maandag, maart 24, 2008
Leefbaar Rotterdam: Lokaal mediabeleid; aparte burgers of stadsburgers?
Afgelopen woensdag besprak de raadscommissie JOC de
nota Lokale Media en Stadsburgerschap. Volgens wethouder Kaya was het
uitgangspunt om tot een kaderstellend stuk voor toekomstig mediabeleid
te komen. Volgens Leefbaar Rotterdam slechts een stuk om de
migrantenomroepen overeind te houden.
Raadslid Anton Molenaar hekelde het onderliggende uitgangspunt van de
nota: Het plan is een reactie op het feit dat er een paar
migrantenomroepen omvielen. Dat is een verkeerd startpunt. Waar het
omgaat is een algemene visie op lokaal media beleid. Door dit
gekleurde startpunt is deze nota weer doordrenkt van ouderwetse
maatschappelijke multi-cul. Feit is dat de behoefte aan
migrantenomroepen er gewoon niet meer is. Als er 30.000 mensen af en
toe kijken, betekent dat dus dat er 270.000 niet kijken. Ook de
voorzitter van de migrantenomroepen, Brahim Bourzik, weersprak dit
gegeven niet. Hij vond het juist een van de verworvenheden van de
omroepen. Volgens Molenaar bevestigde hij hiermee zijn gezond
zelfopheffend vermogen, chapeau!
Molenaar opperde met gezonde tegenzin over 020 - om hier toch het
Amsterdamse voorbeeld te volgen. Daar wordt het mediabeleid, en de
bijbehorende subsidies om de participatie van minderheden te vergroten
niet versnipperd gekoppeld aan de verschillende migrantenomroepen,
zoals Kaya voorstelt, maar aan sociale, economische en fysieke
portefeuilles. Subsidies worden dan verbonden aan de functies die de
media voor de stad kan vervullen. Kunst en cultuur,
talentontwikkeling, de kennissector, de creatieve economie en de
infrastructuur voor bedrijvigheid krijgen speciale aandacht binnen dit
functiemodel.
Kaya ging echter niet mee met het idee van Molenaar en stelde zelfs
dat we migrantenomroepen gewoon als Rotterdamse omroepen moesten zien,
die uitzenden voor Rotterdammers. Maar vervolgens mag er wel weer in
eigen taal uitgezonden worden, in plaats van alle programmas gewoon in
het Nederlands. Gaat het nu om aparte burgers, of om stadsburgers?,
sneerde Molenaar richting de wethouder.