Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

25 maart 2008 - kamerstuk

Kamerbrief over het Pact Rijnauwen

Directie Regionale Zaken

De Voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal


Postbus 20018

2500 EA 's-GRAVENHAGE

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum

DRZw. 2008/953 maart 2008 25 onderwerp bijlagen

Nieuwe Hollandse Waterlinie 2

Geachte Voorzitter,

Aanleiding
Op 11 februari jl. hebben vijf provincies en vijf departementen het Pact van Rijnauwen ondertekend. Met dit Pact, een akkoord, wordt een belangrijke stap gezet in de ontwikke- ling van Nationaal Landschap De Nieuwe Hollandse Waterlinie tot een herkenbaar en beleefbaar onderdeel van de Nederlandse cultuurgeschiedenis met nieuwe maatschappe- lijke functies.
Door middel van deze brief wil ik, als coördinerend bewindspersoon voor de Nieuwe Hollandse Waterlinie, u informeren over de achtergronden, doelen en werkwijze van het Pact.

Nieuwe kansen voor Nieuwe Hollandse Waterlinie Vanaf de jaren '90 van de vorige eeuw wordt de waarde van de Linie als cultuurhistorisch fenomeen onderkent. Inmiddels behoort het gebied tot een van de twintig Nationale Landschappen. Dit 19e eeuwse militaire landschap kan tevens dienen om de wens van Kabinet en regio te realiseren, te komen tot een duurzaam groen gebied aan de oostkant van de Randstad. Nu niet om een vijand te keren maar om verrommeling van de open

ruimte halt te laten houden, bij te dragen aan klimaatbestendigheid en om Nederland mooi te maken en te houden door te investeren in landschap, erfgoed, water en beleving. Voor burgers biedt dit landschap veel recreatieve-toeristische ontspanningsmogelijkheden en voor zowel burgers als ondernemers een aantrekkelijk woon- en vestigingsklimaat.

Rijk en provincies bundelen krachten De departementen LNV, OCW, VenW, VROM, Defensie en de provincies Noord-Holland,

Zuid-Holland, Utrecht, Gelderland, Noord-Brabant hebben op 11 februari 2008 met het Pact van Rijnauwen een akkoord bekrachtigd. Hiermee is een programma vastgesteld over prioritering van projecten, inzet van instrumenten, bestuurlijke samenwerking en uitvoeringsorganisatie met betrekking tot de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Het Pact draagt de naam van het fort waar de ondertekening plaats vond: "Fort Rijnauwen" en bevat een programma van meer dan 150 projecten dat in de periode 2008- 2011 tot uitvoering komt.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 25 maart 2008 DRZw. 2008/953 2

Rijk, provincies en een groot aantal participanten waaronder gemeenten, waterschappen en private partijen, spannen zich in om de benodigde 150 miljoen euro ter beschikking te stellen. Hiermee krijgt de uitvoering van het Nationaal Landschap De Nieuwe Hollandse Waterlinie in de komende vier jaar een krachtige impuls. De ondertekenaars van het Pact willen ervoor zorgen dat dit unieke onderdeel van de Nederlandse cultuurgeschiedenis voor toekomstige generaties herkenbaar en beleefbaar wordt en nieuwe duurzame maatschappelijke functies krijgt.

Inzet provincies
De inzet van de vijf provincies zal vooral betrekking hebben op het coördineren en faciliteren van kansrijke gebiedsontwikkelingen. Als concrete voorbeelden binnen deze categorie wil ik hier noemen:
· Lingekwartier/Diefdijk (hergebruik forten en klimaatbestendige aanpak); · Linieland (landschappelijke ontwikkeling met recreatief medegebruik); · Munnikenland, Heusden en Altena (waterbewustzijn en cultuurhistorie); · Vechtstreek Noord (ruimtelijke kwaliteit, architectuur en ecologische verbindingszone);
· Rijnauwen-Vechten (cultuurhistorie en groene recreatie bij de stad Utrecht).

Inzet Rijk
De Rijkspartijen hebben hun specifieke inzet in het Pact van Rijnauwen vastgelegd. Het ministerie van OCW zal zorgen voor een adequate bescherming van de Nieuwe Hollandse Waterlinie door toepassing van de Monumentenwet. Met een projectmatige aanpak zal worden gezorgd voor een aanvullende aanwijzing van clusters van objecten en een verfijning van de reeds aangewezen monumenten, om zo een integrale bescherming te krijgen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Deze nationale bescherming vormt de basis voor een voordracht van de Nieuwe Hollandse Waterlinie voor de Werelderfgoedlijst van UNESCO.
Het ministerie van VROM voert in het voorjaar van 2008 samen met IPO en VNG een evaluatie uit met betrekking tot de uitvoering van het ruimtelijk beleid voor de Nationale Landschappen, waaronder de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De resultaten worden betrokken bij de wijze waarop nationale ruimtelijke belangen uit de Nota Ruimte worden gewaarborgd na inwerkingtreding van de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening op 1 juli 2008.
Het ministerie van VenW streeft naar een zorgvuldige inpassing van de hoofdwater- en weginfrastructuur in het Waterlinie landschap. In 2008 wordt een verkenning uitgevoerd naar de te treffen maatregelen. Aansluiting wordt hiermee gezocht met de in de water- visie opgenomen "Watercanon", waarin de historie van "Nederland Waterland" is vastgelegd. De instandhouding van de Nieuwe Hollandse Waterlinie als belangrijk historisch waterproject draagt bij aan het nationaal waterbewustzijn. Daarnaast worden in het kader van het beheer van weg en water, maatregelen getroffen om de zichtbaarheid en beleefbaarheid van de forten te vergroten.
Het ministerie van Defensie zal volgens planning in 2010, de forten Honswijk en Everdingen overdragen aan ministerie van LNV, als onderdeel van Project Ontwikkeling Militaire Terreinen. Vervolgens stelt LNV deze objecten beschikbaar voor realisatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie-ambities.

Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad 25 maart 2008 DRZw. 2008/953 3

Het ministerie van LNV zal zich inzetten voor de ontwikkeling van natuur, recreatiegroen en vergroting van de recreatieve toegankelijkheid van het gebied. Voor het realiseren van recreatieve routestructuren verkent LNV via het Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf de inzet voor een ontwikkelingsgerichte aanpak van cruciale schakels in de Linie.

Het Rijk heeft via het Investeringsbudget Landelijk Gebied financiële middelen beschikbaar gesteld die benut kunnen worden voor de realisatie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Daarnaast doorloopt de Nieuwe Hollandse Waterlinie als project de Nota Ruimte budget- procedure. De verkenningsfase van deze procedure zal op korte termijn met een maat- schappelijke kosten-batenanalyse worden afgesloten. Ik heb er alle vertrouwen in dat de Nieuwe Hollandse Waterlinie mee zal doen bij de besteding van het Nota Ruimtebudget.

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,

G. Verburg

Pact van Rijnauwen

afspraken tussen

Rijk en provincies verenigd in de Liniecommissie

over

uitvoeringsimpuls Nieuwe Hollandse Waterlinie voor de periode 2008 ­ 2011

Bunnik Fort bij Rijnauwen
11 februari 2008

Pact van Rijnauwen Pagina 1 van 15

Leeswijzer en Inhoudsopgave

pagina

o: Samenvatting 3

I: Kader 5

a) Aanleiding 5 b) Ambitie en perspectief 5 c) Partijen 6 d) Overwegingen 7

II: Afspraken 8

a) Programma en prioriteiten 8 b) Inzet instrumenten 9 c) Organisatie en samenwerking 11 d) Uitvoeringsorganisatie 11 e) Uitwerking programma en prioriteiten 12

Bijlage 1 lijst van projecten behorend bij de afspraken

Pact van Rijnauwen Pagina 2 van 15

O: SAMENVATTING

Aanleiding

De ondertekenende partijen, provincies en Rijk verenigd in de Liniecommissie, delen de mening dat de zorg voor de kwaliteit en identiteit van (de regio midden-) Nederland een prioritaire gezamenlijke opgave is. Zij zijn van oordeel dat de realisatie van het Linieperspectief "Panorama Krayenhoff" en het daarbij behorende uitvoeringsprogramma 2007-2020 (14 december 2006) daar een belangrijke bijdrage aan kan leveren voor de lange termijn. Daarom wensen zij een impuls te geven aan de ontwikkeling van de Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW) en maken zij de volgende afspraken voor de periode 2008 t/m 2011. Dit vindt plaats binnen het raamwerk van de bestuursovereenkomst NHW uit 2005, welke onverkort van kracht is.

Programma

De enveloppecommissies hebben onder leiding van de provincies een programma opgesteld bestaande uit projecten die in de periode 2008 ­ 2011 gestart kunnen worden. Partijen zijn van mening dat dit programma qua financiering en uitvoering een realistische ambitie is. Dit programma (projectenlijst) is opgenomen in bijlage 1. Partijen spannen zich in om de financiële dekking voor de projecten te realiseren en de uitvoering tijdig te starten. Binnen het programma is een aantal projecten benoemd die vanwege hun bijzondere belang voor de gehele NHW prioritair worden uitgevoerd.

Prioriteiten

Kansrijke gebiedsontwikkelingen:
· Rijnauwen­Vechten
· Linieland
· Lingekwartier/Diefdijk
· Vechtstreek-Noord
· Munnikenland
· Hoofdweerstandslijn Land van Heusden en Altena

Cruciale verbindingen in het routenetwerk:
· fietsbrug bij Nigtevecht
· brug (na-)bij de Plofsluis
· de veerverbinding Honswijk­Everdingen

Liniebrede projecten:
· Realisatie van een kennisloket NHW en het onderbrengen daarvan bij een institutie, waarmee de gebundelde kennis langjarig geborgd is.

Pact van Rijnauwen Pagina 3 van 15

Inzet instrumenten en programma's

De ruimtelijke principes van de NHW zoals opgenomen in Panorama Krayenhoff vormen een leidraad voor het beleid van de betrokken partijen. Daarbij is nu al sprake van de inzet van verscheidene sectorale instrumenten en koppeling met andere sectorale programma's. Elke houder van zo'n instrument of programma optimaliseert de mogelijkheden ervan om bij te dragen aan de NHW-doelen. Wanneer de inzet van het instrument ten gunste kan komen van realisatie van het Linieperspectief, krijgt dit als consequentie dat deze inzet wint aan prioriteit binnen de algemene afwegingskaders voor inzet van zo'n sectoraal instrument of programma.

In het geval van toekenning van middelen Nota Ruimte voor NHW-projecten is het Rijk bereid binnen de omvang van de middelen die zij voor NHW beschikbaar wil stellen, voorstellen van de Liniecommissie over de allocatie van deze middelen over te nemen indien deze voldoen aan de vereisten zoals vastgelegd in de Nota Ruimte budgetbrief (juni 2007). De beoogde middelen voor NHW in het kader van "Groene Uitweg" (Noordvleugelbrief van het kabinet aan de Tweede Kamer, juli 2006) worden door het Rijk ter beschikking gesteld.

Het Rijk zal zorgen voor een adequate bescherming. Met een projectmatige aanpak zal gezorgd worden voor een aanvullende aanwijzing van clusters van objecten en een verfijning van de reeds aangewezen monumenten, om zo te komen tot een integrale bescherming van de NHW.

Partijen zullen dit nationaal project gebruiken als een proeftuin voor innovaties op het gebied van bestuur, beleid en uitvoering.

Organisatie en samenwerking

Om de uitvoering goed te kunnen organiseren en sturen voert iedere provincie een gezamenlijk afgestemd NHW-programmamanagement. Op basis hiervan is de Liniecommissie in staat het benodigde liniebrede programmamanagement te voeren. De enveloppecommissies hebben de regie over de daadwerkelijke uitvoering van de projecten in de enveloppen.

Voor activiteiten met een liniebreed karakter hebben het Rijk en het projectbureau NHW een belangrijke rol. Mede in dit kader staat het Rijk garant voor een passende financiering van het projectbureau NHW tot 2012. In 2011 beziet het Rijk of dit wordt voortgezet.
Partijen spreken af de proceskosten te verdelen naar rato van het beschikbare programmageld per partij.

Pact van Rijnauwen Pagina 4 van 15

I: KADER

a) Aanleiding

Op verzoek van coördinerend minister Verburg nodigt de Liniecommissie de partijen die in haar commissie verenigd zijn uit een impuls te geven aan de uitvoering van de Nieuwe Hollandse Waterlinie (NHW). Hiertoe is voor de periode 2008-2011 binnen het totale NHW-uitvoeringsprogramma 2006-2020 (14 december 2006) focus nodig in de uit te voeren projecten en de financiering en organisatie hiervan. Doel hierbij is de uitvoering te versnellen en voor de uitvoering noodzakelijke voorwaarden te creëren.

Dit vindt plaats binnen het raamwerk van de bestuursovereenkomst NHW uit 2005, welke onverkort van kracht is.

b) Ambitie en perspectief

Het 19e eeuwse militair-strategische landschap van de Nieuwe Hollandse Waterlinie kan dienen om de wens te realiseren van kabinet en regio om te komen tot een duurzaam groen gebied aan de oostkant van de Randstad. Hiermee krijgt de Nieuwe Hollandse Waterlinie weer de ooit bedoelde strategische functie. Nu niet om de vijand uit het oosten te keren maar om de verrommeling en de claim op de open ruimte een halt toe te roepen, bij te dragen aan klimaatbestendigheid en om Nederland mooi te maken door te investeren in landschap, erfgoed, water en beleving. Voor burgers biedt dit landschap veel toeristisch-recreatieve ontspanningsmogelijkheden en belevingswaarden en voor zowel burgers als ondernemers een aantrekkelijk woon- en vestigingsklimaat.

"Tot hier en niet verder" is de essentie van de hoofdverdedigingslijn. Deze ruggengraat van de Nieuwe Hollandse Waterlinie is fysiek nog steeds een markeringslijn. Als het gaat om de realisatie van de gezamenlijke ambities willen partijen deze slogan ombuigen naar "Tot hier en nu verder". Partijen zoeken de grenzen op en gaan er als het ware overheen. Soms betreft dit de geografische grenzen maar ook de grenzen van de bestuurlijke eenheden en sectoren. Het wenkend perspectief van de overkant moet daarbij zo sterk zijn dat partijen bereid zijn deze stap te maken.

Het wenkend perspectief is "samen sterk". Alleen door het inmiddels gegroeide vertrouwen van de bestuurlijke partners in elkaars commitment kunnen de gezamenlijke doelstellingen gerealiseerd worden. Partijen willen daarom dit moment benutten om de kansen die zich op nationaal, regionaal en lokaal niveau voordoen om te zetten in een uitvoeringsimpuls.

Pact van Rijnauwen Pagina 5 van 15

c) Partijen1

GEDEPUTEERDE STATEN van de PROVINCIE NOORD-HOLLAND, te dezen handelend als bestuursorgaan en te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw drs. R. Kruisinga, ter uitvoering van het besluit d.d. 29 januari 2008 met kenmerk 2008-1942 van Gedeputeerde Staten;

GEDEPUTEERDE STATEN van de PROVINCIE ZUID-HOLLAND, te dezen handelend als bestuursorgaan en te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer drs. M. van Engelshoven-Huls, ter uitvoering van het besluit d.d. 5 februari 2008 met kenmerk PZH- 2008-52182 van Gedeputeerde Staten;

GEDEPUTEERDE STATEN van de PROVINCIE UTRECHT, te dezen handelend als bestuursorgaan en te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw A.H. Raven BA, ter uitvoering van het besluit d.d. 28 januari 2008 met kenmerk 20080128151507 van Gedeputeerde Staten;

GEDEPUTEERDE STATEN van de PROVINCIE NOORD-BRABANT, te dezen handelend als bestuursorgaan en te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw drs. S.C. van Haaften-Harkema, ter uitvoering van het besluit d.d. 28 januari 2008 met kenmerk
1368431 van Gedeputeerde Staten;

GEDEPUTEERDE STATEN van de PROVINCIE GELDERLAND, te dezen handelend als bestuursorgaan en te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw drs. A.E.H. van der Kolk, ter uitvoering van het besluit d.d. 5 februari 2008 met kenmerk 2007-019760 van Gedeputeerde Staten.

De MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, G. Verburg;

de MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP,
dr. R.H.A. Plasterk;

de MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER, voor deze:
de directeur-generaal Ruimte,
drs. C.B.F. Kuijpers;
de STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE,
voor deze,
De Directeur Ruimte, Milieu en Vastgoedbeleid,
Mr. J. Fledderus;


1 Uit het besluit dient te blijken dat Gedeputeerde Staten, handelend als bestuursorgaan, bevoegd zijn om deze afspraak te ondertekenen. Dat is het geval voor zover de afspraak ziet op publiekrechtelijke bevoegdheden van Gedeputeerde Staten. Voor zover deze afspraak ziet op publiekrechtelijke bevoegdheden van Provinciale Staten, dient uit een besluit van Provinciale Staten te blijken dat Gedeputeerde Staten hiertoe bevoegd is. Eveneens dient uit een (ondertekenings)mandaat te blijken dat de persoon die de afspraak zal ondertekenen bevoegd is dat te doen namens Gedeputeerde Staten.

Pact van Rijnauwen Pagina 6 van 15

de STAATSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

J.C. Huizinga-Heringa;

namens het kabinet en handelend als bestuursorganen.

Hierna gezamenlijk te noemen "partijen".

d) Overwegingen

De zorg voor de kwaliteit en identiteit van (de regio midden-) Nederland is een prioritaire gezamenlijke opgave. Partijen zijn van oordeel dat de realisatie van het Linieperspectief "Panorama Krayenhoff" daar een belangrijke bijdrage aan kan leveren voor de lange termijn. Daarom wensen zij een impuls te geven aan de ontwikkeling van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.

In december 2006 zijn er voor de realisatie van het project Nieuwe Hollandse Waterlinie twee belangrijke besluiten genomen:

o de NHW-uitvoeringsprogramma's zijn op meerdere bestuursniveau's vastgesteld resulterend in de aanbieding aan de minister van LNV (namens het Kabinet) op 14 december 2006. Hiermee ligt er een breed gedragen uitvoeringsprogramma klaar; o op 18 december 2006 sloten de provincies en het Rijk de bestuursakkoorden voor het Investeringsbudget Landelijke Gebied (ILG), waarin de beschikbare middelen voor de Nationale Landschappen voor de komende zeven jaar zijn vastgesteld.

Partijen zijn van mening dat de enveloppecommissies zoveel als mogelijk de uitvoering van de NHW dienen te coördineren. Tegelijk zit de kwaliteit en toekomstwaarde van de NHW vooral in de samenhang tussen de enveloppen. Het is de taak van de Liniecommissie om de voortgang in de enveloppen te bevorderen en tegelijk de samenhang te bewaken. Een onafhankelijke evaluatie in 2007 van het totale project geeft aanleiding tot aanscherpingen in de aanpak die nodig is voor de komende periode waarin de uitvoering wordt versneld.

Op basis hiervan zijn partijen bereid om nadere afspraken te maken over het te realiseren programma, de inzet van instrumenten en de organisatie en samenwerking in de uitvoering voor de periode 2008-2011.

Pact van Rijnauwen Pagina 7 van 15

II: Afspraken

Partijen verbinden zich aan onderstaande afspraken over: a) programma en prioriteiten
b) inzet instrumenten
c) organisatie en samenwerking
d) uitvoeringsorganisatie
e) uitwerking programma en prioriteiten

a) Programma en prioriteiten


1. Partijen werken aan de realisatie van het Uitvoeringsprogramma Nieuwe Hollandse Waterlinie. Het realisatieperspectief van het Uitvoeringsprogramma is 2020. De uitvoering is in verschillende perioden opgedeeld. Voor komende jaren (2008 ­ 2011) hebben de partijen een realistisch en uitvoerbaar programma (bijlage 1). De uitvoerbaarheid van projecten was daarbij een belangrijk criterium voor de prioritering.


2. De enveloppecommissies hebben onder leiding van de provincies een programma opgesteld bestaande uit projecten die in de periode 2008 ­ 2011 gestart kunnen worden. Partijen zijn van mening dat dit qua financiering en uitvoering een realistische ambitie is. Dit programma (projectenlijst) is opgenomen in bijlage 1. Partijen spreken af:
o dat zij zich inspannen om de financiële dekking voor de projecten te realiseren. Voor de projecten na 2011 spannen partijen zich in om in komende periode financiële dekking te zoeken;
o dat volgens planning medio juni 2008 duidelijk is welke projecten in het uitwerkingstraject voor de Nota Ruimte worden opgenomen.


3. Binnen de uit te voeren projecten (bijlage 1) oormerken de partijen een aantal projecten die vanwege hun belang voor de gehele NHW met voorrang uitgevoerd worden.

Hierbij worden drie categorieën gehanteerd:

- Kansrijke gebiedsontwikkelingen;

- Cruciale verbindingen in het routenetwerk;
- Liniebrede projecten.

Kansrijke gebiedsontwikkelingen:
Rijnauwen - Vechten (verbinding stad Utrecht-landelijk gebied Vechten); Linieland (Eiland van Schalkwijk in relatie tot de kern Houten); Lingekwartier (met Diefdijkgebied);
Vechtstreek-Noord (onderdeel van Groene Uitweg); Munnikenland (Ruimte voor de Rivier en cultuurhistorie als drager van ruimtelijke kwaliteit);
hoofdweerstandlijn Land van Heusden en Altena (van Fort Steurgat via Fort Altena tot Woudrichem, mede in relatie tot het route-ontwerp A27 en Ruimte

Pact van Rijnauwen Pagina 8 van 15

voor de Rivier).

Cruciale verbindingen in het routenetwerk: fietsbrug bij Nigtevecht over het Amsterdam-Rijnkanaal; fietsbrug (na)bij de Plofsluis over het Amsterdam-Rijnkanaal; veerverbinding tussen de Forten Honswijk en Everdingen over de Lek.

Liniebrede projecten.
Conform het Uitvoeringsprogramma worden liniebrede projecten jaarlijks via het jaarplan van het projectbureau NHW door de Liniecommissie vastgesteld. Als voorbeeld gaat het hierbij om projecten met betrekking tot: fysieke projecten zoals het liniebrede routenetwerk; contracten en samenwerking zoals internationale samenwerking, kwaliteitsborging en kennisinfrastructuur; regelgeving zoals pilots planologische doorwerking en bescherming; informatie en culturele uitingen zoals een marketingcampagne en een jaarlijks Linie-evenement.

Een uitwerking van deze projecten is opgenomen in paragraaf II.e.

b) Inzet instrumenten en programma's

Om de geprioriteerde projecten te realiseren is optimale inzet van beschikbare instrumenten en programma's noodzakelijk. Het gaat om ruimtelijke opgaven die in samenhang worden gerealiseerd.
Partijen spreken hierover het volgende af:


1. De inzet van de diverse sectorale instrumenten en programma's wordt in het kader van de voorgestane integrale gebiedsontwikkeling op elkaar afgestemd. Elke houder van zo'n instrument of programma optimaliseert de mogelijkheden ervan om bij te dragen aan de NHW-doelen. Wanneer de inzet van het instrument ten gunste kan komen van realisatie van het Linieperspectief, krijgt dit als consequentie dat deze inzet wint aan prioriteit binnen de algemene afwegingskaders voor inzet van zo'n sectoraal instrument of programma.
Het gaat hierbij om een breed spectrum van zowel rijks- als provinciale instrumenten en programma's. Ter indicatie betreft dit: Ecologische Hoofdstructuur, Recreatie om de stad, Investering Stedelijke Vernieuwing, Bufferzones, Route-ontwerp, Infrastructurele inpassingen, Waterbeheer en in het bijzonder water als leidend principe, nationale en provinciale restauratiesubsidies, en benutting van educatie- en onderwijsprogramma's en van provinciale programma's voor recreatie en toerisme.


2. De inzet van deze instrumenten en programma's wordt eind 2008 verder geoperationaliseerd in een geactualiseerd uitvoeringsprogramma NHW. In dit uitvoeringsprogramma wordt conform het advies van het kwaliteitsteam NHW en de eerdere afspraak binnen de Liniecommissie de beweging van objectbenadering naar gebiedsontwikkeling gemaakt. Tevens bevat dit een actualisatie van de beoogde ontwikkelingsrichting voor de nog te ontwikkelen forten.

Pact van Rijnauwen Pagina 9 van 15


3. De principes van de NHW (weerstandslijn, open velden, verdichtingsgebieden en liniegezichten) vormen een leidraad voor het ruimtelijke beleid. Het gezamenlijke streven is om dit zo sterk mogelijk te verankeren. Het Rijk geeft aan hoe de nationale ruimtelijke belangen uit de Nota Ruimte zullen worden gewaarborgd als gevolg van de inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) op 1 juli 2008. Aanvullend op de bestaande communicatieve en financiële instrumenten zal nadrukkelijk ook worden ingegaan op het instrumentarium uit de nieuwe Wro (structuurvisie, AMvB, pro-actieve aanwijzing en inpassingsplan).
IPO, VNG en VROM voeren in het voorjaar van 2008 gezamenlijk een evaluatie uit van de uitvoering van het ruimtelijke beleid voor de Nationale Landschappen, waaronder de NHW. De resultaten van deze evaluatie worden bij het voorgaande betrokken. In het verlengde hiervan maakt de Liniecommissie een afspraak over de vraag of het opstellen van een gezamenlijke structuurvisie een nuttig instrument voor de NHW is en doet een uitspraak of in dat verband aanvullende bindende uitspraken wenselijk zijn.


4. De bescherming van de NHW wordt versterkt door toepassing van de Monumentenwet. De minister van OCW zal zorgen voor een adequate bescherming. Met een projectmatige aanpak zal worden gezorgd voor een aanvullende aanwijzing van clusters van objecten en een verfijning van de reeds aangewezen monumenten, om zo te komen tot een integrale bescherming van de NHW. Deze nationale bescherming vormt de basis voor een voordracht van de NHW voor de Werelderfgoedlijst van Unesco.


5. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat streeft naar een zorgvuldige inpassing van de hoofdwater- en weginfrastructuur in het Waterlinielandschap. In 2008 wordt een verkenning uitgevoerd naar de te treffen (water en droge infrastructurele) maatregelen. In de in de watervisie opgenomen "Watercanon" is de historie van "Nederland Waterland" vastgelegd. Instandhouding van de NHW als belangrijk historisch waterproject draagt bij aan het nationale waterbewustzijn en geeft de structurerende werking van water in de ruimtelijke ordening weer. Daarnaast worden in het kader van het beheer van weg en water maatregelen getroffen om de zichtbaarheid en beleefbaarheid van forten te vergroten.


6. Partijen spreken af dat een goed kennisloket NHW van blijvende essentiële waarde is. Dit loket wordt ondergebracht bij een daartoe goed toegeruste institutie, zodanig dat het voortbestaan en functioneren ervan meerjarig geborgd is. De vormgeving hiervan is eind 2008 uitgewerkt door de Liniecommissie.


7. Partijen zien in dit nationale project een potentieel aan innovaties op diverse terreinen. Indien nodig spannen zij zich in om beleidsmatig en financieel ruimte te maken om (een deel van) dit potentieel te benutten. Prioriteiten daarbij zijn: koppeling van waterbeheer aan de inrichting en exploitatie van het landelijk gebied;
inzet van kleinschalig particulier ondernemerschap ter exploitatie van het gebied en Linie-artefacten overeenkomstig het Linieperspectief; bestuurlijke innovaties gericht op effectievere en snellere uitvoering door overheden in samenwerking met marktpartijen.

Pact van Rijnauwen Pagina 10 van 15

c) Organisatie en samenwerking

Op basis van de evaluatie van het nationale project NHW (Lysias, juni 2007) en het naar aanleiding daarvan opstelde advies door de Liniecommissie maken partijen de volgende afspraken over de werkstructuur van de Liniecommissie en Enveloppecommissies:


1. Partijen voeren een beleid dat consistent is met het Linieperspectief en spreken elkaar daarop aan, in het bijzonder in de Linie- en Enveloppecommissie(s). In het geval van zwaarwegende andere belangen en beleidsdoelen die met het linieperspectief strijdig zijn, agendeert de betreffende partij dit in de Liniecommissie. Onverlet latend de bestaande bevoegdheden, willen partijen elkaar op deze wijze steunen in de gezamenlijke opgave het Linieperspectief te realiseren. Provincies zorgen ervoor dat dezelfde werkwijze gehanteerd wordt door de partijen in de Enveloppecommissies en aanverwante gebiedscommissies.


2. De Liniecommissie heeft een rol bij de allocatie van geldstromen door partijen. In alle gevallen is dat een adviserende rol. In het geval van de mogelijke allocatie van de middelen Nota Ruimte voor NHW-projecten is het Rijk bereid om binnen de omvang van de middelen die zij voor NHW beschikbaar wil stellen, voorstellen van de Liniecommissie over de allocatie van deze middelen over te nemen indien deze voldoen aan de vereisten zoals vastgelegd in de Nota Ruimte budgetbrief (juni 2007).


3. De Enveloppecommissies zorgen voor de daadwerkelijke uitvoering van de door hen gedefinieerde projecten, nadat de Liniecommissie deze met positief resultaat heeft getoetst aan het Linieperspectief en het NHW-uitvoeringsprogramma.


4. De financiering van liniebrede projecten wordt in de Liniecommissie voorbereid.


5. Om de uitvoering goed te kunnen organiseren en sturen voert iedere provincie een gezamenlijk afgestemd NHW-programmamanagement. Op basis hiervan is de Liniecommissie in staat het benodigde liniebrede programmamanagement te voeren.


6. De agendacommissie krijgt de rol van dagelijks bestuur NHW.

d) Uitvoeringsorganisatie

Het slagen van de uitvoering is sterk afhankelijk van de beschikbare menskracht en de organisatie hiervan. Partijen maken daarom over de uitvoeringsverantwoordelijkheid en financiering van proces- en uitvoeringskosten de volgende afspraken:


1. Uitgangspunt is dat provincies verantwoordelijk zijn voor de organisatie van de uitvoering. De Liniecommissie verkent welke mate van afstemming en ondersteuning hierbij over provinciegrenzen heen nodig is voor een optimale kwaliteit, efficiency en doelmatigheid van de uitvoering in het licht van de NHW-doelen;

Pact van Rijnauwen Pagina 11 van 15


2. De proceskosten worden verdeeld naar rato van het beschikbare programmageld per partij.


3. Het Rijk staat garant voor een passende financiering van het projectbureau NHW tot 2012. In 2011 beziet het Rijk of dit wordt voortgezet.

e) uitwerking programma en prioriteiten

Met betrekking tot de genoemde prioriteiten spreken partijen het volgende af: de genoemde gebiedsontwikkelingen hebben de komende vier jaar prioriteit in de realisatie van de NHW;
de Liniecommissie stelt in overleg met of op voordracht van de enveloppecommissies de gebiedsafbakening/scope van de projecten vast en draagt de Nota Ruimte projecten voor bij het Rijk; de rijksprocedure met betrekking tot de toekenning van de Nota Ruimte middelen is, voor zover van toepassing op de projecten, de leidraad voor de te nemen stappen;
(extra) financiële inzet vanuit de regio wordt gekoppeld aan de potentiële rijksbijdrage in deze projecten;
waar mogelijk wordt de inzet van marktpartijen en derden optimaal benut en wordt het proces zo ingericht dat er mogelijkheden voor Publiek Private Samenwerking ontstaan;
provincies nemen/houden het initiatief voor het maken van het uitvoeringsgerede plannen met de regionale partners en zorgen voor het benodigde projectmanagement;
de Liniecommissie draagt (via het projectbureau NHW) zorg voor de verbinding tussen de rijksprocedures en de uitwerking in de deelgebieden; per project zullen tussen de daarbij betrokken partijen nadere afspraken worden gemaakt, zodra de projectformulering verder is uitgewerkt.

Per project:

Rijnauwen-Vechten:
centraal staan de in de intentieovereenkomst "Fort bij Vechten" gemaakte afspraken tussen publieke partijen;
een belangrijk aspect is de verkeersontsluiting en de relatie van de overige verkeersstromen in het gebied;
publieke partijen maken op korte termijn een marktverkenning en hebben als doel een contract te sluiten met een marktpartij, die Fort bij Vechten ontwikkelt conform de gesloten intentieovereenkomst; in dit project wordt de fysieke relatie met de stad Utrecht en het buitengebied verbeterd, d.w.z. de relatie met forten zoals de Utrechtse Lunetten, Fort bij Vechten, Fort bij Rijnauwen en tussenliggend gebied en Fort het Hemeltje.

Linieland:
de provincie Utrecht komt samen met de gemeente Houten (als trekker van de enveloppe Linieland) in 2008 tot een intentie-overeenkomst met publieke partijen

Pact van Rijnauwen Pagina 12 van 15

(Rijk en provincie) over de beoogde gebiedsontwikkeling en een voorstel voor verdere uitwerking daarvan;
partijen signaleren een spanning tussen de gebiedsvisie Linieland zoals deze door de enveloppecommissie is opgesteld en de mogelijke woningbouwopgave na 2015 in het kader van de Noordvleugel Utrecht studies. Deze spanning belemmert de gewenste realisatie van de NHW-doelen. Partijen geven het Linieperspectief Panorama Krayenhoff, zoals verankerd in de Nota Ruimte, een fors gewicht in de uiteindelijke besluitvorming naar aanleiding van de Noordvleugel Utrecht studies; het ministerie van Defensie draagt de Forten Honswijk en Everdingen volgens planning in 2010 over aan LNV (onderdeel Project Ontwikkeling Militaire Terreinen, PrOMT) waarna LNV de objecten beschikbaar stelt voor realisatie van de NHW-ambities;
de bestemming van de forten wordt bepaald door besluitvorming in de enveloppecommissie Linieland en na goedkeuring door de Liniecommissie; de marktpotenties die passen bij de beoogde bestemming worden optimaal benut.

Lingekwartier/Diefdijk:
centraal staat de realisatie van de ambities op de forten Asperen (Kunsteiland) en Nieuwe Steeg (Geofort). Beide forten worden als eerste ondernemersrijp gemaakt in combinatie met de hierbij horende landschappelijk-recreatieve inrichting en ontsluiting van het gebied;
het potentieel landschapsversterkende bouwen in het gebied is geen vertrekpunt voor het slagen van het project maar kan later worden ingevoegd; een koppeling wordt gemaakt met de versterking van de Diefdijk. Het Rijk en de provincies Gelderland en Zuid-Holland hebben de ambitie om de versterking van deze dijk aan te grijpen voor versterking van het Linieperspectief en er daarmee een integraal project van te maken, waarin een cultuurhistorisch verantwoorde dijkversterking de eerste stap is. De volgende stappen zijn transformatie van de ontsluiting van de aanliggende bedrijvigheid, het opwaarderen van de recreatieve waarde van de dijk en Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en landschapsinvesteringen ten zuidoosten met eventueel (lint)woningbouw ten noordwesten van de dijk, binnen het migratiesaldo nul van het Groene Hart.

Vechtstreek Noord en Zuid:
de realisatie van (vlakdekkende) inrichting in de Vechtstreek wordt waar mogelijk gekoppeld aan de realisatie van de Groene Ruggengraat (Robuuste Ecologische Verbindingszone, onderdeel EHS). Het Rijk stelt de beoogde middelen voor NHW in het kader van "Groene Uitweg" ter beschikking (Noordvleugelbrief kabinet aan Tweede Kamer, juli 2006). De provincies Utrecht en Noord-Holland en het ministerie van LNV zorgen hierbij dat de realisatie van de Groene Ruggengraat in het NHW-gebied zodanig vorm krijgt dat hiermee de open velden in de Vechtstreek duurzaam worden ingericht en onderhouden.

als "tegenhanger" van de ecologische inrichting van de Groene Ruggengraat spant de provincie Utrecht zich in om door middel van het agrarisch landschapsbeheer de open velden in de Vechtstreek-Zuid te behouden. De provincie onderzoekt de mogelijkheid van het instellen van een landschapsbeheerfonds voor het gebied.

Pact van Rijnauwen Pagina 13 van 15

Munnikenland:
doel is een gezamenlijke gebiedsontwikkeling: water en Waterlinie als ontwerpelementen voor veiligheid en ruimtelijke/cultuurhistorische kwaliteit (ontwerpalliantie Ruimte voor de Rivier en NHW); centraal vanuit de NHW staan de versterking van de toeristisch-recreatieve ambities op regionaal niveau en herstel en reconstructie van objecten, lijnelementen en vlakdekkende elementen in het gebied in en rond Munnikenland. Dat betekent consolidatie en herstel van de batterijen, veiligstellen van het voormalig inundatiestelsel inclusief het Brakelse gemaal, reconstructie van de verdedigingslijn/Nieuwendijk, accentueren van de zichtlijnen, aanleg van de buitenring van slot Loevestein, introductie van een inundatievlak, markering van de schootsvelden en herinrichting van het inundatielandschap; het veiligstellen van archeologische gebiedswaarden maakt nadrukkelijk onderdeel uit van het plan.

Hoofdweerstandslijn Land van Heusden en Altena
de inrichting van een recreatief knooppunt Altena/Bakkerskil; ontwikkeling naar een vlakdekkende inrichting, waaronder nieuwe landgoederen, inrichting Robuuste Ecologische Verbindingszone (REVZ) en toepassing deelproject `versteende ridders';
Fort Altena ontwikkelen als parel van routeontwerp A27; aansluiting bij het project `Waalweelde' (oa met de verwijdering van het buitendijkse bedrijventerrein Woudrichem) en bij drie belangrijke deelprojecten van Ruimte voor de Rivier: de Noordwaard, Gorinchem en Munnikenland ; inrichting van de recreatieve route van Biesbosch en Noordwaard tot Woudrichem (wandel-, fiets- en kanoroute), inclusief pleisterplekken; het veiligstellen van archeologische en overige cultuurhistorische gebiedswaarden maakt nadrukkelijk onderdeel uit van het plan.

Cruciale verbindingen in routes
Voor de drie cruciale routeverbindingen wordt het volgende afgesproken: het Rijk verkent via het Gemeenschappelijk Ontwikkelingsbedrijf (GOB) de inzet bij het realiseren van de gewenste Liniebrede routestructuur en de cruciale punten hierin;
de verbindingen hebben als ontwerpeis dat ze de beleving en herkenbaarheid van de Waterlinie versterken;
de provincie Noord-Holland neemt het initiatief voor de realisatie van de fietsbrug over het Amsterdam-Rijnkanaal bij Nigtevecht in het kader van de Groene Uitweg. Daartoe zal de provincie Noord-Holland samen met de provincie Utrecht, Rijkswaterstaat, gemeenten Amsterdam, Abcoude en Loenen een intentieverklaring voorbereiden. Na gezamenlijke accordering van deze intentieverklaring spant de provincie Utrecht zich in om een financiële dekking voor haar aandeel in de investering in de brug te vinden. Vervolgens neemt de provincie Utrecht het initiatief over en zal zij op basis van de eerdergenoemde intentieverklaring de realisatie van de fietsbrug ter hand nemen; de provincie Utrecht neemt samen met de gemeenten Nieuwegein, Houten en Rijkswaterstaat de realisatie van de brug (na-)bij de Plofsluis ter hand;

Pact van Rijnauwen Pagina 14 van 15

de provincie Utrecht neemt samen met de gemeenten Houten, Vianen en Culemborg de realisatie van de veerverbinding Honswijk­Everdingen ter hand.

Bijlage 1 Projectlijst horend bij Pact van Rijnauwen In deze bijlage is een aantal projecten opgenomen met daarin een PM-post. De uitvoering van deze projecten wordt wel voorzien in de periode 2008-2011. Het betreffende project wordt vanuit een ander kader gefinancierd, of de financiële raming is nog niet van voldoende kwaliteit om reeds op te nemen. Zodra dit het geval is zullen de betrokken partijen concrete afspraken maken over de invulling van de PM-post.

Pact van Rijnauwen Pagina 15 van 15


---- --