die aandacht vragen voor onder meer:
* de onderbouwing van nut en noodzaak van de Greenportlane;
* alternatieven zoals openbaar vervoer en betere benutting van
bestaande infrastructuur;
* ligging van de weg, omvang van het zoekgebied en verschillende
opwerpmogelijkheden voor de weg, zoals verdiepte ligging, in
relatie tot beperking van de milieuoverlast;
* bestaande woningen en bedrijven; geldende en in ontwikkeling
zijnde plannen;
* negatieve economische gevolgen en bedrijfsbelangen van agrariërs
door verlies van landbouwgronden;
* effecten op het omliggend wegennet, sluipverkeer en gevolgen voor
langzaam verkeer;
* gevolgen voor geluidoverlast, effecten op de luchtkwaliteit,
waterkwantiteit, lichthinder, externe veiligheid, archeologische
waarden, beschermingszones van leidingen en kabels.
* toepassing van Cradle-to-Cradle-principes bij de wegaanleg;
* het verloren gaan van het agrarisch open landschap;
* verzoek rekening te houden met de aanwezige natuurgebieden en
flora en fauna.
Een grote groep insprekers vreest voor aantasting van de leefbaarheid
in meer algemene zin. Dit komt deels overeen met de negatieve effecten
van bovenstaande aspecten. De meeste inspraakreacties betreffen zaken
die in de m.e.r. worden en kunnen worden meegenomen. Deze zullen nader
onderzocht worden. Insprekers vragen ook aandacht voor een goede
communicatie met de omgeving. Alle insprekers ontvangen een algemene
inspraakbundel en een op maat gesneden reactie. De Commissie voor de
milieueffectrapportage (Commissie mer) heeft, mede op basis van de
inspraakreacties, een richtlijnenadvies gegeven. Dat sluit grotendeels
aan bij de opmerkingen van burgers. GS hebben besloten om het advies
van de Commissie mer integraal over te nemen en als richtlijnen vast
te stellen voor het MER voor de Greenportlane.
Op basis van de richtlijnen wordt de trace-m.e.r.-studie verricht,
waarin een aantal alternatieven traces nader onderzocht worden op
basis van de milieueffecten. Naar verwachting zal het College van GS
eind dit jaar het voorkeurstracé kiezen.
Gebiedsontwikkeling als geheel
Bij de reacties ten aanzien van de Greenportlane hebben insprekers
uitdrukkelijk ook gevraagd om goede afstemming en planning van de vele
ontwikkelingen die in het gebied een plaats krijgen en om onderbouwing
van de gebiedsontwikkeling als zodanig. Die wens sluit aan op de
vragen die aan de orde zijn bij een globalere milieueffectrapportage
voor het plangebied Klavertje 4 als geheel. Voor die plannen loopt er
tegelijk met de m.e.r.-procedure voor de Greenportlane een zogeheten
plan-m.e.r.-procedure. Daarvoor is geen formele inspraakprocedure van
toepassing, maar Gedeputeerde Staten hebben wel een aantal instanties,
waaronder de verantwoordelijke overheden, om een advies gevraagd over
een gepubliceerde Notitie Reikwijdte en detailniveau plan-MER
Gebiedsontwikkeling Klavertje 4. Deze adviseurs hebben vooral
gereageerd op de concreetheid van de ontwikkeling van Klavertje 4 en
de gedegenheid waarmee milieuonderzoek zal moeten plaatsvinden
(rekening houden met bestaande plannen, integraal en voor alle
aspecten). De adviezen besteden daarnaast aandacht aan samenwerking
tussen gemeenten, aan Cradle-to-Cradle als sturend principe en aan de
vraag om verschillende projecten en programmalijnen in onderling
verband te brengen. Daarop is gereageerd door alle vragen op het
globale niveau van een plan-MER in ieder geval kwalitatief en waar
mogelijk kwantitatief te bespreken.
De Commissie voor de m.e.r. heeft ten aanzien van het op te stellen
plan-MER verzocht:
* een programma op te stellen van alle verschillende projecten die
in het gebied (kunnen) gaan plaatsvinden;
* een toetsingskader te ontwikkelen voor alternatieve
ontwikkelingsmogelijkheden in het gebied;
* vanuit de verschillende themas en milieuaspecten
geschiktheidanalyses van het gebied te doen;
* ten aanzien van de verschillende ontwikkelingsalternatieven een
milieueffectbeoordeling op hoofdlijnen te doen;
* een visie te ontwikkelen op de fase waarin de gebiedsontwikkeling
zal verkeren in de jaren 2012, 2020 en een doorkijk te bieden naar
2030.
Dat sluit grotendeels aan bij de opmerkingen van adviseurs. GS hebben
ook voor dit plan-MER op 25 maart de de definitieve Notitie Reikwijdte
en detailniveau vastgesteld.
25-3-2008 16:19
Provincie Limburg