kamerstuk.
Kamerbrief over de Nederlandse deelname aan de EVDB-missie in Kosovo, EULEX Kosovo (http://www.minbuza.nl:80/nl/actueel/brievenparlement,2008/03/Kamerbrief-over-de-Nederlandse-deelname-aan-de-EVD.html) 20-03-2008 |
Samenvatting:
Conform de afspraken in de notitie 'Inzet Nederlandse politie en Koninklijke
marechaussee bij internationale civiele politie-operaties' (brief aan de Tweede
Kamer 27 476, nr 1, d.d. 27 oktober 2000), informeren wij u hierbij over de
Nederlandse deelname aan de EVDB-missie in Kosovo, EULEX Kosovo.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De minister van Defensie,
E. van Middelkoop
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Mw. dr. G. ter Horst
De minister van Justitie,
Dr. E.M.H. Hirsch Ballin
Op 16 februari besloot de Raad van de Europese Unie tot de ontplooiing van de
EVDB-missie in Kosovo, EULEX Kosovo. De regering acht een Nederlandse bijdrage
aan deze missie mogelijk en wenselijk. Nederland ambieert een bijdrage van 40
tot 60 functionarissen aan de missie. Het heeft, onder voorbehoud van politieke
goedkeuring, totaal 68 kandidaten voorgedragen, waarvan 23 zijn aangenomen. Het
gaat hierbij om twaalf marechaussees, één burgermedewerker van Defensie, zes
civiele politiefunctionarissen en vier justitiële experts.
Nederland overweegt eveneens, naast bovengenoemde bijdrage, om samen met
Frankrijk een geïntegreerde politie-eenheid (totale omvang 120 personen) bij te
dragen. Deze bijdrage is mede afhankelijk van lopende gesprekken met Frankrijk.
Nederland zal hieraan maximaal 60 marechaussees bijdragen.
De totale Nederlandse bijdrage aan EULEX Kosovo zal in ieder geval niet boven
de 120 personen uitkomen.
Hieronder wordt uw Kamer geïnformeerd over de politieke context, de grondslag
voor de Nederlandse deelname en de opzet van deze missie. Uw Kamer is reeds op
de hoogte gesteld van de beoogde Nederlandse deelname aan de missie in de
kamerbrieven van 7 en 11 mei 2007, inzake de geannoteerde agenda RAZEB van 14/15
mei 2007 en het daarop volgend schriftelijk overleg. (Uw kenmerk Kamerstuk 2150
1-02, nr. 751 en 752, 4 en 15 mei 2007).
Hoewel dit een civiele missie betreft, worden in deze informatievoorziening
alle relevante elementen uit het Toetsingskader 2001 behandeld.
Grondslag Nederlandse deelname en politieke context
Politieke context
De internationale gemeenschap heeft Servië en Kosovo tot het uiterste
ondersteund bij het vinden van een oplossing voor de statuskwestie van Kosovo.
VN-gezant Martti Ahtisaari heeft een voorstel voor de statusoplossing van Kosovo
gedaan, maar daarover is in de VN-Veiligheidsraad geen overeenstemming bereikt.
De onderhandelingen zijn daarop voortgezet door de Trojka van de Contactgroep.
Eind november 2007 heeft deze Trojka aangegeven dat de onderhandelingen tussen
de partijen geen akkoord hebben opgeleverd. De Trojka heeft vervolgens een
rapport aangeboden aan de Secretaris-generaal van de Verenigde Naties (SGVN). De
VN-Veiligheidsraad heeft op 19 december 2007 en op 16 januari 2008 gesproken
over de conclusies van dit rapport en het meest recente rapport van de SGVN over
UNMIK. Tijdens deze besprekingen kon de Veiligheidsraad geen overeenstemming
bereiken over een nieuwe resolutie ten aanzien van Kosovo.
Kosovo heeft vervolgens, in het licht van de voortdurende impasse in de
onderhandelingen tussen de partijen en in de Veiligheidsraad, op 17 februari de
onafhankelijkheid uit geroepen. Een groot aantal landen, waaronder de VS, het
VK, Duitsland, Frankrijk, Italië, Australië en Turkije heeft Kosovo inmiddels
erkend. Op 4 maart heeft Nederland bekend gemaakt eveneens tot erkenning over te
gaan.
Rechtsgrondslag en mandaat missie
Europese besluitvorming
De Europese Raad heeft afgelopen december te kennen gegeven dat de EU een
toenemende verantwoordelijkheid wacht voor de kwestie Kosovo, niet alleen
vanwege het Europese belang stabiliteit in de regio te bevorderen en geweld te
voorkomen, maar ook gezien het Europees perspectief voor de landen in de regio.
In dat licht heeft de Europese Unie de bereidheid geuit een civiele missie te
ontplooien op het gebied van opbouw van de politie, het justitie-apparaat en de
grensbewaking.
Op 4 februari ging de Raad akkoord met het Gemeenschappelijk Optreden voor de
missie. Op 16 februari stemde de Raad in met het Operationeel Plan voor de
missie. De Raad nam daarmee het besluit EULEX Kosovo te ontplooien.
De Nederlandse regering onderschrijft de rol van de EU in de ondersteuning
van de ontwikkeling van de rechtsstaat in Kosovo. Een duurzame oplossing voor
Kosovo zal bijdragen aan de stabiliteit op de Balkan, een van de prioriteiten in
het Nederlands buitenlands beleid. Daarnaast is een versterkte Kosovaarse
rechtsstaat een voorwaarde voor het bestrijden van grensoverschrijdende misdaad,
illegale migratie en andere zaken waarmee de EU te kampen heeft. Om deze redenen
acht de Nederlandse regering het wenselijk een bijdrage te leveren aan EULEX
Kosovo.
VNVR-Resolutie 1244
De missie ontleent, zoals ook gesteld in het Gemeenschappelijk Optreden, haar
rechtsgrondslag en mandaat aan de VN-Veiligheidsraad resolutie 1244 (aangenomen
op 10 juni 1999 en hierna resolutie 1244 genoemd).
Paragraaf 19 van deze resolutie stelt dat de Veiligheidsraad:
"Decides that the international civil and security presences are
established for an initial period of 12 months, to continue thereafter unless
the Security Council decides otherwise".
De resolutie is met deze bepaling van kracht voor onbepaalde tijd, totdat de
Veiligheidsraad anders besluit. Dat Kosovo zich nu tot onafhankelijke staat
heeft uitgeroepen doet aan deze bepaling niet af. Resolutie 1244 machtigt de
SGVN om een civiele presentie op te zetten en laat open welke internationale
organisaties daar invulling aan geven. Tot dusverre heeft de VN deze taak op
zich genomen door de United Nations Mission In Kosovo (UNMIK) te ontplooien.
UNMIK is indertijd echter opgezet als een substitutiemissie (voert taken uit
voor Kosovaarse autoriteiten) en is in mindere mate gericht op ondersteuning,
monitoring en advisering. In de nieuwe realiteit die de
onafhankelijkheidsverklaring met zich meebrengt, is het wenselijk dat een andere
en nieuwe missie de Kosovaren ondersteunt bij de opbouw van een rechtsstaat. De
EU neemt nu haar verantwoordelijkheid en heeft zich bereid verklaard tot inzet
van een EVDB-missie. De afgelopen maanden is uit zijn handelen en uit zijn
woorden gebleken dat de SGVN impliciet medewerking verleent aan de ontplooiing
van EULEX Kosovo.
Zo stelt de SGVN in zijn rapport (3 januari 2008) over de activiteiten van
UNMIK in de maand december 2007:
"The United Nations, with the support of the relevant international
organizations, is committed to assisting Kosovo in the path towards sustainable
stability. In this regard, the
readiness of the European Union to play an enhanced role in Kosovo, as reflected
in the conclusions of the European Council on 14 December. The European Union's
growing institutional commitment to Kosovo is important, as is its continuing
provision of a European perspective to Kosovo."
Op 18 februari heeft de SGVN een brief van HV Solana ontvangen, waarin deze
hem informeert over de beslissing van de Raad om EULEX Kosovo te ontplooien. De
SGVN zei daarover het volgende:
'Today, I have received a letter from Javier Solana, the European Union'
s High Representative for CFSP, informing me of the decision by the European
Union to deploy a rule of law mission within the framework provided by
resolution 1244.
It is my intention to act in an effective, realistic and concrete manner.
In doing so, pending Security Council guidance, I might have to adjust to
developments and changes on the ground. '
Humanitaire overweging
Tot slot acht de regering deelname aan EULEX Kosovo niet alleen wenselijk met
het oog op behoud van stabiliteit op de Balkan, maar ook ter voorkoming van
humanitair leed.
Nederland heeft zich, in dat licht, er voor ingezet dat de volgende paragraaf
in het Gemeenschappelijk Optreden is opgenomen:
'There is a need to prevent, on humanitarian grounds, possible outbreaks
of violence, acts of persecution and intimidation in Kosovo, taking account, as
appropriate, of the responsibility towards populations as referred to in
Resolution 1674 by the United Nations Security Council on 28 April 2006.'
Doelstelling en opzet van de missie
Een goed functionerende rechtsstaat is van groot belang voor het
bereiken van duurzame stabiliteit in Kosovo. De afgelopen jaren is veel werk
verzet. Een analyse van de huidige stand van de rechtsstaat maakt echter ook
duidelijk dat nog de nodige stappen moeten worden gezet. De Kosovaarse politie
(KPS) is onder leiding van UNMIK getraind en heeft inmiddels de
verantwoordelijkheid van UNMIK deels overgedragen gekregen. De politie kampt
(nog altijd) met corruptie en incompetentie. Executieve taken zoals bestrijding
van georganiseerde misdaad, oorlogsmisdaden en financiële misdaad en uitoefening
van enkele speciale politietaken als achtervang bij rellenbestrijding en
getuigenbescherming worden momenteel niet door de KPS, maar door UNMIK
uitgevoerd. Veel van deze taken worden aan de KPS overgedragen. Een deel zal na
de transitieperiode van 120 dagen, waarin EULEX Kosovo wordt opgebouwd, onder de
verantwoordelijkheid van deze missie vallen.
De justitiesector is zwak. Rechters en officieren van justitie zijn of jong
en onervaren, dan wel bijna pensioengerechtigd. De procedure die ten grondslag
lag aan de selectie van de huidige rechterlijke macht liet te wensen over. De
zittende magistraten worden op korte termijn doorgelicht en eventueel
herbenoemd. De rechterlijke macht heeft een achterstand van 130.000 zaken. De
penitentiaire instellingen hebben te kampen met verouderde systemen en
onvoldoende opgeleid personeel.
EULEX Kosovo heeft tot doel een bijdrage te leveren aan de bestendiging van
regionale vrede, veiligheid en stabiliteit en aan de ontwikkeling van duurzame,
democratische lokale instellingen. De missie zal de Kosovaarse autoriteiten, het
justitiële systeem en de rechtshandhavingsinstellingen bijstaan hun taken op
verantwoorde wijze uit te oefenen en in de ontwikkeling van een multi-etnisch
onafhankelijk justitie- en politieapparaat en een douanedienst. Deze
instellingen moeten vrij van politieke bemoeienis zijn en voldoen aan
internationale standaarden en Europese 'best practises'. De missie zal in nauwe
samenwerking met de Europese Commissie haar mandaat implementeren door te
monitoren, te adviseren en als mentor op te treden, terwijl de missie daarnaast
als gemeld enkele executieve en corrigerende bevoegdheden zal hebben.
Met de onafhankelijkheid draagt UNMIK een groot deel van de
verantwoordelijkheden over aan de Kosovaarse autoriteiten, voor zover zij dat
nog niet had gedaan. Een deel van de taken op adviserend gebied en enkele taken
op eerder genoemd executief gebied worden aan EULEX overgedragen.
EULEX Kosovo komt onder leiding te staan van een Hoofd van de Missie, de
Fransman Yves de Kermabon, en bestaat uit vier pijlers: politie, justitie,
douane en missie-ondersteuning. De missie zal ongeveer 2000 internationale
medewerkers tellen, inclusief vier politie-eenheden. Mogelijk zal de missie met
twee extra politie-eenheden voor Noord-Kosovo worden uitgebreid, die voor
reguliere politie-taken en rellenbestrijding kunnen worden ingezet.
De missie zal een deel van de uitgezonden functionarissen voor hun mentortaak
plaatsen bij de Kosovaarse instellingen zoals gerechtshoven, openbaar
ministerie, politiekorpsen, penitentiaire inrichtingen, het ministerie van
Binnenlandse Zaken en het ministerie van Justitie. Anderen zullen vanuit het
hoofdkwartier van EULEX Kosovo werken.
Operationele aspecten
Het hoofd van EULEX Kosovo rapporteert aan de Civiele Operatie Commandant in
Brussel. Deze rapporteert aan Hoge Vertegenwoordiger/SG Solana. Het Politieke en
Veiligheids Comité (PSC) oefent politieke en strategische controle uit over deze
missie. Daarnaast zal de EU Speciaal Vertegenwoordiger (EUSV), de Nederlander
Pieter Feith, de mogelijkheid hebben om politieke aanwijzingen te geven aan het
hoofd van EULEX Kosovo. Deze rapporteert eveneens aan Hoge Vertegenwoordiger/SG
Solana.
De EUSV is tevens benoemd als International Civilian Representative (ICR).
Hij zal met een kantoor van ongeveer 200 internationale staf (International
Civilian Office- ICO) toezien op de implementatie van de grondwet en het
Ahtisaariplan.
De betrokken ministers (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Defensie,
Justitie en Financiën) behouden het arbeidsrechtelijke gezag over het
Nederlandse uitgezonden personeel.
KFOR en andere internationale organisaties
Ook de NAVO-geleide troepenmacht KFOR ontleent haar mandaat aan Resolutie 1244.
KFOR draagt de verantwoordelijk voor de algehele veiligheid in Kosovo. KFOR telt
een omvang van ongeveer 16.000 militairen. Nederland neemt met vier
staffunctionarissen deel aan KFOR.
KFOR's verantwoordelijkheid voor het creëren van een veilige omgeving is van
groot belang in deze kwetsbare periode na de onafhankelijkheidsverklaring. KFOR
heeft zich goed op de verschillende scenario's voorbereid.
Goede samenwerking in het veld is cruciaal voor het succes van EULEX Kosovo.
Nederland heeft binnen de EU herhaalde malen gewezen op het belang van goed
overleg met KFOR en andere internationale organisaties als de OVSE bij de opzet
en uitvoering van deze missie.
Tussen EULEX Kosovo en KFOR worden afspraken gemaakt op het gebied van
rellenbestrijding, inlichtingenuitwisseling, grensbewaking en evacuatie.
Status van deelnemend personeel
Het personeel van EULEX Kosovo zal dezelfde status toegekend krijgen, inclusief
de privileges, immuniteiten en verdere garanties, als het UNMIK- personeel
(UNMIK resolutie no 2000/47). Daartoe zal een Status Of Mission Agreement worden
gesloten, bij voorkeur met de Kosovaarse autoriteiten, mogelijk met de VN of de
ICO. Het Gemeenschappelijk Optreden laat ruimte voor de verschillende opties.
Het personeel van EULEX Kosovo beschikt niet over volledige maar slechts over
functionele immuniteit. De betrokken ministers achten dit regime toereikend,
omdat in alle gevallen persoonlijke arrestatie en gevangenhouding zijn
uitgesloten.
Geweldgebruik
Een deel van de Nederlandse marechaussees wordt ingezet voor executieve taken
zoals grenspolitietaken, getuigenbescherming en bestrijding van georganiseerde
misdaad. De Use of Force Policy die is vastgesteld voor het personeel
van EULEX Kosovo schrijft voor dat dit personeel bewapend moet kunnen optreden.
Het andere deel van de marechaussees wordt ingezet voor niet-executieve taken
(monitoren, adviseren en als mentor optreden). De Head of Mission kan echter
besluiten om hen in te zetten voor executieve taken. Daarom zullen alle
Nederlandse marechaussees gewapend worden uitgezonden. Op basis van de Use
of Force Policy zal een Nederlandstalige instructiekaart geweldsgebruik
worden vastgesteld.
Veiligheidssituatie en risico-analyse
Reactie onafhankelijkheidsverklaring
De Kosovaarse onafhankelijkheidsverklaring heeft in Servië tot onlusten geleid
gericht tegen de internationale gemeenschap. Daarnaast zijn in Noord-Kosovo
enkele grensovergangen door Servische milities aangevallen, worden demonstraties
gehouden en is recent het gerechtsgebouw in Mitrovica bestormd door
Kosovo-Serviërs. Ook is er uit deze hoek sprake van provocaties en incidenten,
vooral gericht tegen de internationale gemeenschap. Naar verwachting zal dit de
komende tijd niet veranderen. Tot nu toe hebben de KPS, UNMIK en KFOR adequaat
kunnen optreden en hebben zich geen verrassingen voorgedaan.
De Servische regering heeft Kosovaarse Serviërs opgeroepen in Kosovo te
blijven. Ook heeft Belgrado enkele beperkte diplomatieke maatregelen getroffen
jegens landen die Kosovo hebben erkend (o.a. terugroepen van ambassadeurs voor
overleg). Daarnaast is kort na de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo door
Belgrado een actieplan in werking gesteld als reactie op deze stap van Pristina.
Dit plan is gebaseerd op een Servisch regeringsbesluit waarin een unilaterale
onafhankelijkheidsverklaring van Pristina nietig wordt verklaard en de
bereidheid wordt geuit om de Servische grondwet en wetgeving alsmede het
volledig rechtssysteem van Servië ten uitvoer te leggen in Kosovo.
Gewelddadigheden op grote schaal doen zich in Kosovo echter niet voor.
Evenmin is sprake van grootscheepse maatregelen, zoals afsluiting van gas en
elektriciteit of een economische boycot. Daarnaast heeft Servië aangegeven dat
het de voortzetting van de OVSE-missie in Kosovo, zij het in andere vorm,
wenselijk vindt.
Verwacht wordt dat het in de overige delen van Kosovo (voornamelijk etnisch
Albanees) rustig zal blijven. De Kosovaarse autoriteiten hebben zich
verantwoordelijk opgesteld en goed gereageerd op Servische provocaties. De
getroffen maatregelen zullen de stabiliteit in Kosovo echter wel beïnvloeden,
vooral door de beperkte mate waarin Pristina gezag kan uitoefenen in
Noord-Kosovo. Daar lijkt een versterkte parallelle structuur te ontstaan,
explicieter dan voorheen gefinancierd door Belgrado. Enkele Servische
overheidsfunctionarissen, waaronder enkele politiefunctionarissen in KPS, hebben
zich teruggetrokken uit de Kosovaarse structuren. Een mogelijk gevolg hiervan
zal zijn, dat in de etnisch-Servische meerderheidsgebieden geen
veiligheidsstructuur meer zal zijn waar UNMIK dan wel Pristina vat op heeft. Als
dit inderdaad gebeurt, zullen de politietaken in de eerste instantie door UNMIK
en later, na overdracht van de autoriteit, door EULEX Kosovo moeten worden
overgenomen in nauwe samenwerking met KFOR.
Situatie Kosovo algemeen
Kosovo kent een hoge mate van corruptie (ook binnen de KPS) en
grensoverschrijdende georganiseerde misdaad. Vertegenwoordigers van de
Internationale Gemeenschap kunnen onbedoeld slachtoffer worden van
gewelddadigheden met een crimineel motief. Daarnaast zullen de door EULEX Kosovo
te ontplooien activiteiten op het gebied van bestrijding van georganiseerde
criminaliteit niet alleen op weerstand stuiten van de misdadige organisaties,
maar ook van de aan die organisaties gelieerde politieke elite. Voor
functionarissen van EULEX Kosovo die met deze taken worden belast, voorziet de
missie in speciale beveiligingsmaatregelen.
Veiligheid missieleden
Voor de missie is een 'Mission Security Plan' opgesteld, dat aansluit op het
bestaande plan van UNMIK. Het 'Mission Security Plan' wordt ondersteund door
KFOR en specificeert de verantwoordelijkheden op gebied van veiligheid en
beveiliging van al het werkzame personeel.
EULEX Kosovo krijgt een eigen medische component (level 1 en level 2).
Daarnaast zal een overeenkomst worden gesloten met KFOR over het gebruik van
KFOR-faciliteiten.
Op grond van het dreigingsniveau en voorziene maatregelen worden de risico's
van deelname aan EULEX Kosovo door de betrokken ministeries aanvaardbaar geac
ht.
Karakter en omvang van de Nederlandse bijdrage
Nederland ambieert een bijdrage van 40 tot 60 functionarissen aan de missie. Het
heeft, onder voorbehoud van politieke goedkeuring, totaal 68 kandidaten
voorgedragen, waarvan uiteindelijk 23 zijn aangenomen. Het gaat hierbij om
twaalf KMAR, één burgermedewerker van Defensie, zes civiele
politiefunctionarissen en vier justitiële experts.
De uitgezonden civiele politiefunctionarissen zullen geen executieve taken in
de missie verrichten.
Nederland overweegt eveneens, naast bovengenoemde bijdrage, om samen met
Frankrijk een geïntegreerde politie-eenheid (totale omvang 120 personen) bij te
dragen. Deze bijdrage is mede afhankelijk van lopende gesprekken met Frankrijk.
Nederland zal hieraan maximaal 60 marechaussees bijdragen.
De totale Nederlandse bijdrage aan EULEX Kosovo zal in ieder geval niet boven
de 120 personen uitkomen.
Bijdragen andere landen
Vrijwel alle lidstaten leveren een bijdrage aan EULEX Kosovo. Duitsland, Italië
, Zweden en het VK leveren het grootste aandeel. Ook derde landen als VS, Kroati
ë, Noorwegen en Zwitserland nemen aan de missie deel.
Duur van de missie
Nu het officiële besluit tot ontplooiing van de missie is genomen, is op 16
februari de transitieperiode van 120 dagen ingegaan. In deze periode wordt EULEX
Kosovo opgebouwd. Na 120 dagen is op genoemde terreinen de overdracht van
autoriteit van UNMIK aan EULEX Kosovo voorzien.
EULEX Kosovo zal in beginsel een duur hebben van twee jaar, gerekend vanaf 16
februari 2008. De voortgang en het functioneren van de missie zal halfjaarlijks
door de EU worden geëvalueerd.
Financiële aspecten
Het grootste deel van de kosten van de missie, inclusief 'per diems' voor de
deelnemende functionarissen, wordt gedragen door de EU. Nederland betaalt de
salariskosten en de additionele uitgaven die niet door de EU worden gedragen.
De additionele uitgaven die gemoeid zijn met de bijdrage van Defensie, zullen
afhankelijk van de omvang en de duur van de bijdrage, maximaal EUR 2,5 miljoen
bedragen, waarvan EUR 0,9 miljoen in 2008. De kosten voor de eventuele inzet
van een extra Frans-Nederlandse politie-eenheid bedragen EUR 1,8 miljoen.
De uitgaven die gemoeid zijn met de bijdrage van het ministerie van BZK,
zullen afhankelijk van de omvang en de duur van de bijdrage, maximaal EUR 2
miljoen bedragen, waarvan EUR 0,6 miljoen in 2008.
Deze additionele uitgaven komen, voor wat betreft de deelname aan EULEX
Kosovo door BZK en Defensie, ten laste van de structurele voorziening "
uitvoeren crisisbeheersingsoperaties" van de Homogene Groep Internationale
Samenwerking (HGIS).
Voor uitzending van personen in de justitie- en douanesector geldt dat
salariskosten en additionele kosten uit het Stabiliteitsfonds gefinancierd
zullen worden. Voor deelname aan EULEX Kosovo is hiervoor totaal nog EUR
895.866,14 gereserveerd (oorspronkelijke bedrag op 4 december 2006 was EUR
973.318,00). Uitgaande van de ambitie van uitzending van 10 personen in deze
sector zal voornoemd bedrag geheel worden ingezet in 2008. Voor 2009 zal
additioneel een bedrag van maximaal EUR 1.4 miljoen moeten worden gereserveerd.
---
Ministerie van Buitenlandse Zaken