14 maart 2008
Vanochtend heeft de SER een advies over kernenergie vastgesteld.
Hierin bepleit de SER dat het kabinet alle energieopties, inclusief
kernenergie, op een zakelijke en gelijkwaardige manier laat
onderzoeken. Dat moet gebeuren op basis van de criteria
betrouwbaarheid, milieubelasting, veiligheid en betaalbaarheid. De SER
vindt dat de uitkomsten van dit onderzoek een rol moeten spelen bij de
evaluatie van het klimaat- en energiebeleid die het kabinet van plan
is in 2010 uit te voeren met het oog op de doelstellingen voor 2020.
SER-voorzitter Alexander Rinnooy Kan, tevens voorzitter van de
commissie van voorbereiding, zei niet de illusie te hebben gehad dat
partijen het over alle punten eens zou worden. De zakelijke,
constructieve en open discussie in de commissie heeft opgeleverd dat
er eenstemmigheid is over de noodzaak van energiebesparing en van
onderzoek naar hernieuwbare energie. Ook is men het erover eens dat
noch kolen, noch gas, noch kernenergie voldoet aan alle eisen van
duurzaamheid. Unaniem vindt men dat energiebeleid niet meer kan zijn
dan randvoorwaardenbeleid. Onzeker blijft hoe de technologie en het
klimaat zich zullen ontwikkelen. Over twee randvoorwaarden kon men het
niet eens worden: over veiligheid en afvalverwerking van kernenergie.
Mirjam de Rijk, voorzitter van de Stichting Natuur en Milieu, met
Vereniging Milieudefensie de milieuorganisatie die ook in de commissie
van voorbereiding was vertegenwoordigd, stelde dat we kernenergie niet
nodig hebben om onze klimaatdoelstellingen te halen. Kernenergie is
niet veilig, niet duurzaam en niet goedkoper, maar eerder duurder dan
andere vormen van energie, betoogde zij.
Zij zag dan ook geen reden om uitbreiding van kernenergie al over twee
jaar te heroverwegen, zoals het advies bepleit.
Professor Wim Turkenburg, energiedeskundige en onafhankelijk lid van
de commissie, was - in tegenstelling tot sommige critici uit de
technische hoek - van mening dat het onderwerp toekomstig
energiebeleid zich prima leent voor een brede discussie in
SER-verband. De discussie over kernenergie moet je niet overlaten aan
techneuten, vond hij. Al in 1992 werden de vier randvoorwaarden
opgesteld voor de besluitvorming over kernenergie: neem schone
alternatieven in ogenschouw; zorg voor betere technologie rondom de
veiligheid; laat de overheid zich beperken tot regelgeving en het
stellen van normen en geef maatschappelijke groeperingen en
belanghebbenden ook een rol. Het SER-advies bevat al deze vier lijnen.
Er is geen overeenstemming binnen de commissie over al deze
randvoorwaarden, maar de grote winst is dat het debat op basis van
feiten en in een bredere context wordt gevoerd. Ook is nu duidelijk
wat de bandbreedte is van dit debat.
FNV-voorzitter Agnes Jongerius zei namens de drie vakcentrales
tevreden te zijn met het geslaagde advies. Het is het product van een
open en zakelijke dialoog over kernenergie. De werknemers vinden dat
meer moet worden geïnvesteerd in hernieuwbare bronnen. Nu wordt bij
kernenergie nog niet aan de randvoorwaarden van veiligheid voor mens
en milieu voldaan. De technologische ontwikkelingen gaan echter door.
Daarom moet op voorhand geen enkele energieoptie worden uitgesloten.
Kernenergie moet uit de taboesfeer worden gehaald. Over de mitsen en
maren moet vrijelijk kunnen worden gesproken.
Het kroonlid Cees Sterks, lid van de voorbereidingscommissie, vond het
een boeiend adviesproject. De Fact Finding Study van ECN heeft
bijgedragen aan een verzakelijking van de discussie in de commissie.
Hij was het als econoom oneens met ECN dat de inzet van meer
kernenergie niet tot een lagere energieprijs zou leiden. Heel
belangrijk is dat, gegeven de vele onzekerheden, geen opties worden
uitgesloten, betoogde hij.
VNO-NCW-voorzitter Bernard Wientjes, sprekend namens de drie
ondernemerscentrales, onderstreepte dat duurzame energievoorziening
niet hetzelfde is als milieuvriendelijke energievoorziening. Een
duurzame energievoorziening is voorzieningszeker, is schoon met nadruk
op een zo laag mogelijke CO2-uitstoot, is veilig en is betaalbaar.
Nieuwe inzichten zorgen voor het besef dat we niet meer in de luxe
positie verkeren om energieopties al te makkelijk af te wijzen. Dat
besef heeft ertoe geleid dat partijen bereid zijn oude posities op een
rationele manier te heroverwegen. Hij riep de politiek op snel te
beginnen met het opvolgen van het SER-advies, omdat we ons geen
tijdverlies kunnen permitteren.
---
Sociaal-Economische Raad