Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht
PB08-019
18 maart 2008
Daling werkloosheid niet-westerse
allochtonen versnelt
De daling van de werkloosheid onder niet-westerse allochtonen, die vanaf
2005 is ingezet, heeft zich in 2007 versneld voortgezet. Vooral onder de niet-
westerse allochtonen tot 45 jaar is de werkloosheid relatief snel gedaald in
2007. Dit blijkt uit de nieuwste cijfers van het CBS.
Werkloosheid niet-westerse allochtonen neemt fors af
Gedurende het afgelopen jaar is de werkloosheid onder niet-westerse
allochtonen gedaald. In het vierde kwartaal van 2007 was de werkloosheid
onder niet-westerse allochtonen 9,1 procent. In het vierde kwartaal van 2006
was dat nog 12,4 procent. Onder autochtonen daalde de werkloosheid ook in
dezelfde periode. In het vierde kwartaal van 2007 was nog 3,3 procent van de
autochtonen werkloos tegen 4,0 procent in het vierde kwartaal van 2006. De
werkloosheid onder niet-westerse allochtonen is hiermee in een jaar tijd met
bijna 30 procent gereduceerd. Onder autochtonen was dat nog geen 20
procent.
De autochtone beroepsbevolking is in omvang bijna 9 maal zo groot is als de
niet-westerse beroepsbevolking. Van de totale beroepsbevolking was in 2007
gemiddeld 4,5 procent werkloos.
Niet-westerse allochtonen tot 45 maken inhaalslag
Bij de niet-westerse allochtonen is vooral de werkloosheid flink gedaald onder
de 15 tot 45 jarigen. Onder de jonge allochtonen van 15 tot 25 jaar liep de
werkloosheid terug van 22 procent in 2006 tot 15 procent in 2007. Bij de 25 tot
45-jarige niet-westerse allochtonen was de relatieve afname van de
werkloosheid in dezelfde periode even groot en kwam daarmee uit op 9,1
ln. Ter vergelijking: de werkloosheid onder autochtone jongeren daalde in
procent in 2007.
sbc. was de jeugdwerkloosheid onder niet-westerse allochtonen nog tweeënhalf
dezelfde periode van 8,7 naar 8,1 procent. Met deze grotere afname van de
werkloosheid onder de niet-westerse allochtone jeugd is de mate waarin zij
vaker werkloos zijn dan autochtone jongeren flink teruggedrongen. In 2006
maal zo hoog als onder autochtone jongeren. In 2007 waren zij nog bijna twee
w keer zo vaak werkloos vergeleken met de autochtone jeugd.
ww
CBS Persbericht PB08-019 pagina 1 van 6
Gelijke mate van daling werkloosheid bij niet-westerse groepen
Van de onderscheiden niet-westerse allochtone groepen zijn Marokkanen
door de jaren heen degenen met de hoogste werkloosheid. In 2007 was 11
procent van deze groep werkloos. Daarmee waren zij anderhalf maal zo vaak
werkloos als Surinamers, de groep niet-westerse allochtonen met de laagste
werkloosheid. De afname van de werkloosheid bij de verschillende groepen
lag daarmee in dezelfde orde van grootte.
Technische toelichting
Het CBS rekent personen tot de allochtonen als ten minste één ouder in het
buitenland is geboren. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen personen
die zelf in het buitenland zijn geboren (de eerste generatie) en personen die in
Nederland zijn geboren (de tweede generatie). De herkomstgroepering wordt
bepaald aan de hand van het geboorteland van de persoon (eerste generatie)
of dat van de moeder (tweede generatie), tenzij de moeder in Nederland is
geboren. In dat geval is de persoon ingedeeld naar het geboorteland van de
vader.
Autochtonen zijn personen van wie beide ouders in Nederland zijn geboren,
ongeacht het land waar ze zelf zijn geboren. Tot de categorie 'niet-westers'
behoren allochtonen uit Turkije, Afrika, Latijns-Amerika en Azië met
uitzondering van Indonesië en Japan. Op grond van hun sociaaleconomische
en sociaal-culturele positie worden allochtonen uit Indonesië en Japan tot de
westerse allochtonen gerekend.
De werkloze beroepsbevolking volgens de officiële definitie bestaat uit alle
mensen van 15 tot 65 jaar zonder werk (of met werk voor minder dan twaalf
uur per week), die actief op zoek zijn naar betaald werk voor twaalf uur of
meer per week en daarvoor beschikbaar zijn.
De cijfers over de werkloze beroepsbevolking zijn voornamelijk gebaseerd op
de Enquête beroepsbevolking (EBB), een steekproefonderzoek dat
maandelijks onder dertigduizend mensen in Nederland wordt gehouden. De
uitkomsten uit dit steekproefonderzoek kennen een onnauwkeurigheidsmarge.
Bij kleinere groepen zijn de onnauwkeurigheidsmarges wat groter.
Respondenten worden in totaal vijf maal benaderd voor de Enquête
beroepsbevolking. De totale periode dat ze deelnemen aan de enquête
bedraagt een jaar. Met dit persbericht komen, met behulp van een nieuwe
weegmethode, voor het eerst jaarcijfers beschikbaar die gebaseerd zijn op
alle vijf EBB peilingen. De jaarcijfers op StatLine zijn gebaseerd op de eerste
peiling, volgens de methode die tot nog toe werd gebruikt. In de loop van 2008
worden alle jaarcijfers uit de EBB vervangen door cijfers op basis van alle
peilingen.
Het CBS publiceert naast cijfers over de werkloze beroepsbevolking ook een
aantal andere indicatoren van het onbenut arbeidsaanbod, zoals de
geregistreerde werkloosheid en het aantal mensen met een bijstands- of WW-
uitkering. Deze gegevens zijn beschikbaar in de database StatLine op de
website van het CBS. Hier zijn ook de cijfers over de werkzame
beroepsbevolking te vinden.
Het Centrum voor werk en inkomen (CWI) publiceert cijfers over de niet-
werkende werkzoekenden op de CWI- website. Niet-werkende
werkzoekenden en de werkloze beroepsbevolking verschillen sterk van
samenstelling, waardoor ze niet zonder meer met elkaar kunnen worden
vergeleken. Enerzijds staan niet alle werklozen ingeschreven bij het CWI. Dit
CBS Persbericht PB08-019 pagina 2 van 6
betreft vooral personen zonder recht op een uitkering zoals jongeren en
herintreders. Anderzijds staan er personen ingeschreven bij het CWI die niet
tot de werkloze beroepsbevolking horen. Dit betreft vooral personen die niet
direct beschikbaar zijn, of niet actief zoeken, of werk zoeken voor minder dan
twaalf uur per week. Meer informatie over beide begrippen is te vinden in een
gezamenlijk artikel van het CBS en het CWI dat u kunt vinden op de website
van het CBS (www.cbs.nl)
Grafiek 1. Werkloze beroepsbevolking naar herkomstgroepering
% 25
20
15
10
5
0
20011 2001320021 2002320031 20033 20041 20043 20051 20053 20061 20063 20071 20073
Autochtonen Westers allochtonen Niet-westerse allochtonen
Bron: CBS
Grafiek 2. Werkloze beroepsbevolking niet-westerse allochtonen
% 20
18
16
14
12
10
8
6
4
2
0
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007
Turken Marokkanen Antillianen/Arubanen Surinamers
CBS Persbericht PB08-019 pagina 3 van 6
Bron: CBS
CBS Persbericht PB08-019 pagina 4 van 6
Tabel 1. Werkloze beroepsbevolking naar herkomst en leeftijd, jaarcijfers
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007
x 1 000
Autochtonen
15 tot 25 jaar 48 57 66 81 73 61 58
25 tot 45 jaar 79 94 129 148 139 108 83
45 tot 65 jaar 46 57 71 93 105 100 91
Totaal 173 207 267 322 316 269 232
Westerse allochtonen
15 tot 25 jaar 6 7 8 11 9 7 6
25 tot 45 jaar 15 18 24 28 27 22 17
45 tot 65 jaar 9 11 14 16 18 18 16
Totaal 30 36 46 55 55 47 39
Niet-westerse allochtonen
15 tot 25 jaar 14 15 21 27 29 23 16
25 tot 45 jaar 27 36 52 59 67 58 41
45 tot 65 jaar 7 8 13 17 16 17 16
Totaal 48 59 87 103 112 97 73
Totaal
15 tot 25 jaar 68 79 96 119 112 91 80
25 tot 45 jaar 121 149 206 234 233 187 141
45 tot 65 jaar 63 75 97 126 138 134 123
Totaal 252 302 399 479 483 413 344
%
Autochtonen
15 tot 25 jaar 6,1 7,3 8,6 11,2 10,6 8,7 8,1
25 tot 45 jaar 2,3 2,8 3,9 4,6 4,4 3,4 2,7
45 tot 65 jaar 2,4 2,9 3,5 4,4 4,8 4,4 3,9
Totaal 2,9 3,4 4,4 5,3 5,2 4,4 3,7
Westerse allochtonen
15 tot 25 jaar 9,3 10,2 11,3 16,6 14,2 11,9 11,0
25 tot 45 jaar 4,1 5,2 6,7 7,5 7,4 5,9 4,8
45 tot 65 jaar 4,0 4,3 5,5 6,1 7,0 6,9 5,6
Totaal 4,6 5,3 6,8 7,9 7,9 6,8 5,6
Niet-westerse allochtonen
15 tot 25 jaar 14,5 15,0 20,2 23,3 26,5 21,6 14,8
25 tot 45 jaar 7,4 9,4 13,0 14,2 15,1 13,3 9,1
45 tot 65 jaar 6,4 6,5 10,7 13,9 12,3 11,4 9,9
Totaal 8,5 9,8 13,7 15,8 16,4 14,2 10,1
Totaal
15 tot 25 jaar 7,2 8,3 10,1 13,2 12,9 10,5 9,1
25 tot 45 jaar 3,0 3,7 5,1 5,8 5,8 4,7 3,6
45 tot 65 jaar 2,8 3,2 4,0 5,1 5,4 5,0 4,4
Totaal 3,5 4,1 5,4 6,5 6,5 5,5 4,5
Bron: CBS
CBS Persbericht PB08-019 pagina 5 van 6
Tabel 2. Werkloosheid 15 tot 65-jarigen naar herkomstgroepering
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007
%
Totaal 3,5 4,1 5,4 6,5 6,5 5,5 4,5
Autochtonen 2,9 3,4 4,4 5,3 5,2 4,4 3,8
Westerse allochtonen 4,6 5,4 6,8 7,9 7,9 7,0 5,6
Niet-westerse allochtonen 8,4 9,8 13,7 15,8 16,4 14,0 10,1
w.o.
Turken 7,6 9,6 13,2 15,5 14,7 14,2 8,7
Marokkanen 8,8 10,2 18,0 19,2 18,8 16,2 11,3
Surinamers 6,8 6,9 9,8 12,2 13,7 10,6 7,6
Antillianen/Arubanen 9,0 10,5 13,9 15,5 15,7 15,4 10,6
Bron: CBS
CBS Persbericht PB08-019 pagina 6 van 6
---- --