Waterschap Regge en Dinkel


in Omgevingsvisie van provincie Overijssel

Persbericht Dijkgraven willen meer ruimte voor water in Omgevingsvisie van provincie Overijssel

Het Overijssels Dijkgraven Overleg, kortweg ODO, wil duidelijke keuzes van de provincie in hun samenwerking. Dit schrijft het ODO in haar manifest `Water in Overijssel'.

Morgen, op woensdag 19 maart, lichten de dijkgraven het manifest toe tijdens een bestuurlijke netwerkbijeenkomst over klimaatverandering en water. `Het is helder wat er moet gebeuren. Nu komt het aan op de uitvoering, het doen!', zo staat in het manifest vermeld.

Omgevingsvisie
De provincie is bezig met het samenstellen van een Omgevingsvisie voor Overijssel. Dit is een allesomvattend plan voor ruimte, water, milieu, verkeer en vervoer.
De waterschappen zijn samen met andere overheden en belangenorganisaties de afgelopen jaren intensief bezig geweest om ambitie, doelen en maatregelen voor de Europese Kaderrichtlijn Water te formuleren. Het ODO benadrukt dat het van groot belang is deze ambitie en doelen helder en één op één vast te leggen in de Omgevingsvisie en dat de provincie strategische keuzes maakt die voor de uitvoering nodig zijn.

Waterschappen willen samen aan de slag
Het ODO - en daarmee de Overijsselse waterschappen - willen aan de slag om het waterbeheer in de provincie aan te passen aan de klimaatverandering. Dit is echter niet iets dat één partij kan doen. Om de vele waterprojecten uit te voeren is samenwerking nodig in een vitale coalitie van waterschappen en provincie, laten de dijkgraven weten. In het manifest vraagt het ODO de provincie zwart op wit hiervoor de benodigde instrumenten ter beschikking te stellen zoals Inrichting Landelijk Gebied, grondverwerving, kavelruil en functieaanpassing.

Dilemma's
Bij de vele waterprojecten in Overijssel doen zich lastige vraagstukken en dilemma's voor die gerelateerd zijn aan provinciale verantwoordelijkheden. Met name in de relatie van water met ruimtelijke ordening moeten knopen worden doorgehakt. Hierbij valt te denken aan antwoorden op vragen zoals: waar in Overijssel krijgt water voorrang boven andere functies? (landbouw, natuur, bebouwing, infrastructuur). Moet het (grond)waterbeheer de functies bedienen of volgen de functies het water(peil) en hoe verhouden nationale en internationale wetgeving zich tot de provinciale visie op waterbeheer? Het ODO pleit bij de provincie voor duidelijke stellingname in deze kwesties.

Wat vragen de waterschappen van de provincie?
Om de te verwachten extra neerslag in de winter op te kunnen vangen en watertekort in de zomer zoveel als mogelijk te voorkomen, passen de waterschappen hun watersystemen aan. De waterschappen realiseren dat met aankopen en herinrichten van gronden en door het maken van afspraken met grondeigenaren. Door de druk die de vraag naar ruimte voor waterberging oplegt, wil het ODO dat de provincie in de Omgevingsvisie concreet aangeeft waar in Overijssel dit mogelijk is. Daarnaast vindt het dijkgravenoverleg ook het aspect waterveiligheid van groot belang bij de ontwikkeling van nieuwe woon- en werkgebieden. De provincie deelt deze mening en heeft al zogenoemde primaire watergebieden aangewezen. Voor deze gebieden geldt dat daar op voorhand de waterfunctie zwaarder weegt dan andere belangen. Ook deze duidelijke afspraken wil het ODO vastgelegd zien in de Omgevingsvisie.