Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Raad voor Cultuur
RJ Schimmelpennincklaan 3
Postbus 61243
2506 AE Den Haag
Den Haag Ons kenmerk
25 maart 2008 DK/B&B/2008/10250
Onderwerp
Adviesaanvraag fondsen en sectorinstituten
Geachte Raad,
Deze brief is een aanvulling op mijn brief van 15 februari. Ik vraag uw advies over fondsen en
sectorinstituten. Daarnaast vraag ik uw advies over het operabestel en stuur ik u ter kennisname de
visitatierapporten van opera- en dansgezelschappen toe. Ook vragen over internationaal cultuurbeleid
zijn in deze brief opgenomen. De aanvraag begint met een aantal algemene uitgangspunten en vragen.
Daarna volgen de verschillende sectoren. Ik verzoek u voor 15 mei advies uit te brengen.
Beleidsuitgangspunten
In Kunst van leven heb ik mijn beleidsuitgangspunten voor de komende jaren geschetst. De nota geeft
twee prioriteiten aan: een brede deelname aan cultuur en meer ruimte voor talent. Voor fondsen en
sectorinstituten is daarbij een belangrijke rol weggelegd. Als geen ander zijn zij in staat de kwaliteit
van de cultuurbeoefening in ons land naar een nog hoger peil te brengen. Dit vraagt wel om keuzes.
Het cultuurbeleid was tot een paar jaar geleden sterk gericht op instellingen. Nu richt het zich meer op
sectoren. Ik vraag de Raad in zijn advies over de plannen van fondsen en sectorinstituten voorrang te
geven aan het kader van het gehele cultuurbestel boven de eigenheid van sectoren. Uitgangspunt is:
gelijk waar mogelijk, afwijkend waar nodig. Ik vraag u afwijkingen op grond van kenmerken van
bepaalde sectoren te motiveren. Daarnaast vraag ik uw aandacht voor afstemming tussen fondsen en
sectorinstituten. Er is een scheiding tussen subsidietaken en besteltaken. Die scheiding brengt soms
een zekere spanning met zich mee. Fondsen nemen een bijzondere positie in. Zij hebben een publieke
taak: het verstrekken van subsidies. Dit is een taak die aan fondsen is voorbehouden. Uitgangspunt is
een scheiding tussen publieke taken (fondsen) en besteltaken (sectorinstituten). Ik vraag u voor elke
sector stil te staan bij de verhouding tussen de activiteiten van fondsen en die van sectorinstituten. In
een aantal sectoren nemen fondsen activiteiten op zich die als besteltaken kunnen worden
aangemerkt. Ik verneem graag uw opvatting hierover.
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl
E
blad 2/5
Fondsen algemeen
Ik heb de fondsen uitgenodigd met voorstellen te komen om toptalent meer ruimte te geven. Het
uitgangspunt zou moeten zijn: liever minder plannen honoreren, maar met meer geld. In de
cultuursector, vooral in de beeldende kunst en de podiumkunsten, heeft hierover discussie plaats
gevonden. Aan u vraag ik een oordeel over hoe de fondsen met dit uitgangspunt zijn omgegaan, ook in
het licht van deze discussie.
De minister is op basis van de Wet op het specifiek cultuurbeleid niet alleen verantwoordelijk voor
kwaliteit, maar ook voor geografische spreiding. De basisinfrastructuur geeft invulling aan die
verantwoordelijkheid. Daarnaast is er een rol voor de cultuurfondsen. Ik heb alle fondsen gevraagd in
hun beleidsplannen bij drie punten aandacht te besteden aan regionale spreiding: informatie,
beoordeling en verantwoording, bestuur en advies.1 Ik verzoek u om aandacht aan regionale spreiding
te besteden bij uw analyse van de beleidsplannen van de fondsen.
Naar aanleiding van uw adviezen over de fondsen zal ik over hun beleidsplannen besluiten. Ik ben van
plan de Tweede Kamer na de zomer te informeren over het toezicht op de fondsen. In dat kader zal ik
ook ingaan op waarborgen voor een goede uitvoering van hun subsidietaken, onder meer door de code
cultuurfondsen.
Sectorinstituten algemeen
Ik stel vast dat de herinrichting van de ondersteuningsstructuur heeft geleid tot een bundeling van
krachten. Er zijn nieuwe sectorinstituten voor muziek, erfgoed, amateurkunst en bibliotheken. Een
sectorinstituut film is in oprichting.
Sectorinstituten werken onafhankelijk, zowel ten opzichte van de overheid als ten opzichte van de
sector. Zij behartigen niet de belangen van afzonderlijke instellingen, maar ondersteunen de sector als
geheel. Voor de bestaande en de nieuwe sectorinstituten geldt dat zij in de nieuwe subsidieperiode
belast zijn met de uitvoering van de vijf besteltaken: (inter)nationale vertegenwoordiging en promotie;
educatie, informatie en reflectie; inventarisatie, waardering en ontsluiting van erfgoed; documentatie
en archivering; afstemming en coördinatie. Ik verzoek bij uw beoordeling van deze vijf taken uit te
gaan. Welke taken voorrang verdienen, verschilt per sector.
Internationaal
Het internationaal cultuurbeleid is een terrein met veel spelers. Sectorinstituten zijn verantwoordelijk
voor internationale vertegenwoordiging en promotie. Fondsen ondersteunen producerende instellingen
bij internationale plannen. De Stichting Internationale Culturele Activiteiten (SICA) werkt
bovensectoraal aan internationale vertegenwoordiging en promotie.
Uit internationale voornemens van instellingen moet een juiste rolopvatting blijken. Daarom verzoek ik
u beleidsplannen te toetsen aan uw advies uit 2005 over taken op het gebied van internationaal
cultuurbeleid.2 De internationale taken van sectorinstituten reken ik tot het reguliere beleid, die
1 Brief aan fondsen over een evenwichtige regionale spreiding van rijksmiddelen cultuur, 28 februari 2008.
http://www.minocw.nl/documenten/4703a.pdf
2 Raad voor Cultuur, Schets ondersteuningsstructuur cultuursector: band 1, januari 2005, p. 11-12.
http://www.cultuur.nl/files/pdf/adviezen/Schets_band_1.pdf
blad 3/5
binnen het budget van sectorinstituten moeten worden ingevuld. Ik vraag u mij te adviseren binnen dit
kader. De cultuurmiddelen van de HGIS vallen buiten het financieel kader van deze aanvraag. Zij zijn
bedoeld als aanvulling op het reguliere beleid van instellingen.
Net als de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken hecht ik grote waarde aan internationale
uitwisseling en een meer internationale programmering in Nederland. Ik vraag de Raad hiermee
rekening te houden bij de beoordeling van plannen van de fondsen.
Vragen per sector
Film
Een kwartiermaker werkt in opdracht van OCW aan een sectorinstituut. Naar verwachting zal de Raad
in de loop van dit jaar een beleidsplan worden voorgelegd. Het Filmmuseum, de Filmbank, het
Nederlands Instituut voor Filmeducatie en Holland Film zijn de meest betrokken instellingen die van
OCW subsidie ontvangen. De plannen van Holland Film, het Nederlands Instituut voor Filmeducatie en
de Filmbank leg ik ter kennisneming aan de Raad voor. Ik heb hun meegedeeld dat zij vooralsnog
kunnen uitgaan van een nieuwe beschikking voor een periode van één jaar (2009).
Het Filmmuseum zal uiterlijk voor 1 juli aanstaande zijn plannen indienen.
Het Nederlands Fonds voor de Film stelt na overleg met de sector vijftien maatregelen voor. Ik vraag
uw bijzondere aandacht voor de plannen voor filmproductiehuizen en deskundigheidsbevordering. Het
fonds heeft het voornemen een aanzienlijk deel van het budget voor lange speelfilms jaarlijks te
reserveren voor de twaalf beste productiehuizen. De plannen voor deskundigheidsbevordering vraag ik
u te bezien in relatie tot de taken van het toekomstige sectorinstituut en Binger Filmlab.
Beeldende kunst en vormgeving
Bij de beoordeling van plannen van instellingen op het gebied van beeldende kunst en vormgeving
vraag ik u rekening te houden met mijn brief van 7 december 2007.3 Een van de doelen is de
versterking van de relatie tussen kunstenaar en presentatie en tussen aanbod en afname. Voor de
Mondriaan Stichting en Fonds BKVB is hierbij een eigen taak weggelegd. Beide fondsen hebben de
opdracht gekregen nieuwe mogelijkheden te verkennen. Ik vraag uw oordeel over hun plannen op dit
punt. Ook vraag ik uw advies over de verdeling van taken en middelen over beide fondsen.
De brief over het beeldend kunst beleid stelt de Mondriaan Stichting 1,5 miljoen euro extra in het
vooruitzicht. Hiervan is 1 miljoen gereserveerd voor versterking van kunstenaarsinitiatieven en
presentatie-instellingen. De overige 500.000 euro is voor versterking van de internationale
programmering van hedendaagse kunst. Voor de Premsela Stichting heb ik 400.000 euro extra
gereserveerd, zodat zij kan uitgroeien tot een volwaardig sectorinstituut. Ik vraag uw advies over de rol
van de Premsela Stichting ten opzichte van verschillende regionale initiatieven op het gebied van
design en mode.
3 Zie mijn brief over het beleid beeldende kunst van 7 december 2007.
http://www.minocw.nl/documenten/51817.pdf
blad 4/5
Nieuwe media
Ik verzoek u de voornemens van het Virtueel Platform op het gebied van deskundigheidsbevordering en
innovatie (e-cultuur) met het beleidsplan van de Stichting Erfgoed Nederland te vergelijken en na te
gaan waar de plannen van beide instellingen elkaar kunnen versterken.
Erfgoed
Erfgoed Nederland is aangewezen als sectorinstituut voor cultureel erfgoed. Het voert de besteltaken
uit, met uitzondering van inventarisatie, waardering en ontsluiting van erfgoed en documentatie en
archivering. Ik hoor graag uw oordeel over de verhouding van de plannen van Erfgoed Nederland tot de
erfgoedactiviteiten van de Mondriaan Stichting, onder meer op het gebied van digitalisering. Ook vraag
ik uw aandacht voor de beoogde activiteiten op het gebied van cultuur en ruimte van Erfgoed
Nederland. Dit in relatie tot Belvedere, de modernisering van de monumentenzorg en de activiteiten
van de architectuurinstellingen. Bovendien verneem ik graag uw advies over de internationale
activiteiten van deze instelling, mede in relatie tot de werkzaamheden van andere instellingen op dit
gebied, zoals het Centrum voor Internationale Erfgoedactiviteiten (CIE) en de cultuurdiensten van mijn
ministerie.
Letteren en bibliotheken
Onlangs heb ik de besturen van het Fonds voor de Letteren en het Nederlands Literair Productie- en
Vertalingenfonds verzocht zich te beraden op mijn voorstel beide fondsen samen te voegen. Ik vraag de
Raad bij zijn advies over de beleidsplannen van de fondsen rekening te houden met de mogelijkheid van
een fusie in de loop van de subsidieperiode. Het Fonds voor de Letteren heeft uitstel gekregen tot 1
april voor de indiening van zijn beleidsplan.
Over de bibliotheekvernieuwing zal ik de Raad begin april een adviesaanvraag sturen, gebaseerd op de
eindrapportage van de Stuurgroep Bibliotheken over de eerste fase van de bibliotheekvernieuwing.
Onderdeel daarvan is een studie van het Sociaal en Cultureel Planbureau over de toekomst van de
bibliotheek. Ik vraag de Raad bij de beoordeling van de Vereniging Openbare Bibliotheken rekening te
houden met de inhoud van deze adviesaanvraag.
Podiumkunsten
Het beleidsplan van het Nederland Fonds Podiumkunsten dient u te beschouwen als startplan. De
komende twee jaar zal het fonds de huidige subsidie-instrumenten handhaven. Het fonds zal de
bestaande regelingen evalueren, en waar nodig nieuwe instrumenten ontwikkelen. Daarna komt het
fonds met een bijgewerkt beleidsplan, dat ik aan u zal voorleggen.
In de muziek zijn er twee sectorinstituten: Muziek Centrum Nederland en het Nederlands Muziek
Instituut. Het Nederlands Muziek Instituut richt zich vooral op de besteltaak waardering en ontsluiting
van erfgoed. Ik vraag u aan te geven of het behoud van muzikaal erfgoed daarmee is gewaarborgd.
Amateurkunst en participatie
Het 10-puntenplan cultuurparticipatie uit Kunst van leven heeft als doel de actieve en passieve
deelname aan cultuur te vergroten en de positie van amateurkunst te versterken. Een belangrijke rol is
daarbij weggelegd voor het programmafonds cultuurparticipatie. Het programmafonds is in oprichting.
blad 5/5
Er is een advies van de kwartiermaker. Dit advies schetst de koers van het nieuwe fonds. Omdat het
fonds een belangrijke rol krijgt op het gebied van amateurkunst, cultuureducatie en volkscultuur,
verzoek ik u bij de behandeling van aanvragen van Kunstfactor en afzonderlijke instellingen rekening te
houden met het op te richten fonds.
Architectuur
U heeft eerder opmerkingen gemaakt over overlapping van taken van architectuurinstellingen en
hiaten in de infrastructuur. In dit kader vraag ik uw aandacht voor de huidige taakopvatting van
instellingen. Activiteiten van de Stichting Europan komen alleen voor subsidie in aanmerking als ze
onder de verantwoordelijkheid van het sectorinstituut worden uitgevoerd.
In het kader van de herstructurering van de ondersteuningsstructuur is Stichting Europan gevraagd
haar activiteiten in te brengen bij het sectorinstituut. Europan heeft zelfstandig een beleidsplan
ingediend. Graag verneem ik uw advies over de positie van deze instelling.
Visitatierapporten dans en opera
In mijn adviesaanvraag van 15 februari heb ik u onder andere verzocht te adviseren over de
afstemming tussen vraag en aanbod van opera in Nederland. In lijn daarmee en mede naar aanleiding
van de bevindingen in de recente visitatierapporten verzoek ik u daarbij ook aandacht te besteden aan
de vraag of het aantal producties en voorstellingen van de drie operahuizen in termen van kwaliteit,
kwantiteit en bereik zich proportioneel verhoudt tot de beschikbare subsidiebudgetten. Ik verzoek u
hierbij de door de onafhankelijke operaproducenten voorziene terugval van opera-aanbod te betrekken
(brief van VDB Theaterproducties van 10 november 2007), alsook de rol van het Nederlands Fonds voor
de Podiumkunsten.
Financiën
In mijn adviesaanvraag van 15 februari is het financieel kader opgenomen, ook voor de fondsen en
sectorinstituten. Kortheidshalve verwijs ik u daarnaar.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk