De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
2513AA22XA
Ons kenmerk AM/SAM/2008/5353
Datum 17 maart 2008
Onderwerp Arbeidsdeelname allochtone vrouwen
Tijdens de behandeling van de Emancipatienota op 7 november 2007, is de motie van het
Kamerlid Arib aangenomen die het kabinet verzoekt voor 1 maart 2008 te komen met een
uitgewerkt plan van aanpak ter bevordering van de arbeidsparticipatie van allochtone vrouwen.
Aanleiding voor de motie is de zorg van de Kamer over de hoge werkloosheid onder
allochtone vrouwen.
Ik deel de zorg van de Kamer over de kansarme positie van veel allochtone vrouwen. Ik besef
dat het een moeilijk te bemiddelen groep is, vanwege de cumulatie aan belemmeringen waar
zij mee te maken hebben. Velen zijn en beperkt taalvaardig en lager opgeleid, hebben en een
beperkt netwerk en hebben te maken met vooroordelen bij werkgevers. Daarnaast worden ze
soms belemmerd door culturele opvattingen over de rol van de vrouw. Een positieve
ontwikkeling is echter dat zij hun achterstand snel lijken in te lopen. Volgens de laatste CBS -
cijfers (zie bijlage), is over de periode 2006 en 2007 voor niet-westerse allochtone vrouwen
sprake van een daling van de werkloosheid met bijna vier procentpunten van 17,0 naar 13,1
procent, tegenover een daling van 0,7 procentpunt voor autochtone vrouwen.
Maatregelen - algemeen
Toch zijn allochtone vrouwen nog steeds 2,5 keer vaker werkloos dan autochtone vrouwen.
Om die reden blijven allochtone vrouwen mijn volledige aandacht houden, evenals andere
groepen die een grote afstand hebben tot de arbeidsmarkt. Het kabinet zet een veelvoud aan
maatregelen in die degenen die ver van werk staan ondersteunen en de arbeidsparticipatie
substantieel kunnen bevorderen: de individualisering van de heffingskorting, participatiebanen,
loonkostensubsidies, het wegnemen van belemmeringen voor eigen ondernemerschap, etc.
Belangrijkste partners in dit geheel zijn gemeenten en uitvoeringsorganisaties (CWI, UWV),
die gezamenlijk verantwoordelijk zijn om maatwerk op decentraal niveau te verzorgen.
Coördinatie van de maatregelen vindt plaats via het actieprogramma Iedereen Doet Mee, dat
gemeenten stimuleert om te werken aan duurzame re-integratie voor mensen die extra
ondersteuning nodig hebben, zoals allochtone vrouwen. Gemeenten leveren sinds de invoering
van de WWB een belangrijke bijdrage aan de realisering van een soepele keten van werk en
inkomen. Op de locaties voor werk en inkomen (LWI's), die werkzoekenden en werkgevers
Ons kenmerk AM/SAM/2008/5353
geïntegreerde dienstverlening aanbieden, werken gemeenten samen met ketenpartners UWV
en CWI.
Op het verzoek in de motie om tot meetbare doelen te komen verwijs ik dan ook naar de
algemene doelstelling die in het kader van Iedereen Doet Mee is geformuleerd, in samenspraak
met sociale partners en gemeenten, om de totale arbeidsparticipatie te verhogen naar 80
procent in 2016. Alleen als ook degenen die nu niet participeren, gaan deelnemen aan de
arbeidsmarkt is het mogelijk om het huidige niveau van welvaart en voorzieningen ook voor
toekomstige generaties te behouden.
Ik ben van mening dat de maatregelen die worden ingezet om die 80 procent te realiseren, ook
de positie van veel allochtone vrouwen zullen verbeteren. Een belangrijke impuls gaat
bovendien uit van het bestuurlijk akkoord uit 2007 tussen SZW en VNG om 75.000
bijstandsgerechtigden en 25.000 niet-uitkeringsgerechtigden (nuggers) in de periode 2007 -
2011 aan werk te helpen of maatschappelijk te laten participeren. Vooral met gerichte
investeringen in de groep nuggers valt veel winst te halen voor allochtone vrouwen. Uit het in
oktober 2007 gepresenteerde rapport van de RWI `De drempel over' blijkt dat ruim tweederde
van de 500.000 nuggers die graag willen werken vrouw is. Vooral in de grote steden bevindt
zich onder deze groep een aanzienlijk percentage allochtone vrouwen.
Andere initiatieven waarmee allochtone vrouwen worden bereikt zijn de maatregelen die
inspelen op de tekorten in de maatschappelijk zo belangrijke zorgsector. Samen met VWS en
OCW financiert SZW een zevental regionale proefprojecten die bijdragen aan de bestrijding
van personeelstekorten in deze sector. De pilots richten zich op toeleiding, doorstroom en
maatschappelijke participatie. De deelnemers volgen allen duale of EVC-trajecten. Daarnaast
is SZW met VWS voornemens om deze regionale aanpak landelijk uit te breiden. Daarover
zult u binnenkort worden geïnformeerd. De nadruk ligt daarbij op structurele samenwerking
tussen gemeentelijk arbeidsmarktbeleid en het arbeidsmarktbeleid vanuit zorginstellingen.
Ten slotte start ik in 2009 een experiment om te onderzoeken hoe we het combineren van
arbeid en zorg voor alleenstaande ouders financieel aantrekkelijker kunnen maken. Het betreft
hier een experiment op grond van artikel 83 WWB. Op basis van de uitkomsten kan worden
nagegaan of en hoe een aansluiting is te maken tussen de WWB en de Wet Voorzieningen
arbeid en zorg alleenstaande ouders (Wet Vazalo). Afhankelijk van de duur van het experiment
zijn de uitkomsten ervan te verwachten in 2010 of 2011. Voor meer informatie over dit
experiment verwijs ik u naar mijn brief aan de Kamer van 27 november 2007.
---
Ons kenmerk AM/SAM/2008/5353
Maatregelen allochtonen algemeen
Voor vergroting van de kansen van allochtone jongeren volgt het kabinet de aanbevelingen
van het SER advies `Niet de afkomst maar de toekomst'. Deze komen ook ten goede aan jonge
allochtone vrouwen. De belangrijkste elementen van de kabinetsinzet zijn:
- Actief bestrijden van discriminatie en bevorderen van diversiteitsbeleid
- Voldoende stageplaatsen creëren die ook open staan voor allochtone leerlingen
- Ontwikkelen van een handreiking soft skills (sociale vaardigheden)
- Hulp bij het zoeken naar werk door coaching, netwerkvorming, intensieve bemiddeling
- Regionale banenplannen in de grote steden
- Banenoffensief vluchtelingen
- Onderzoek naar de effecten van re-integratie bij allochtonen
- Stimuleren van ondernemerschap onder allochtonen
Maatregelen allochtone vrouwen
Ten slotte steunt SZW een reeks initiatieven die specifiek op allochtone vrouwen zijn gericht.
Op initiatief van de regiegroep `Allochtone vrouwen en arbeid', die van 2006 tot en met 2007
de voortgang bewaakte van de afspraken die de commissie PAVEM maakte met gemeenten en
partijen op het gebied van werk heeft aangezet tot het verbeteren van de kansen voor
allochtone vrouwen, worden tien gemeentelijke projecten gefinancierd om allochtone vrouwen
naar werk te bemiddelen. Aan de hand van deze projecten is een handreiking ontwikkeld die
gemeenten kan helpen bij hun participatiebeleid voor allochtone vrouwen. De handreiking, die
begin maart verschijnt, is onderdeel van een trainingsmodule die dit jaar aan medewerkers van
gemeenten en CWI wordt aangeboden. Doel van de trainingsmodule is om de ervaringen uit de
projecten te laten beklijven en toe te werken naar structureel en samenhangend beleid voor de
doelgroep.
Aanvullend op de hierboven genoemde proefprojecten in de zorg, trekken VWS en SZW ook
samen op in de ontwikkeling van een zestal zorgpilots waarbij zorgwerkgevers specifiek
allochtone (Turkse en Marokkaanse) vrouwen werven. Deze pilots lopen tot eind 2008,
respectievelijk halverwege 2009. Aan de hand van de resultaten zal ik besluiten of een
intensivering van dit initiatief tot de mogelijkheden behoort.
Daarnaast heeft SZW in 2007 samen met WWI en OCW het initiatief genomen voor het
project Duizend en één Kracht dat in drie jaar tijd 50.000 allochtone vrouwen in
vrijwilligerswerk wil laten instromen. Gemeentelijke regie en een samenhangende aanpak
staan hierbij centraal. In zes gemeenten lopen er nu pilots. In de komende periode zullen ook
andere gemeenten worden gestimuleerd tot deelname. Aangezien volgens gegevens van
samenwerkingspartner het Landelijk Overleg Minderheden (LOM), 80 procent van de
deelnemende vrouwen betaald werk ambieert, wil ik verkennen of het mogelijk is om de
doelstelling van Duizend en één Kracht te verbreden en de deelnemende gemeenten te
stimuleren om door inzet van EVC-trajecten deze vrouwen naar werk te begeleiden.
---
Ons kenmerk AM/SAM/2008/5353
Ik ben van mening dat genoemd beleid inspeelt op de belemmeringen waarmee allochtone
vrouwen worden geconfronteerd en gemeenten in voldoende mate faciliteert bij hun streven
om allochtone vrouwen tot participatie te stimuleren. Ik voel me in die opvatting gesteund
door de recente gunstige ontwikkeling dat steeds meer allochtone vrouwen een baan vinden.
Het is nu aan gemeenten om een forse impuls te geven aan de arbeidsparticipatie van
allochtone vrouwen en het bestuurlijk akkoord te vertalen naar concrete banen. Ik zie dan ook
geen aanleiding om aanvullend op de regionale initiatieven een plan van aanpak te realiseren.
Uiteraard volg ik de ontwikkelingen op de voet en zal ik de Kamer regelmatig informeren over
de resultaten van mijn beleid voor allochtone vrouwen.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(A. Aboutaleb)
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid