Productschap Margarine, Vetten en Olien (MVO)
20.03.2008
Introductie geavanceerde biobrandstoffen niet op korte termijn
De eerste grootschalige commerciële introductie van zogenaamde tweede
generatie of geavanceerde biobrandstoffen, die een hogere CO2-reductie
beloven, laat zeker nog 3 tot 5 jaar op zich wachten. Deze prognose
werd unaniem gedeeld door ontwikkelaars en producenten van deze
brandstoffen tijdens de World Biofuels Markets conferentie in Brussel
(12-14 maart).
Bioethanol producenten en leveranciers van de bioethanol
productietechnologieën, alsmede producenten van biodiesel op basis van
o.a. algen, biomass to liquids (BTL) of jatropha als grondstof
presenteerden hun R&D resultaten en reflecteerden op de
randvoorwaarden voor succes. Een belangrijke factor is dat de
toepassing van geavanceerde biobrandstoffen mogelijk moet zijn binnen
de bestaande infrastructuur van de minerale olie productieketen. Om de
R&D fase en opschaling van productiecapaciteit te versnellen en om
financieringsmogelijkheden te verbeteren moet worden voortgebouwd op
bestaande technologieën. Een derde voorwaarde is dat de productie
subsidie-onafhankelijk moet kunnen zijn. Tot slot wordt het als
cruciaal beschouwd dat men flexibiliteit heeft in de grondstofkeuze.
Dit is tegelijkertijd wel een grote complicerende factor voor de
productietechnologie. Daarnaast is er een duidelijke roep om een
wereldwijd uniforme benadering van kwaliteitseisen die aan
biobrandstoffen worden gesteld. Hierbij werd met name gewezen op de
methodologie voor de berekening van broeikasgasemissies.
De grootste onzekerheden waar deze industrie mee kampt, zijn de
onduidelijkheden die gepaard gaan met opschaling naar grootschalige
productie en de economische haalbaarheid ten opzichte van de minerale
olie prijs. Dit laatste is uiteraard direct gerelateerd aan de prijs
die voor de grondstoffen van deze geavanceerde biobrandstoffen moet
worden betaald. Banken en investeerders gaven aan dat zij de
ontwikkeling van de grondstofprijzen als een grote risicofactor zagen
voor hun investeringen. Dit heeft hen ertoe gebracht het laatste jaar
zeer terughoudend te zijn met financiële ondersteuning van deze
sector. Andere risicofactoren betreffen de dreigende overcapaciteit in
de EU en het 'start-up' karakter van de meeste ondernemingen. De
locatie en toegang tot het mengen met minerale oliën werden als
positieve factoren geïdentificeerd en de Rotterdamse haven werd
daarbij als voorbeeld gebruikt.
De daadwerkelijke introductie van geavanceerde biobrandstoffen is van
groot belang. Het draagt daarmee bij aan de realisatie van een
multisourcing strategie. In een recent gepubliceerd marktrapport heeft
het productschap MVO laten zien dat deze strategie noodzakelijk is
omdat anders de beschikbaarheid van plantaardige en dierlijke oliën en
vetten onder grote druk komt te staan. Daarmee zou een onwenselijke
competitie ontstaan in de toepassing van oliën en vetten in voedsel-
versus brandstofproductie. Tevens hebben de geavanceerde
biobrandstoffen de potentie een grote bijdrage te leveren aan de
reductie van de uitstoot van broeikasgassen, wat voor de Europese Unie
de primaire reden was om de introductie van biobrandstoffen te
stimuleren.