Vlaamse Overheid
eindtermen en ontwikkelingsdoelen
Leraren basisonderwijs tevreden over eindtermen en ontwikkelingsdoelen
Frank Vandenbroucke vice-minister-president van de Vlaamse Regering en
Vlaams minister van Werk, Onderwijs en Vorming
vrijdag 21 maart 2008
Leraren basisonderwijs vinden de eindtermen en ontwikkelingsdoelen
duidelijk, haalbaar, realistisch en vrij gemakkelijk om te evalueren.
Een volledige herziening van de eindtermen en ontwikkelingsdoelen
vinden ze zeker niet nodig. Vooral voor de eindtermen taalbeschouwing
(Nederlands), technologie en muzische vorming vragen de leraren wel
aanpassingen. Dat blijkt uit een wetenschappelijk onderzoek in
opdracht van minister Frank Vandenbroucke bij meer dan 2300 leraren en
directies uit 222 scholen van het gewoon basisonderwijs. Via een
uitgebreide internetbevraging werd gepeild naar het gebruik en de
waardering van de eindtermen en ontwikkelingsdoelen in het kleuter- en
lager onderwijs.
De eindtermen en ontwikkelingsdoelen werden tien jaar geleden door het
Vlaams Parlement goedgekeurd. Tijd dus om na te gaan of deze
minimumdoelen voor het onderwijs effectief gebruikt worden of ze
haalbaar zijn en of ze eventueel aan herziening toe zijn. Naast de
schooldoorlichtingen van de onderwijsinspectie, laat minister
Vandenbroucke jaarlijks twee peilingen afnemen die in kaart brengen in
welke mate leerlingen de eindtermen bereiken. Dit nieuwe onderzoek
vult het plaatje verder aan.
Als leraren gevraagd wordt of ze een goede kennis hebben van de
eindtermen en ontwikkelingsdoelen, vindt een aanzienlijk aantal van
zichzelf dat ze die niet goed kennen. Kleuteronderwijzers (68%) zijn
er beter van op de hoogte dan leraren in het lager onderwijs (40%). Op
het eerste zicht lijkt dit verwonderlijk, maar veel leraren realiseren
de eindtermen eerder via de leerplannen waarin de eindtermen verwerkt
zijn of via hun handboek dat op de eindtermen en
leerplandoelstellingen gebaseerd is. Met de eindtermen zélf zijn ze
soms minder vertrouwd.
In het verdere onderzoek kregen leraren afzonderlijke eindtermen of
ontwikkelingsdoelen per leergebied voorgeschoteld. Hieruit blijkt dat
leraren globaal tevreden zijn over de eindtermen en
ontwikkelingsdoelen. Er zijn er niet te veel, ze sluiten aan bij de
interesses van de kinderen, ze zijn duidelijk geformuleerd en ze zijn
haalbaar. Kleuteronderwijzers zijn iets meer tevreden dan hun
collega's van het basisonderwijs. Drie kwart van de
kleuteronderwijzers grijpt dan ook naar de ontwikkelingsdoelen bij de
voorbereiding van hun lessen en bij het uittekenen van hun zorgbeleid.
Onderwijzers in het lager onderwijs (72%) baseren zich daarvoor meer
op de schoolboeken en het leerplan. Zolang de inhoud van schoolboeken
mooi aansluit op de eindtermen en ontwikkelingsdoelen is dat geen
probleem. Daarom sloot minister Vandenbroucke eind vorig jaar een
protocol met GEWU, een groep educatieve en wetenschappelijke
uitgevers, om aandacht te vragen voor deze aansluiting.
Uit het onderzoek blijkt verder dat leraren in het basisonderwijs
vinden dat attitudes zeker thuishoren in de eindtermen en
ontwikkelingsdoelen. Leraren nemen geen scherpe stellingen in m.b.t.
het debat kennis en vaardigheden. Zij lijken dus te kiezen voor de
synthese. Beide zijn belangrijk.
Op basis van de doorlichtingen, peilingen en ander wetenschappelijk
onderzoek worden momenteel de eindtermen taalbeschouwing (Nederlands)
en technologie herzien. Daarnaast laat minister Vandenbroucke ook de
samenhang tussen de eindtermen Frans in het basis- en secundair
onderwijs bekijken. Dat moet er voor zorgen dat nog meer kinderen op
het einde van het zesde leerjaar goed voorbereid de overstap maken
naar de secundaire school.
De uitgebreide resultaten van het onderzoek kunt u raadplegen op
www.ond.vlaanderen.be/obpwo
Het aprilnummer van het onderwijstijdschrift Klasse besteedt ruime
aandacht aan dit onderzoek.
Voor meer persinformatie kunt u terecht bij:
Leen Muys, persmedewerker kabinet Vandenbroucke (Onderwijs)
Tel: 02 552 68 50
GSM: 0479 42 44 23
Email: persdienst.vandenbroucke@vlaanderen.be