Regering erkent plichtsverzuim tegenover senaat
dinsdag 18 maart 2008
De regering heeft dinsdag 18 maart 2008 plichtsverzuim erkend
tegenover de Eerste Kamer en daarvoor excuses aangeboden. Dit
geschiedde tijdens een spoedinterpellatie aangevraagd door de
senatoren Van Driel (PvdA) en mevrouw Slagter-Roukema (SP), namens
alle fracties in de senaat uitgezonderd de VVD. De interpellanten
stelden aan de kaak dat door toedoen van de regering en de Tweede
Kamer een verdrag inzake sociale zekerheid (deel VI van de Europese
Code inzake sociale zekerheid - 31.267) met ingang 17 maart 2008 is
opgezegd door Nederland zonder dat de Eerste Kamer het
goedkeuringswetsvoorstel daarover heeft kunnen behandelen.
Buiten spel
Het wetsvoorstel is op 9 november 2007 ingediend bij de Tweede Kamer.
Deze Kamer behandelde het voorstel op 4 maart 2008 en heeft het
12 maart 2008 aanvaard. De senatoren Van Driel en Slagter-Roukema
hekelden vooral dat niemand namens de regering heeft onderkend dat de
Eerste Kamer door deze procedure buiten spel zou komen te staan.
Excuses
De ministers Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Donner van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid boden voor de gang van zaken hun
excuses aan de Eerste Kamer aan en beloofden dat dit soort
plichtsverzuim tegenover de senaat niet meer zou voorkomen. Door een
interventie van VVD-fractievoorzitter Rosenthal kwam vast te staan dat
het voorkomen van plichtsverzuim niet alleen door de ministers
persoonlijk wordt gegarandeerd, maar ook door de overige leden van de
regering.
Niet grondwettelijke situatie
Overigens waren de ministers Donner en Klink ten volle bereid om
alsnog met de Eerste Kamer te debatteren over goedkeuring van de
opzegging van het verdrag en de eventuele gevolgen die het onthouden
van goedkeuring door de Eerste Kamer zou kunnen hebben. Minister
Donner zei in antwoord op een vraag van mevrouw Slagter dat er thans
geen sprake is van een ongrondwettelijke situatie maar van een 'niet
grondwettelijke situatie'. In de Nederlandse grondwet is niet voorzien
in een situatie waarbij een verdrag al is opgezegd, terwijl de
goedkeuringswet daarvoor nog door de Eerste Kamer behandeld moet
worden. De minister sprak de hoop uit dat de Eerste Kamer te zijner
tijd achteraf haar goedkeuring zal geven.
Tweede Kamer
De Voorzitter van de Eerste Kamer, mevrouw mr. Yvonne E.M.A.
Timmerman-Buck, heeft vandaag in een brief ook de Tweede Kamer
aangesproken op haar grondwettelijke verantwoordelijkheid in het
wetgevingsproces. Mede door de wijze waarop de behandeling van de
opzeggingswet door de Tweede Kamer heeft plaatsgevonden, is 'een
behandeling van het wetsvoorstel voor het effectief worden van de
opzegging van de Code onmogelijk geworden', zo schrijft de Voorzitter
aan haar ambtsgenoot.
Aan de informatie op deze site kunnen geen rechten worden ontleend.
Eerste Kamer der Staten Generaal