Brussel, 17 maart 2007
Zuivelmarkt: Raad verhoogt melkquota met 2 procent vanaf april 2008
De ministers van Landbouw van de Europese Unie hebben vandaag het voorstel
van de Commissie goedgekeurd om de melkquota met ingang van 1 april 2008 met
2 procent te verhogen ten einde aan de toenemende vraag in de Europese unie
en op de wereldmarkt te voldoen. De verhoging, met in totaal 2,84 miljoen
ton, zal gelijkelijk over de 27 lidstaten worden verdeeld. Met dit voorstel
wordt niet vooruitgelopen op de resultaten van de aan de gang zijnde
doorlichting van de zuivelmarkt in het kader van de gezondheidscontrole van
het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), waarbij de Commissie reeds heeft
voorgesteld de quota geleidelijk te verhogen in het vooruitzicht van de
afloop van de quotaregeling op 31 maart 2015. In december heeft de Commissie
een verslag gepubliceerd waaruit blijkt dat de vraag naar melk in de periode
2003-2007 is toegenomen en naar verwachting zal blijven toenemen tot en met
2014. Zowel voor de vraag als voor de prijzen op de wereldmarkt zijn de
vooruitzichten gunstig. In het verslag wordt een verhoging met 2 % dan ook
volledig verantwoord geacht.
"Ik ben zeer verheugd dat de ministers met de verhoging van de
melkquota hebben ingestemd." Aldus Mariann Fischer Boel, lid van de
Commissie, bevoegd voor Landbouw en plattelandsontwikkeling. "De
voorbije jaren is de melkprijs duidelijk gestegen en is de vraag naar
hogere quota steeds luider gaan klinken. De komende jaren zal in
Europa en daarbuiten de vraag naar hoogwaardige zuivelproducten, met
name kaas, verder toenemen. Wij moeten onze boeren de middelen geven
om aan de stijgende vraag te voldoen. In het kader van de voorstellen
met betrekking tot de gezondheidscontrole in mei zal dit probleem
opnieuw op de tafel liggen. Wij moeten er alles aan doen om ervoor te
zorgen dat het verdwijnen van de melkquota in 2015 probleemloos kan
verlopen."
In het oorspronkelijke voorstel van de Commissie voor de hervorming
van het GLB van 2003 was onder meer sprake van een quotaverhoging met
2 % bovenop de reeds in Agenda 2000 voor 11 lidstaten goedgekeurde
verhoging met 1,5 %. De Raad heeft de extra verhoging evenwel
afgeblazen, maar heeft de Commissie wel verzocht om, zodra de
hervorming geheel is doorgevoerd, een verslag over de
marktvooruitzichten in te dienen ten einde op grond van dat verslag
een definitief besluit te kunnen nemen.
Bij de hervorming van 2003 is de regeling voor de zuivelmarkt ook op
enkele andere punten gewijzigd (onder meer zijn de interventieprijzen
voor boter en mageremelkpoeder verlaagd), waardoor beter en sneller
kan worden ingespeeld op de markt. Voorts is overeengekomen de
toepassing van de quotaregeling met ingang van april 2015 te
beëindigen. De gunstige marktontwikkelingen en de hervorming hebben er
samen toe geleid dat de uitvoerrestituties (voor de eerste keer sedert
de invoering van het systeem in 1968) momenteel gelijk zijn aan nul en
de interventievoorraden volledig zijn verdwenen. Bovendien wordt er
helemaal geen steun meer verleend voor de afzet, wat overigens een van
de bedoelingen was van de hervorming.
Uit het verslag blijkt bovendien dat in de periode 2003-2007 een extra
hoeveelheid van 5,5 miljoen ton melk tot kaas en verse melk is
verwerkt, terwijl de melkproductie zelf stabiel is gebleven.
Volgens de Commissie zou in de periode 2007-2014 nog eens ongeveer 8
miljoen ton extra nodig zijn om aan de groeiende vraag op de interne
markt, vooral naar kaas, te kunnen voldoen. Ondertussen blijven ook de
vooruitzichten op de wereldmarkt gunstig en zou vooral op de opkomende
markten de vraag naar levensmiddelen uit de EU verder aantrekken.
Zonder aanpassing van de quota zou de EU de voordelen van de stijgende
vraag en de hoge prijzen volledig mislopen.
De Commissie komt tot de conclusie dat op de markt meer dan voldoende
absorptiecapaciteit aanwezig is voor een verhoging van de quota met 2
%. Hoewel de Commissie ervan uitgaat dat de verhoging volledig zal
worden benut, zal de werkelijke impact op de productie waarschijnlijk
minder groot zijn omdat de nationale quota momenteel niet in alle
lidstaten volledig worden gebruikt.
http://ec.europa.eu/agriculture/markets/milk/index_en.htm
BIJLAGE
Nationale quota
Lidstaat
Hoeveelheid (in kg)
België
3 427 288 740
Bulgarije
998 580 000
Tsjechië
2 792 689 620
Denemarken
4 612 619 520
Duitsland
28 847 420 391
Estland
659 295 360
Ierland
5 503 679 280
Griekenland
836 923 260
Spanje
6 239 289 000
Frankrijk
25 091 321 700
Italië
10 740 661 200
Cyprus
148 104 000
Letland
743 220 960
Litouwen
1 738 935 780
Luxemburg
278 545 680
Hongarije
2 029 861 200
Malta
49 671 960
Nederland
11 465 630 280
Oostenrijk
2 847 478 469
Polen
9 567 745 860
Portugal
1 987 521 000
Roemenië
3 118 140 000
Slovenië
588 170 760
Slowakije
1 061 603 760
Finland
2 491 930 710
Zweden
3 419 595 900
Verenigd Koninkrijk
15 125 168 940
European Union