RAI Vereniging en BMW Group Nederland winnen cassatieberoep
(3/14/2008)
RAI Vereniging en BMW Group Nederland zijn vandaag door de Hoge Raad
in het gelijk gesteld in hun cassatieberoep tegen een uitspraak van
het Gerechtshof in Amsterdam inzake BPM op inbouw accessoires.
Kern van het arrest van de Hoge Raad
Na vele jaren procederen heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan over
de BPM heffing bij het monteren van accessoires door dealers op nieuwe
auto's. Het Gerechtshof Amsterdam meende, dat de inspecteur de
aanslagen op een redelijke manier had berekend door uit te gaan van
een steekproef en een extrapolatie van de aldus verkregen gegevens. De
Hoge Raad heeft die uitspraak nu verworpen. RAI Vereniging en BMW
Group Nederland werden in deze zaak vertegenwoordigd door Vincent
Dielwart van KPMG Meijburg & Co te Den Haag.
Juridische argumentatie Hoge Raad en details van de uitspraak
De voldoening van BPM op aangifte geschiedt door een importeur namens
elk der betrokken kentekenhouders. Volgens de Hoge Raad brengt dit mee
dat een constatering van het in gebreke zijn gebleven om het juiste
bedrag aan BPM te voldoen, slechts kan geschieden onder aanwijzing van
de kentekenhouder wiens belastingschuld het betreft. Voor een
naheffingsaanslag die niet is te herleiden tot een dergelijke
constatering is in het heffingsstelsel van de Wet BPM, voor zover
daarbij een rol is toegedacht aan de importeur, derhalve geen plaats,
aldus de Hoge Raad. Hieruit volgt dat het Hof ten onrechte heeft
geoordeeld dat de Inspecteur de naheffingsaanslag mocht berekenen op
grond van een extrapolatie van de resultaten van de steekproef, nu in
zoverre de naheffingsaanslag niet aan die eis voldoet.
AutoRai