Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep in de Rijswijkse stoeptegelmoord
Deze uitspraak van 18 maart 2008 betreft één van de drie verdachten
die betrokken zijn geweest bij een incident waarbij een automobiliste
op 9 januari 2005 op de A4 dodelijk werd getroffen door een stoeptegel
die vanaf een Rijswijkse brug naar beneden werd gegooid.
De rechtbank 's-Gravenhage achtte op 29 juni 2005 medeplegen van moord
bewezen en veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van 24
maanden (zie rechtspraak.nl, LJN AT8465).
Het hof 's-Gravenhage heeft op 16 maart 2006 deze verdachte van het
hem tenlastegelegde vrijgesproken. Het hof oordeelde dat de verdachte
geen uitvoeringshandelingen heeft verricht en dat evenmin is komen
vast te staan dat hij instemde met het gooien van de stukken
stoeptegel. Het hof oordeelde dat voor een veroordeling voor
medeplegen bewijs moet worden geleverd van een nauwe en volledige
samenwerking tussen de drie verdachten. Hiervan kon, naar het oordeel
van het hof, wat betreft de rol van deze verdachte niet worden
gesproken (zie rechtspraak.nl, LJN AV5188).
Cassatieberoep bij de Hoge Raad
Het Openbaar Ministerie heeft tegen deze uitspraak beroep ingesteld
bij de Hoge Raad. De eerste klacht van het Openbaar Ministerie tegen
de uitspraak van het hof is gericht tegen de wijze waarop het hof het
bewijsmateriaal heeft gewaardeerd. Een tweede klacht is gericht tegen
de wijze waarop het hof uitleg heeft gegeven aan het begrip
medeplegen.
Namens de verdachte is verweer gevoerd tegen het cassatieberoep door
mr. M.W. Stoet, advocaat in Den Haag.
Op 22 januari 2008 heeft advocaat-generaal mr. J. Wortel in zijn
advies aan de Hoge Raad geconcludeerd tot verwerping van het
cassatieberoep.
Uitspraak van de Hoge Raad
De Hoge Raad heeft het cassatieberoep verworpen.
De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de selectie en waardering van het
bewijsmateriaal is voorbehouden aan de feitenrechter en deze, behalve
in bijzondere gevallen, geen motivering behoeft. Dit is ook het geval
indien de feitenrechter tot een vrijspraak komt. De Hoge Raad heeft
voorts geoordeeld dat de uitleg door het hof van het begrip medeplegen
juist is en voldoende is gemotiveerd.
Door de verwerping van het cassatieberoep is de vrijspraak van het hof
onherroepelijk geworden.
Dit is een samenvatting van de uitspraak van de Hoge Raad van 18 maart
2008. Bij verschil tussen deze samenvatting en de volledige uitspraak
is laatstgenoemde bindend.
LJ Nummer
BC6157
Bron: Hoge Raad der Nederlanden
Datum actualiteit: 18 maart 2008 Naar boven