Antwoorden op kamervragen van Kant over het vergoeden van een niertransplantatie in Pakistan
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
GMT-K-U-2834362
20 maart 2008
Antwoorden van minister Klink, mede namens de minister van Buitenlandse
Zaken, op de vragen van het Kamerlid Kant over het vergoeden van een
niertransplantatie in Pakistan (2070809430).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat Univé een niertransplantatie in
Pakistan heeft vergoed?
Antwoord 1
Ik heb daar gemengde gevoelens bij. Dat verzekerde zorg met de komst
van de Zorgverzekeringswet niet langer beperkt is tot in Nederland
verleende zorg, vind ik een verrijking. Anders wordt het, wanneer het
verkrijgen van die zorg daar mogelijk gepaard gaat met het
overschrijden van ethische grenzen. In dat geval rijst de vraag of het
vergoeden van die kosten wel wenselijk is.
Vraag 2
Erkent u dat Univé hiermee zowel een ethische als juridische grens
heeft overschreden? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen? Zo neen,
waarom niet?
Antwoord 2
Een niertransplantatie valt onder de dekking van een zorgverzekering
wanneer de verzekerde deze transplantatie nodig heeft en deze op een
medisch verantwoorde manier wordt verricht. Dat laat onverlet dat
Univé de vergoeding van de kosten mogelijk had kunnen weigeren op
grond van het Burgerlijk Wetboek (BW) met een beroep op
onaanvaardbaarheid van die vergoeding naar maatstaven van redelijkheid
en billijkheid of strijdigheid met de goede zeden of openbare orde. Om
bij de rechter met succes een beroep te doen op deze bepalingen uit
het BW heeft de verzekeraar in het kader van zijn bewijsplicht in
ieder geval de lastige taak om in te gaan op de specifieke
omstandigheden rond de patiënt en zijn transplantatie in Pakistan. Ik
ga na of het wenselijk of nodig is om de regelgeving zodanig aan te
passen dat de verzekeraar, in die gevallen dat ernstige twijfel
bestaat aan de ethische aanvaardbaarheid van vergoeding van een
medische behandeling, deze moet weigeren.
Vraag 3
Erkent u dat Univé niet kan nagaan dat de donor geen commercieel
belang heeft genoten of geen geld heeft ontvangen voor de
transplantatie? Zo ja, erkent u dat het handelen van Univé in strijd
is met de Wet op de orgaandonatie? Zo ja, welke vervolgstappen
richting Univé gaat u nemen? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 3
De vraag gaat uit van het idee dat de verzekeraar alleen mag uitkeren
als hij zich er van heeft vergewist dat de donor voor de
transplantatie niet meer heeft ontvangen dan de gederfde inkomsten. De
Zorgverzekeringswet verplicht de zorgverzekeraar daar echter niet toe.
Integendeel, die wet gaat uit van vergoeding ongeacht de vraag of voor
het orgaan betaald is of niet. Zoals in het antwoord op de vorige
vraag is aangegeven, zou in geval van betaling van meer dan een
onkostenvergoeding voor een orgaan, het BW er mogelijk toe kunnen
leiden dat de zorgverzekeraar van vergoeding af kan zien. Voor de
beantwoording van de vraag of het handelen van Univé in strijd met de
Wet op de orgaandonatie is, verwijs ik u naar het antwoord op vraag 4
van de aanvullende vragen die over ditzelfde onderwerp gesteld zijn
door de leden Schermers en Ormel.
Vraag 4
Klopt de uitspraak van Univé dat het College voor zorgverzekeringen
(CVZ) heeft geadviseerd de transplantatie te vergoeden, omdat Univé
anders juridisch niet overeind zou blijven? Is er inderdaad sprake van
een lacune in de wetgeving? Zo ja, bent u bereid deze wet aan te
passen?
Antwoord 4
Het CVZ heeft geen formeel advies gegeven over de vergoeding van de
niertransplantatie in Pakistan omdat deze vraag de duiding van het
verzekerde pakket overstijgt en het daarmee niet aan het CVZ is om
daarover te adviseren. Het gaat hier immers om een beslissing op grond
van de zorgverzekering. De zorgverzekering is een privaatrechtelijke
overeenkomst tussen zorgverzekeraar en verzekerde. Het CVZ heeft wel
aan Univé een aantal overwegingen gegeven en aangegeven dat het niet
uitgesloten is dat Univé de vergoeding van de kosten van de
niertransplantatie in Pakistan kan weigeren op grond van bepalingen
uit het Burgerlijk Wetboek. Zie ook het antwoord op vraag 2.
Vraag 5
Erkent u dat het vergoeden van deze transplantatie door Univé een
ongewenst precedent kan scheppen?
Antwoord 5
Ik heb moeite met de uitdrukking `ongewenst precedent', zie verder
mijn antwoord op vraag 2.
Vraag 6
Is er sprake van zogenaamd orgaantoerisme vanuit Nederland richting
landen als Pakistan en China? Bent u bereid hierna onderzoek te doen?
Antwoord 6
Op 4 september 2007 werd in Pakistan een wet uitgevaardigd, die
orgaanhandel verbiedt. Orgaantransplantaties mogen plaatsvinden, maar
organen mogen niet worden afgestaan aan niet-Pakistanen. Er is een
speciale institutionele structuur opgezet voor het houden van
toezicht. Ik beschik niet over informatie die er op wijst dat er
sprake is van orgaantoerisme van Nederland naar Pakistan en China. Ik
zie derhalve geen aanleiding daar onderzoek naar te doen.
Vraag 7
Bent u bereid met een pakket van maatregelen te komen om illegale
orgaandonatie en -transplantatie van Nederlandse ontvangers in het
buitenland tegen te gaan?
Antwoord 7
Zoals gezegd ga ik na of het wenselijk of nodig is om de regelgeving
zodanig aan te passen dat de verzekeraar, in die gevallen dat ernstige
twijfel bestaat aan de ethische aanvaardbaarheid van vergoeding van
een medische behandeling, deze moet weigeren. Daarnaast werkt de
Coördinatiegroep Orgaandonatie onder voorzitterschap van de heer J.
Terlouw momenteel aan een Masterplan Orgaandonatie. Dit plan bevat
naar verwachting een voorstel voor een pakket aan maatregelen dat moet
leiden tot een verdere verhoging van het aantal orgaandonaties en
transplantaties in Nederland, waardoor de noodzaak voor een
transplantatie in het buitenland afneemt.
1) Netwerk, 21 januari 2008