European Union



Brussel, 19 maart 2008

Concentraties: Commissie geeft Deutsche Bahn toestemming voor geplande overname Transfesa

De Europese Commissie heeft toestemming gegeven voor de plannen van Deutsche Bahn (DB) (Duitsland) om het Spaanse Transportes Ferroviarios Especiales (Transfesa) over te nemen. Na toetsing aan de EU-concentratieverordening kwam de Commissie tot de conclusie dat de geplande transactie de daadwerkelijke mededinging binnen de Europese Economische Ruimte (EER) (of een wezenlijk deel daarvan) niet significant zal belemmeren.

DB is de Duitse nationale spoorwegmaatschappij die passagiers- en vrachtvervoer aanbiedt in Duitsland, Nederland en Denemarken (via haar dochter Railion) en in het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk (via het pas overgenomen EWS). Via haar dochteronderneming Schenker biedt DB ook wereldwijd alle vormen van vrachtvervoer, logistieke en ondersteunende diensten aan. DB levert ook logistieke diensten voor afgewerkte auto's (via haar dochter ATG) en voor auto-onderdelen (via haar dochter SAR).

Transfesa biedt vrachtvervoers- en logistieke diensten aan, vooral van en naar Spanje. Transfesa is vooral actief in het vrachtvervoer per spoor en over de weg en biedt via haar dochteronderneming Semat logistieke diensten aan voor auto-onderdelen en afgewerkte auto's. Transfesa exploiteert ook twee stations voor het omsporen van treinen tussen Frankrijk en Spanje.

De activiteiten van DB en Transfesa overlappen elkaar vooral in het vrachtvervoer voor automobielproducenten. Alleen voor logistieke dienstverlening via het spoor voor afwerkte auto's en auto-onderdelen gaat het om belangrijke overlappingen. In die sectoren zou de fusieonderneming een concurrentievoordeel hebben omdat zij eigenaar is van bepaalde vervoersuitrusting die bijzonder geschikt is voor het vervoer van auto's en auto-onderdelen.

Het onderzoek van de Commissie leerde echter dat de markt wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van bestaande en potentiële concurrenten, door concurrentiedruk van het weg- en zeevervoer, en door een beperkt aantal grote klanten met zeer specifieke behoeften en aanzienlijke logistieke knowhow. Daarom was de conclusie van de Commissie dan ook dat de geplande transactie geen mededingingsbezwaren doet rijzen op de markt voor logistieke diensten ten behoeve van afgewerkte auto's. Voorts concludeerde zij dat ook de mededingingsbezwaren wat betreft logistieke diensten ten behoeve van auto-onderdelen zouden worden ondervangen door concurrentiedruk van andere concurrenten, door algemene logistieke diensten voor vrachtvervoer, en vrachtvervoer over de weg. Meer informatie over deze zaak is te vinden op:

http://ec.europa.eu/comm/competition/mergers/cases/index/m95.html#m_47 86