Senaat vraag aandacht voor goed bestuur in Nederland
woensdag 19 maart 2008
Steeds meer gemeenten opheffen door herindeling is ongewenst, maar als
het niet anders kan met het oog op de bestuurskracht en de uit te
oefenen taken is schaalvergroting soms onvermijdelijk.
Overheidsbestuur dicht bij de burger moet echter wel herkenbaar
blijven en daarom is decentralisatie van overheidstaken geboden. In de
Randstad zou vorming van regiogemeentes tot beter bestuur kunnen
leiden. Dit waren dinsdag 18 maart 2008 enkele punten uit het
beleidsdebat over de inrichting en het functioneren van het
binnenlands bestuur in de Eerste Kamer, met minister Ter Horst en
staatssecretaris Bijleveld van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties.
Inkrimping adviesstelsel
Aan het slot van het debat keurde de Eerste Kamer de begroting 2008
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties goed met daarbij de
kanttekening van Kamervoorzitter Timmerman-Buck dat de regering heeft
toegezegd geen onomkeerbare besluiten te nemen over inkrimping van het
adviesstelsel. Alle overige begrotingsstaten die nog aanhangig zijn
bij de Eerste Kamer zullen van dezelfde kanttekening voorzien worden.
Voldoende beleidsvrijheid
VVD-senator Hermans stelde in zijn maidenspeech twee onderwerpen
centraal: de gemeentelijke autonomie en de vraag hoever de overheid
kan gaan met het torsen van taken. Naar een woord van Thorbecke hebben
gemeenten volgens Hermans recht op autonomie binnen de
gedecentraliseerde eenheidsstaat. Daarbij stelde de VVD-senator goed
bestuur naast dienstverlening aan de burger. Complexe zaken mogen
daarom best geüniformeerd worden, zodat niet elke gemeente opnieuw het
wiel hoeft uit te vinden. De aankondiging van een landelijk Besluit
brandveilig gebruik bouwwerken noemde hij in dit verband een goed
voorbeeld. Op het gebied van de ruimtelijke ordening zag Hermans een
taak voor de minister van BZK om de coördinerende rol in het overleg
met gemeenten en provincie(s) waar te maken. Als voorbeeld haalde
Hermans de verlenging van rijksweg A4 door Midden-Delfland aan. "We
zijn het erover eens dat deze weg er moet komen. Bij de afweging van
belangen zou BZK een rol kunnen spelen, zodat verlenging van zo'n weg
niet op basis van één facet wordt afgewezen", betoogde Hermans.
Teveel overheid
De VVD-senator zei voorts dat in Nederland teveel politici en teveel
ambtenaren teveel overheidstaken op zich hebben genomen. Hij was het
eens met de waarneming dat hoe meer politici hun greep verliezen op de
grote maatschappelijke vraagstukken, hoe meer zij zich met de
individuele burgers gaan bemoeien. De overheid moet juist burgers in
staat stellen om hun zaken zelf zo goed mogelijk te regelen. In dit
verband hekelde Hermans de neiging om wel regels te maken, maar deze
niet te handhaven. "Gedogen is de bijl aan de wortel van de
geloofwaardigheid van het bestuur", aldus Hermans.
Te snel schaalvergroting
Mevrouw Bemelmans-Videc (CDA) waarschuwde voor het te snel grijpen
naar het instrument van schaalvergroting en gemeentelijke herindeling.
In elk geval dient volgens het CDA eerst via de weg van samenwerking
geprobeerd te worden om het bestuur te verbeteren. Zij pleitte voor
zelfredzaamheid van de lokale gemeenschappen. De bestuurskracht neemt
volgens haar niet noodzakelijkerwijs toe als een gemeente groter is.
Zij vroeg de regering met klem aan te geven hoeveel herindelingen van
gemeenten nog in aantocht zijn.
Herindeling van onderop
Net als andere senatoren haakte ook senator Putters (PvdA) in op
rapporten als Wil tot Verschil, Gemeenten in 2015 van de commissie
Bovens, het Advies Versterking Randstad van de commissie Kok en De
Eerste Overheid van de commissie Van Aartsen. Hij presenteerde een
drieslag: 1. gemeenten moeten bestuurskrachtig genoeg zijn om hun
taken zelf aan te kunnen; 2. gemeenten zoeken naar samenwerking en
taakdifferentiatie met andere gemeenten op gebieden waar zij hun taken
niet aan kunnen, eventueel met provinciale hulp; 3. uiteindelijk neemt
de minister van BZK een besluit over de bestuurlijke schaal die nodig
is als oplossingen over bestuurscrises uitblijven en besluitvorming
over belangrijke vraagstukken vastloopt. Overigens hanteerde ook
senator Putters als uitgangspunt dat herindeling van gemeenten van
onderop moet komen. Hij vond het onjuist dat "te pas en te onpas"
burgemeestersvacatures in Zuid-Holland met waarnemers worden gevuld in
afwachting van een door de provincie gewenste gemeentelijke
schaalvergroting. Putters uitte zijn zorgen over de slechte
behandeling van klokkenluiders die misstanden aan de kaak stellen en
vervolgens worden ontslagen.
Vertrouwen
Mevrouw Ten Horn hamerde namens de SP-fractie op het thema
"vertrouwen". Zij wees erop dat het vertrouwen in het kabinet
Balkenende IV inmiddels op 13% staat "een historisch dieptepunt".
Volgens de SP-senator ondermijnen plannen voor gemeentelijke
herindeling het vertrouwen in de overheid. Zij verwees naar het plan
om Bussum te laten fuseren met Weesp, Muiden en Naarden. Zowel de
gemeenteraad van Bussum als 91% van de bewoners is tegen deze fusie.
Mevrouw Ten Horn vroeg naar de opvatting van de bewindspersonen van
BZK over de taakafbakening inzake de jeugdzorg tussen gemeenten en
provincie. De SP-senator pleitte ervoor de gemeenteraad de
burgemeester te laten kiezen en de inspraak van de burger te vergroten
door invoering van een algemeen recht van referendum.
Geen uitvoeringsbureaus rijk
Senator Holdijk (SGP) zei mede namens de ChristenUnie dat bij
gemeentelijke herindeling het motto zou moeten zijn: "Niet kleiner dan
mogelijk, niet groter dan noodzakelijk". Hij wees erop dat er begin
2008 nog 443 gemeenten waren tegen 842 in 1975. Holdijk vond dat
gemeenten niet moeten verworden tot uitvoeringsbureaus van de
rijksoverheid. "Gemeenten hechten terecht aan hun autonomie", aldus de
SGP-senator. Holdijk wees op een nevengevolg van de dualisering bij
provincies: ze hebben een sterkere drang tot profilering gekregen en
proberen taken van zowel het rijk als gemeenten naar zich toe te
trekken.
Toezegging
D66-senator Engels hekelde het gebrek aan interesse van het kabinet
dat niet geïnteresseerd zou zijn in de inrichting van ons
staatsbestel. "Nu de traditionele machtspartijen PvdA en CDA weer
samen regeren is elke mogelijke institutionele aanpassing van de
monistische partijendemocratie op voorhand buiten het debat
geplaatst", betoogde Engels. Het kabinet zou alleen aandacht besteden
aan maatschappelijke problemen die veel burgers ervaren. "Maar ondanks
deze empathie wordt alle maatschappelijke inbreng beoordeeld op de
vraag of het past in het coalitieakkoord en dat leidt tot een
schimmenspel van samenspraak en deliberatie met de burgers, maar
beslist niet tot zeggenschap", aldus Engels. De D66-senator herkende
hier "het profiel van het kabinet dat uitgaat van machtsbehoud, dat
gelooft in de maakbaarheid van de samenleving en dat burgers
bevoogdend tegemoet treedt". Ondanks deze scherpe bewoordingen kreeg
de D66-senator toch een toezegging los van de bewindslieden. Bij hun
reactie op het onlangs verschenen rapport Ruimte, regie en rekenschap
van de commissie Lodders en het nog te verschijnen rapport d'Hondt
over de positie van gemeenten zullen zij weliswaar in de eerste plaats
letten op bestuurskracht maar de mogelijkheid van schaalvergroting
niet bij voorbaat uitsluiten.
Gedegradeerd
Namens de Partij voor de Dieren stelde senator Koffeman het
zorgwekkende lage vertrouwen van de burgers in de Nederlandse politiek
aan de kaak. Het heeft er volgens hem alle schijn van dat de politiek
het daar zelf naar heeft gemaakt: politiek is gedegradeerd tot
bestuur, de regentenstand speelt elkaar baantjes toe en het parlement
oefent nauwelijks meer controle uit.
Bestuurlijke drukte
Senator Ten Hoeve van de Onafhankelijke Senaatsfracties sneed net als
enkele collega's de bestuurlijke drukte in de Randstad aan. Hij zag
wel ruimte voor de vorming van vier agglomeratiegemeenten of
regiogemeenten rond de vier grote steden, eventueel binnen één
provincie Holland.
Europees perspectief
Senator Thissen (GroenLinks) betwijfelde of een optimale schaal
bestaat voor gemeenten. De juiste schaal varieert per onderwerp en is
niet afhankelijk van de omvang van de gemeente. Ook uitte hij zijn
zorgen over het democratisch tekort bij intergemeentelijke
samenwerking en plaatste hij bestuurlijk Nederland in Europees
perspectief: wel robuuste gemeenten, maar daarbinnen passende
dienstverlening ten behoeve van de burger.
Hoofdlijnen inzet kabinet
De inzet van het kabinet is gericht op het goed functioneren van de
democratie. Daarbinnen heeft het kabinet twee prioriteiten, het
openbaar bestuur en het element van participatie. Wat betreft het
openbaar bestuur zal de minister "verder verbeteren binnen de
bestaande structuren". De minster kondigde wel aan dat gemeenten en
provincies meer taken en bevoegdheden zullen krijgen. Om de
participatie van burgers te verhogen wordt gewerkt aan een handvest
burgerschap. "Het idee is om vast te leggen wat de rechten en de
plichten zijn van mensen in Nederland die dat burgerschap
daadwerkelijk vorm kunnen geven".
Eerste Kamer der Staten Generaal