Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Kamervragen 2007-2008, vraagnr. 2070812250, Tweede Kamer

Vragen van het lid Poppe (SP) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Justitie en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over gegaste containers. (Ingezonden 20 februari 2008)


1
Is het u bekend dat er vorige week twee containers met voedingswaren (kroepoek) onder gas op het «gasvak» op een terminal te Rotterdam «opzij» zijn gezet?

Antwoord:
Ja, het was de ministers van VROM en VWS bekend dat in de Rotterdamse haven twee containers met kroepoek op het gasvak zijn gezet. De containers zijn op 16 januari 2008 op verzoek van de VROM-Inspectie opzij gezet ten behoeve van een controle.


2
Kunt u aangeven welke overtreding is geconstateerd, op grond van welke regels en door welke handhavingsdienst de containers «opzij» zijn gezet? Welke sanctie staat er op deze overtreding?

Antwoord:
De containers zijn opzij gezet ten behoeve van een controle en niet omdat een overtreding was geconstateerd. De controles op het voorkomen van gevaarlijke gassen in containers doet de VROM-Inspectie op grond van haar toezichthoudende bevoegdheden op de Wet milieugevaarlijke stoffen (artikel 2). De VROM-Inspectie heeft deze resultaten doorgegeven aan de Voedsel en Warenautoriteit (VWA).


3
Was er sprake van een gerichte controle of van een toevallige steekproef? Zo ja, wat was aanleiding voor gerichte controle op specifiek deze twee containers? Zo neen, welke consequenties heeft deze toevallige onderschepping voor het vervolg van de controles op containers van deze importeur en afzender?

Antwoord:
Deze controles zijn door de VROM-Inspectie uitgevoerd in het kader van haar taak het voorkomen van gevaarlijke gassen in containers te monitoren. Op dit moment wordt er door de VROM-Inspectie niet gericht gecontroleerd op deze importeur en afzender.


4
Is het waar dat deze containers ondanks de hoge concentraties van 0,8 ppm en 7 ppm methylbromide uiteindelijk toch naar hun bestemming mochten vertrekken? Zo ja, had de handhavende inspectie wel de mogelijkheid de containers langer vast te laten houden om ze eerst te ontgassen of ontbrak het de inspectie daaraan?


5
Heeft de Voedsel en Waren Autoriteit gecontroleerd of de voedingsmiddelen met methylbromide waren besmet? Zo neen, hoe zeker bent u ervan dat uit de betreffende containers geen besmette voedingsmiddelen op de markt terecht komen?


6. Is de Arbeidsinspectie (AI) geïnformeerd wanneer en naar welk bedrijf deze containers zijn gegaan? Zo ja, wat heeft de AI gedaan? Zijn de werknemers ter plaatse op de hoogte gesteld van de aanwezigheid van methylbromide? Zo neen, waarom niet?

7
Voldoet het transport van de containers aan de vereiste certificaten en bestickering? Is de Inspectie Verkeer en Waterstaat op de hoogte gesteld van het transport? Welke maatregelen neemt de Inspectie Verkeer en Waterstaat om het transport veilig en volgens de regels te laten verlopen?

Antwoorden vragen 4, 5, 6 en 7:
De genoemde concentraties zijn uitkomsten van de analyse van monsters die genomen zijn van de lucht in de containers door de VROM-Inspectie en niet van de kroepoek die zich in deze containers bevond. De VWA heeft het ontvangende bedrijf op de hoogte gesteld van deze analyseresultaten en gewezen op haar verantwoordelijkheden in het kader van voedselveiligheid. De VROM-Inspectie heeft het bedrijf gewezen op haar verantwoordelijkheden in het kader van arbeidsveiligheid. De VROM-Inspectie heeft conform de afspraak met de Inspectie Verkeer en Waterstaat, het ontvangende bedrijf gewezen op haar verantwoordelijkheid inzake het vervoer van de container conform de Wet vervoer gevaarlijke stoffen. Hierop zijn de betreffende containers aangepast om te voldoen aan de geldende vervoersvoorschriften.
In het monster van de kroepoek zelf is geen concentratie methylbromide aangetroffen die niet voldoet aan de Warenwetregeling residuen bestrijdingsmiddelen . Dit blijkt uit analyse van een monster uit deze containers door een Duits laboratorium in opdracht van de VROM- Inspectie. Op grond hiervan heeft de VWA niet hoeven ingrijpen.
De Arbeidsinspectie heeft bij het ontvangende bedrijf van deze lading in het kader van haar inspectieproject Gegaste Containers geïnspecteerd hoe het structureel omgaat met het beoordelen van de risico's van ontvangen importcontainers en of containers veilig worden geopend en betreden. Het bedrijf heeft daartoe een beleid en voert dat uit. De betreffende 2 containers met kroepoek waarin methylbromide is aangetroffen zijn inmiddels door een gespecialiseerd bedrijf op een veilige manier gelost.