Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Antwoorden op kamervragen over intimidatie van de
dierproefsector door dierenrechtenactivisten
18 maart 2008
Het kabinet maakt zich zorgen over intimidatie van onderzoekers en
bedrijven die zich bezig houden met dierproeven door radicale
dierenrechtenactivisten. Dierproeven zijn op dit moment nog steeds van
belang voor het ontwikkelen van medicijnen. Het is zeer zorgelijk dat
werknemers die hun werk doen in het bedrijfsleven, de wetenschap of
het openbaar bestuur worden geïntimideerd door radicale acties. Dat
schrijft minister Klink (VWS) mede namens de ministers van BZK, EZ,
OCW, LNV, VROM en Justitie in antwoord op Kamervragen.
Antwoorden op Kamervragen van de leden Aptroot, Griffith en Zijlstra
(allen VVD) aan de ministers van Economische Zaken, van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over
intimidatie van de dierproefsector door dierenrechtenactivisten.
(2070810770)
1. Vraag
Kent u de tv-uitzending over intimidatie van de dierproefsector door
dierenrechtenactivisten? 1)
1. Antwoord
Ja.
2. Vraag
Onderschrijft u de noodzaak van dierproeven voor de ontwikkeling van
medicijnen ten behoeve van mens en dier?
2. Antwoord
Ja. Dierproeven zijn op dit moment noodzakelijk voor het testen van
zowel de werkzaamheid van (dier)geneesmiddelen als de veiligheid
ervan. In 2006 was 44,9% van de in Nederland verrichte dierproeven
uitgevoerd ten behoeve van ontwikkeling, productie, controle of ijking
van sera, vaccins, geneesmiddelen en medische of veterinaire
producten.
Tegelijkertijd blijft de inzet van het kabinet: daar waar mogelijk
dierexperimenteel onderzoek te vervangen door alternatieven met geen,
minder of lagere dieren of alternatieven met minder ongerief voor de
dieren. De drie V's van Russel en Burch (Vervanging, Vermindering en
Verfijning) vormen de basis voor het verantwoord omgaan met
proefdieren.
3. Vraag
Deelt u de mening dat het in een democratische rechtsstaat
onaanvaardbaar is dat nieuwe bedrijfsvestigingen door
geweldsdreigingen en intimidatie niet worden gerealiseerd?
3. Antwoord
Ja, het is vanzelfsprekend dat intimidatie en dreigingen met geweld
niet verenigbaar zijn met de democratische rechten die in onze
rechtsstaat gelden.
4. Vraag
Deelt u de mening dat, mede door het toenemende gevoel van
onveiligheid bij werknemers in de dierproefsector naar aanleiding van
radicale acties van dierenrechtenactivisten, het vestigingsklimaat
voor de biomedische wetenschap, de farmaceutische bedrijven en de
biotechnologiebedrijven wordt verslechterd? Zo neen, waarom niet?
4. Antwoord
Ja. Een toenemend gevoel van onveiligheid bij werknemers in de
dierproefsector door radicale acties van dierenrechtenactivisten, zal
het vestigingsklimaat negatief beïnvloeden voor activiteiten op het
gebied van biomedische R&D. Het kabinet vindt het zeer zorgelijk dat
werknemers die in het bedrijfsleven, de wetenschap of het openbaar
bestuur, hun werk doen, worden geïntimideerd en keurt dat nadrukkelijk
af. Wij begrijpen dat dit een ernstig gevoel van onveiligheid teweeg
kan brengen.
De genoemde radicale acties zijn helaas niet nieuw. In de brieven van
de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
van 12 juli 2004 (Kamerstukken 2003-2004, 29200 VI nr 175) en van 15
juni 2007 (Kamerstukken 2006-2007, 30800 VI 29754, nr 98), is ingegaan
op ontwikkelingen op dit gebied.
Wel is nieuw dat door dergelijke acties de uitvoering van een
democratisch genomen besluit tot vestiging van een hoogwaardig
sciencepark te Venray ernstig is gefrustreerd. Het kabinet vindt dit
een zorgelijke ontwikkeling.
5. Vraag
Welke stappen worden er door u ondernomen om het vestigingsklimaat van
bedrijven die dierexperimenteel onderzoek uitvoeren, of hiervan
gebruik maken, te waarborgen?
5. Antwoord
Het kabinet zet twee instrumenten in: enerzijds een heldere
communicatie over dierproeven en meer aandacht voor het 3V principe
(vermindering, verfijning en vervanging) voor dierproeven, en
anderzijds een coherent overheidsbeleid op basis waarvan intimiderende
acties van dierenactivisten tegen de dierproefsector kunnen worden
tegengegaan, ondermeer door opsporing en vervolging. Zie ook het
Zie het origineel
antwoord op vraag 10.
Onder leiding van het ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties bundelen de betrokken ministeries de krachten en
informatie om steun te kunnen verlenen aan gemeenten, onderzoekers en
bedrijven die te maken hebben met intimiderende acties van
dierenrechtenactivisten en om waar mogelijk gewelddadig
dierenrechtenactivisme te voorkomen en te bestrijden.
6. Vraag
Deelt u de zorgen van de Nederlandse Patiënten- en
Consumentenfederatie dat door de acties van de
dierenrechtenactivisten, gericht op de dierproefsector, de
ontwikkeling van nieuwe medicijnen wordt bemoeilijkt? Zo ja, welke
stappen gaat u ondernemen om dit tegen te gaan?
6. Antwoord
Ik deel deze zorgen en maak mij ten aanzien van de acties van
dierenactivisten met name zorgen over twee zaken die het biomedisch
onderzoek in het algemeen en de ontwikkeling van nieuwe medicijnen in
het bijzonder, in Nederland kunnen bemoeilijken.
Ten eerste de tendens dat Nederlandse onderzoekers door deze acties er
in toenemende mate voor kiezen biomedisch onderzoek in het buitenland
te verrichten en ten tweede dat de dierproeven die benodigd zijn voor
het onderzoek in Nederland steeds vaker uitgevoerd worden in landen
waar de regelgeving rond dierproeven minder streng is dan in
Nederland. Voor de stappen om dit tegen te gaan verwijs ik u naar het
antwoord op vraag 5.
7. Vraag
Hoe verhoudt de noodkreet van de dierproefsector zich tot de ambitie
van het kabinet om de biomedische wetenschap en de biotechnologie in
Nederland te versterken?
7. antwoord
Het is duidelijk dat de activiteiten van dierenrechtenactivisten het
waarmaken van onze ambitie bemoeilijken. In de beantwoording van vraag
5 zijn de stappen weergegeven om de dierproefsector meer bescherming
te bieden.
8. Vraag
Bent u, als grootste financier van dierproeven in Nederland, bereid
het belang van dierexperimenteel onderzoek publiekelijk te
onderschrijven, en uw steun te betuigen aan onderzoekers en
werknemers die hierbij betrokken zijn? Bent u bereidt u uit te spreken
tegen de intimiderende radicale acties van dierenrechtenactivisten? Zo
ja, hoe gaat u hier invulling aan geven?
8. Antwoord
Ja, het kabinet onderschrijft dat het thans nog steeds van belang is
dierexperimenteel onderzoek uit te voeren. Het kabinet betuigt in het
algemeen steun en medeleven aan onderzoekers en werknemers die
bedreigd worden. Het kabinet spreekt zich dan ook nadrukkelijk uit
tegen de intimiderende acties van dierenrechtenactivisten. Voor de
invulling hiervan verwijs ik u naar het antwoord op vraag 5.
9. Vraag
Neemt u, gezien het belang van dierexperimenteel onderzoek en uw rol
als opdrachtgever en financier, medeverantwoordelijkheid voor het
geven van goede voorlichting aan de Nederlandse samenleving over het
belang van dierexperimenteel onderzoek? Zo neen, bent u bereid
invulling te geven aan een dergelijke voorlichting? Zo ja, wat houdt
deze voorlichting op dit moment in?
9. Antwoord
Het kabinet onderschrijft het belang van een goede voorlichting over
dierexperimenteel onderzoek. Dit gebeurt op dit moment rechtstreeks
door middel van bijvoorbeeld het jaarlijkse rapport van de Voedsel en
Waren Autoriteit over dierproeven (Zo doende).
Tevens wordt meer openheid gecreëerd over dierproeven. Hierbij gaat
het met name om het openbaar maken van de jaarverslagen van de
dierexperimentencommissies en de vergunninghouders. Ook de publieke
onderzoeksinstituten werken aan meer openheid met betrekking tot
dierproeven. Hiermee streeft het kabinet naar meer draagvlak en begrip
over het nut van dierexperimenteel onderzoek in de de samenleving.
De communicatie hierover kan ons inziens niet los gezien worden van
communicatie over de 3 V principes van vervanging, vermindering en
verfijning van dierproeven. Daarom neemt het kabinet dit punt op in
zijn binnenkort te presenteren visie over alternatieven voor
dierproeven.
10. Vraag
Welke resultaten heeft de politie naar aanleiding van informatie van
de Algemene Inlichtingen en Veiligheids Dienst (AIVD) de laatste jaren
geboekt in de aanpak van radicaal dierenrechtenactivisme, en wat zijn
de inspanningen op dit terrein?
10. Antwoord
In de genoemde brief van de ministers van Justitie en van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties van 15 juni 2007 is reeds aangegeven dat
er ook aansprekende resultaten worden geboekt, met name in de sfeer
van preventief optreden door politie en Justitie. Als voorbeeld mag
dienen de aanzienlijke inspanningen die zijn gepleegd rondom de
internationale bijeenkomst van activisten in Appelscha in augustus
2007, waarbij door permanente monitoring grote incidenten zijn
voorkomen.
De aanpak van radicaal dierenrechtenactivisme is een vast
aandachtsgebied en sinds kort een terugkerend onderwerp van gesprek in
het overleg tussen het Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie,
en de Unit Contra Terrorisme en Activisme (UCTA) van de DNR en de
AIVD. Per incident wordt bezien of een regio het probleem zelf kan
oppakken, of dat (aanvullende) inzet van de Nationale Recherche
noodzakelijk is.
Bestaande (operationele) inzichten over de aard en omvang van het
fenomeen worden, uiteraard met inachtneming van de wettelijke kaders,
tussen betrokken diensten gedeeld om van alle partijen de
informatiepositie zo optimaal mogelijk te houden. De informatiepositie
van de Nederlandse politie op dit onderwerp is inmiddels versterkt.
Door het Nationaal informatie knooppunt (NIK) van het KLPD wordt vanaf
1 januari 2006 gezamenlijk met regiokorpsen informatie verzameld van
incidenten met betrekking tot dierenrechtenactivisme.
Op basis van het landelijke overzicht van de aangeleverde gegevens en
de informatiecoördinatie is het NIK wel gebleken dat van diverse
incidenten in eerste instantie geen aangifte bij de politie was
gedaan. Na bemiddeling door de politie zijn in verscheidene zaken
vervolgens nog wel aangiften opgenomen. Over de noodzaak van het doen
van aangiften wordt ook met de brancheorganisaties gesproken. Indien
de aangegeven zaken een behoorlijke daderindicatie hebben, zullen deze
zaken door de regio of het KLPD, of door beide partijen in een
samenwerkingsverband, opgepakt worden.
Het kabinet zal, na advisering door het Landelijk Parket en het KLPD
(Nationale Recherche, Unit Contraterrorisme en Activisme) en in
afstemming met de AIVD, bepalen of een verdere intensivering van het
in 2007 vastgestelde beleid voor de aanpak van radicaal
dierenrechtenactivisme noodzakelijk is. Tevens zal daarbij worden
betrokken de uitvoering van de toezeggingen naar aanleiding van het
debat over de hierboven reeds genoemde brief van 15 juni 2007 over het
dierenrechtenactivisme.
11. Vraag
Deelt u de mening dat er sprake is van een onderrapportage bij de AIVD
van het aantal acties en incidenten in de huiselijke sfeer van
dierenrechtenactivisten, gericht op werknemers in de dierproefsector,
zoals wordt gesuggereerd in de eerder genoemde tv-uitzending?
11. Antwoord
Ik herken en onderschrijf de kwalificatie van 'onderrapportage bij de
AIVD' niet. De AIVD richt zich met betrekking tot dit onderwerp in
zijn onderzoek naar bedreigingen voor de nationale veiligheid in het
bijzonder op het fenomeen van het radicale dierenrechtenactivisme en
op activiteiten van een kleine kern van (zeer) radicale
dierenrechtenactivisten. De aandacht van de AIVD gaat vanwege zijn
wettelijke taken niet of veel minder uit naar verstoringen van de
openbare orde of naar strafbare activiteiten door minder of
niet-radicale dierenrechtenactivisten. Om die reden heeft en verschaft
de AIVD nimmer een volledig beeld van alle incidenten of
gebeurtenissen op het terrein van dierenrechtenactivisme. In de brief
van de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties van 15 juni 2007 (Tweede Kamer, 2006 - 2007, 30
800 VI en 29 754, nr. 98) is vanuit politie, justitie en AIVD een zo
accuraat mogelijk beeld gegeven van de bij die instanties beschikbare
informatie over incidenten in de sfeer van dierenrechtenactivisme.
12. Vraag
Bent u bereid de inspanningen van de politie en de AIVD, gericht op
het tegengaan van radicaal dierenrechtenactivisme, te intensiveren en
mede daarmee de veiligheid van werknemers en onderzoekers in de
dierproefsector te waarborgen?
12. Antwoord
De capaciteitinzet van de AIVD op het aandachtsgebied
dierenrechtenactivisme wordt gewaarborgd. Zie ook de brief van de
minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de Tweede
Kamer over het Jaarplan 2008 van de AIVD (Tweede Kamer, 2007 - 2008,
30 977, nr. 8).
De ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
hebben de toezegging in gang gezet om de registratie van illegale
acties van dierenrechtenactivisten beter te registreren. (15 juni
2007, Tweede Kamer, 2006-2007, 30 800 VI en 29 754, nr. 98)
1) Nova,1 februari 2008
Naar boven
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties