Nieuws
Infrageluid boven noordoost Nederland
20 maart 2008 - Het KNMI heeft donderdag meldingen gekregen uit
Friesland en Groningen van trillende ruiten en rammelende deuren op 19
maart om 21u15. Dit soort trillingen kunnen veroorzaakt worden door
aardbevingen maar nu was een akoestische bron in de atmosfeer de
oorzaak.
Rond het gemelde tijdstip zijn door de infrageluid arrays in De Bilt
en Exloo signalen gemeten afkomstig uit de atmosfeer. De bron van de
trillingen heeft zich dus zeer waarschijnlijk in de lucht bevonden ten
noorden van Friesland en Groningen en kan een supersoon vliegtuig
geweest zijn.
Laag frequent geluid, ook wel infrageluid genoemd, is voor mensen
onhoorbaar en kan zich over grote afstanden voortplanten. Als zo'n
atmosferische drukgolf in contact komt met een huis of gebouw kan dit
leiden tot verschijnselen zoals bij een aardbeving. Bronnen van
infrageluid zijn onder andere meteoren, explosies en vliegtuigen die
door de geluidsbarrière gaan. Dat betekent dat het vliegtuig sneller
vliegt dan de geluidssnelheid, i.e. 330 m/s oftewel 1200 km/u. Nabij
het vliegtuig is de schokgolf hoorbaar als een dubbele knal
veroorzaakt doordat zowel de voor- als achterzijde van het vliegtuig
door de geluidsbarrière gaan. Op grotere afstand verdwijnt de hoorbare
component van het geluid en reist de golf verder als onhoorbaar
infrageluid.
Het KNMI registreert regelmatig infrageluid gebeurtenissen, maar ze
worden lang niet altijd door mensen waargenomen. Op 19 maart 2008 rond
21:15 Nederlandse tijd was de gebeurtenis groot genoeg om door mensen
te worden waargenomen. De meldingen komen uit het noord-oosten van
Friesland en het noorden van Groningen en spreken van rammelende
deuren, schuddende/ trillende ramen en lage dreunen. Klik voor de
signalen en meer uitleg op de linken in de rechterkolom.
Het signaal dat gemeten is door het infrageluid-array in Exloo.
De lokatie van het array in Exloo (rode stip) en de richting
waarvandaan het signaal afkomstig is (rode lijn).
Eerste uitgave: 20-03-08
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut