Regionale financiering Trekvliettracé rond
Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag stelt voor
29,8 miljoen voor het Trekvliettracé te reserveren. Dit bedrag komt
uit de reserve Grote Projecten. Samen met de al eerder gereserveerde
170,7 miljoen en de recente subsidie van 24,5 miljoen van het
Stadsgewest Haaglanden komt de regionale financiering nu in totaal op
225 miljoen.
Verkeerswethouder Peter Smit: Ik ben blij met dit besluit. Dankzij
deze gemeentelijke en regionale reserveringen voldoen we nu aan de
financiële voorwaarde van Verkeer en Waterstaat. Aanleg van dit tracé
is cruciaal om de bereikbaarheid van deze stad voor de komende jaren
te garanderen.
Voorwaarden
Eind oktober 2007 stelde minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat
een regionaal drempelbedrag van 225 miljoen van Den Haag en het
Stadsgewest Haaglanden als één van de voorwaarden voor een
rijksbijdrage van maximaal 225 miljoen.
Vanuit financieel oogpunt kan het Trekvliettracé opgenomen worden als
groot regionaal project in het Meerjarenprogramma Infrastructuur,
Ruimte en Transport (MIRT) van het ministerie van Verkeer en
Waterstaat.
Overigens is daarmee nog niet de totale financiering voor het project
geregeld. Voor het laatste deel van de financiering wordt gezocht naar
andere dekkingsmogelijkheden. Het Trekvliettracé is de werknaam voor
de nieuwe verbindingsweg tussen het rijkswegennet (knooppunt Ypenburg,
A4/A13) en de centrale zone van Den Haag.
Gemeente Den Haag