Kamerbrief inzake bijeenkomst van de Europese Raad te Brussel, 13-14 maart 2008 (http://www.minbuza.nl:80/nl/actueel/brievenparlement,2008/03/Kamerbrief-inzake-bijeenkomst-van-de-Europese-Raad.html) 17-03-2008 |
Graag bieden wij u hierbij, mede namens de minister-president, het verslag
aan van de bijeenkomst van de EU-staatshoofden en regeringsleiders die te
Brussel op 13 en 14 maart 2008 plaatsvond.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De staatssecretaris voor Europese Zaken,
Drs. F.C.G.M. Timmermans
Verslag van de bijeenkomst van de Europese Raad, Brussel 13 en 14
maart 2008
De Europese Raad die op 13 en 14 maart in Brussel bijeenkwam onder het
voorzitterschap van de Sloveense premier Janez Jansa heeft eensgezind zijn steun
gegeven aan de hoofdlijnen van de voorstellen van de Europese Commissie gericht
op het verminderen van de broeikasgasemissies. Hiermee werd een concreet gevolg
gegeven aan de ambitieuze en bindende doelstellingen waarover de Europese Raad
op 8 en 9 maart 2007 overeenstemming had bereikt. Door nu vast te leggen dat dit
moet leiden tot uitgewerkte besluiten voor het begin van 2009 heeft de EU
bevestigd zijn internationale leidende rol in de strijd tegen de
klimaatverandering te willen waarmaken.
Voorts bereikten de regeringsleiders overeenstemming over de noodzaak om het
hervormingsbeleid in het kader van de vernieuwde Lissabon-strategie met
voortvarendheid te continueren. De Lissabon-strategie werkt goed en helpt de
lidstaten om hun economische beleid gericht op werkgelegenheid, verhoogde
arbeidsparticipatie en innovatie te versterken. Hiermee kan Europa concurrerend
blijven in de globaliserende wereld. De nadruk blijft daarbij liggen op
uitvoering van de gemaakte afspraken.
De Europese Raad sprak over de stabiliteit van de financiële markten en de
noodzaak om het prudentiële kader en het risicobeheer van de afzonderlijke
financiële instellingen te verbeteren. Daarbij dienen de prikkels vooral van de
markt uit te gaan en dient te rigide additionele regelgeving te worden vermeden.
Tevens werd afgesproken dat de Europese Commissie voorstellen zal doen voor
de versterking van het proces van Barcelona, onder de naam 'Unie voor het
Middellandse Zeegebied'.
De ministers van Buitenlandse Zaken bespraken de situatie in Afghanistan. De
ministers van Financiën wijdden hun bijeenkomst aan de macro-economische
aspecten van het onderwijs.
Tevens heeft de minister-president de leden van de Europese Raad op de hoogte
gesteld van de opstelling van het Kabinet inzake de aangekondigde film over de
Koran van het Kamerlid Wilders.
Voorafgaand aan de Europese Raad vond de gebruikelijke gedachtewisseling
plaats met de voorzitter van het Europees Parlement, de heer Poettering. Zijn
interventie, evenals de conclusies van de Europese Raad treft U in de bijlage
van deze brief aan.
Klimaatverandering en energie
Met dit pakket maatregelen wordt het krachtige signaal afgegeven aan de
internationale onderhandelingspartners van de EU dat de EU vastberaden is de
afspraken na te komen die op de klimaatconferentie van Bali zijn gemaakt met het
oog op het bereiken van een wereldwijd akkoord in 2009 in Kopenhagen.
De Europese Raad benadrukt eveneens dat de 20 procent reductiedoelstelling
van de EU een opmaat is naar de 30 procent vermindering waarop de EU zal
overgaan zodra een adequaat internationaal klimaatakkoord tot stand komt.
De Europese Raad heeft vastgesteld dat het EU-emissiehandelsstelsel de
hoeksteen is van het geïntegreerde Europese klimaat- en energiebeleid en dat een
verbeterd emissiehandelsysteem tot stand moet komen door het vaststellen van
een gemeenschappelijk plafond voor de hele EU, de brede invoering van het
veilingprincipe en heldere afspraken voor de terugdringing van de uitstoot.
Daarnaast heeft de Europese Raad opnieuw gewezen op de noodzaak om voortgang te
maken met de nieuwe technologie voor de afvang en opslag van kooldioxide (Carbon
capture and storage) aan de hand van demonstratieprojecten. Deze
demonstratieprojecten zullen moeten worden voorzien van een concreet financieel
kader. De Europese Raad heeft met betrekking tot de inzet van biobrandstoffen,
de doelstelling van 10 procent bijmenging van biobrandstoffen bevestigd, waarbij
op aandringen van minister-president Balkenende werd aangetekend dat voorwaarde
voor realisatie daarvan is, dat zoals in 2007 werd afgesproken, ten eerste er
voldaan moet worden aan de duurzaamheidcriteria en er ten tweede sprake moet
zijn van commerciële beschikbaarheid van biobrandstoffen van de tweede
generatie. Voorts spraken de regeringsleiders af dat het risico van 'carbon
leakage' (verplaatsing van energie-intensieve industrie als gevolg van
concurrentienadelen op de wereldmarkt voortkomend uit de Europese
klimaatmaatregelen) op korte termijn geadresseerd moet worden. In de
overeengekomen formulering wordt de druk verhoogd om zo vroeg mogelijk
duidelijkheid te bieden aan de industrie. Op de te kiezen instrumenten wordt nog
niet vooruitgelopen. Tegelijkertijd is zeker gesteld dat geen hypotheek gelegd
wordt op de verdere besluitvorming en wordt evenmin getornd aan de
doelstellingen. In conclusie 24 wordt het belang benadrukt van spoedige
besluitvorming over het derde pakket maatregelen voor de interne gas-en
electriciteitsmarkt, op basis van de voorstellen van de Commissie.
Nederland is tevreden met deze conclusies, en onderschrijft ook de leidende
rol die de EU op zich zal nemen bij de uitwerking van de financiële architectuur
voor het VN-klimaatregime na 2012, een onderwerp waarvoor minister-president
Balkenende bijzondere aandacht heeft gevraagd. Tot slot werd het belangrijke
rapport over klimaatverandering en veiligheid van Hoge Vertegenwoordiger Solana
en Commissaris Ferrero-Waldner verwelkomt.
De Lissabon-strategie
De belangrijkste constatering van de regeringsleiders is dat de
Lissabon-strategie werkt en dat het hervormingsbeleid gericht op groei en werkg
elegenheid moet worden doorgezet. Minister-president Balkenende werd door de
voorzitter, premier Jansa, gevraagd dit onderwerp samen met enkele
collega-regeringsleiders in te leiden, mede omdat Nederland blijkens diverse
internationale onderzoeken hoog scoort in de implementatie van de Lissabon-st
rategie. De minister-president ging daarbij in op de maatregelen die in
Nederland zijn genomen, onder andere op het gebied van arbeidsparticipatie,
innovatie, het reduceren van de regeldruk en het creëren van een aantrekkelijk
ondernemingsklimaat.
De lidstaten moeten in de komende tijd verder aan de slag gaan met hun
landenspecifieke aanbevelingen in het kader van de hernieuwde Lissabon-strategie
voor de periode 2008-2010. Het gaat nu vooral om de concrete implementatie van
de afspraken. Daarbij blijft onverminderd de aandacht gericht op kennis en
innovatie, betere regelgeving, met name voor het midden-en kleinbedrijf, de
verdere verbetering van de interne markt en de versterking van het onderwijs in
het kader van de kenniseconomie. Voorts heeft de Europese Raad het belang
bevestigd van de versterking van de sociale dimensie van de Lissabon-strategie.
Daarbij wordt aangedrongen op concrete maatregelen om het percentage
vroegtijdige schoolverlaters terug te dringen, meer te doen aan
volwassenenonderwijs en de arbeidsparticipatie verder te verhogen. Voorts
besteedde de Europese Raad aandacht aan het beleid van de lidstaten op het
terrein van flexibiliteit en zekerheid op de arbeidsmarkten. Daarbij werd
benadrukt dat er niet één 'flexicurity'-formule is. Minister-president
Balkenende heeft nog eens gewezen op het grote belang van het terugdringen van
de administratieve lasten. Dit is in de conclusies opgenomen.
De stabiliteit van de financiële markten
De Europese Raad sprak over de turbulentie op de financiële markten. Vastgesteld
werd dat de primaire verantwoordelijkheid in het opvangen van de effecten hierv
an bij de particuliere sector ligt maar dat de autoriteiten in de EU klaar
staan om, waar nodig, regulerings-en toezichtsmaatregelen te treffen. Voor
Nederland is daarbij het uitgangspunt dat de marktpartijen zelf een sterke
prikkel hebben om tot oplossingen te komen. Gestreefd moet worden naar de juiste
balans tussen het eventueel aanscherpen of creëren van nieuwe regels voor de
financiële sector enerzijds en innovatie in het mondiale financiële systeem
anderzijds. Met betrekking tot de staatsinvesteringsfondsen steunt Nederland de
conclusie van de Europese Raad om op internationaal niveau te komen tot een
vrijwillige gedragscode voor staatsinvesteringsfondsen.
Afghanistan
Op initiatief van o.m. Nederland bespraken de ministers van Buitenlandse Zaken
tijdens hun werkdiner Afghanistan. Minister Verhagen bracht naar voren dat er
voortgang wordt geboekt door de NAVO en de VN en dat langzaam maar zeker de
EU-bijdrage aan de ontwikkeling van Afghanistan vruchten begint af te werpen.
Maar er is in de komende paar jaren nog veel te doen. Daarvoor is het nodig dat
de 3D-benadering de solide fundering blijft onder de gezamenlijke aanpak en
hiertoe voldoende middelen beschikbaar blijven alsook voldoende menskracht
(EUPOL).
Verschillende ministers waren kritisch over de vermindering van de
Commissie-bijdrage, maar stelden daarbij ook zelf meer fondsen beschikbaar te
zullen moeten maken. Minister Verhagen wees voorts op de noodzaak van
Afghanisering (ownership), lokalisering en regionalisering om tot een duurzame
opbouw te komen van de eigen Afghaanse capaciteiten. Daarnaast is meer aandacht
nodig voor de strijd tegen corruptie, mensenrechten, persvrijheid etcetera,
waarvan de Afghaanse autoriteiten steeds meer doordrongen zijn. Tevens zou dit
de boodschap moeten zijn bij de volgende JCMB-bijeenkomst begin juni in
Frankrijk. Tot slot sprak minister Verhagen over de EU-NAVO samenwerking: bij de
Navo-ministeriële begin maart was door NL gewezen op de noodzaak dat alle
NAVO-partners optimaal samen moeten werken wilden missies zoals in Afhanistan
(EUPOL) slagen, maar ook binnen de EU moest flexibiliteit worden getoond om tot
een optimale coördinatie te komen.
De Nederlandse inbreng werd breed gesteund.
Mogelijke internetfilm van het Kamerlid Wilders
Tijdens het diner van de staatshoofden/regeringsleiders heeft minister-president
Balkenende zijn collega's geïnformeerd over de stand van zaken naar aanleiding
van het voornemen van Kamerlid Wilders om een film over de Koran cq de Islam uit
te brengen op internet, en over de dienaangaande door het Kabinet gekozen
beleidslijn. Reden om deze toelichting te geven is de grote internationale
aandacht voor de aangekondigde film. Het is belangrijk dat de Unie en de
lidstaten snel en eensluidend kunnen reageren op de mogelijke
(buitenlandspolitieke) gevolgen van de verschijning van de film. Door Nederland
werd toegezegd het voorzitterschap en de andere lidstaten op de hoogte te houden
van de voor hen relevante ontwikkelingen.
Ministerie van Buitenlandse Zaken