ChristenUnie
Ingrijpen in gezin moet gericht zijn op herstel
Ingrijpen in gezin moet gericht zijn op herstel
vrijdag 14 maart 2008 15:14 Komt Andre Rouvoet in zijn beleid als
minister van Jeugd en Gezin niet te ver achter de voordeur, als hij
vindt dat de overheid in geval van nood in een gezinssituatie moet
kunnen ingrijpen? En komt hij daarmee niet in strijd met het door hem
beleden antirevolutionaire beginsel van soevereiniteit in eigen kring?
Hier klonk op een congres in Leiden, eerder deze week, twee maal een
'nee' van de bewindsman.
De discussie die we nu politiek en maatschappelijk voeren, gaat vooral
over de vraag in hoeverre de overheid zich mag bemoeien met de
opvoeding als het mis dreigt te gaan. Het gaat uiteindelijk over de
vraag of de overheid mag ingrijpen in het ouderlijk gezag als er nog
geen sprake is van kindermishandeling, maar wel van dreigende
opgroeiproblemen of het weigeren van hulp door de ouders.
Ondertoezichtstelling
Op dit moment is er een wetsvoorstel in voorbereiding om de gronden
voor ondertoezichtstelling te verruimen. Daarmee verruimt de wetgever
de mogelijkheid voor de rechter om zich in de verantwoordelijkheid van
de opvoeder te begeven. De vraag is hoe dit zich verhoudt tot mijn
politieke traditie, waarin altijd zeer terughoudend met deze rol van
de overheid is omgegaan: het beginsel van soevereiniteit in eigen
kring.
Deze gedachte komt er in essentie op neer dat verbanden waarin mensen
samenleven een eigen aard kennen. Deze verbanden zijn nevengeschikt,
en niet tot elkaar te herleiden Zo is het gezin niet af te leiden van
de staat. Dit inzicht heeft als consequentie dat een opvatting die we
nog wel eens tegenkomen, namelijk dat de opvoeding van de kinderen
door de staatsgemeenschap (gedeeltelijk) aan het gezin is gedelegeerd,
fundamenteel van de hand moet worden gewezen.
Infrastructuur
Ik zie het als de hoofdtaak van de staat om de publieke gerechtigheid
te bevorderen. Dit betekent dat de overheid een schild moet zijn voor
de zwakken en het onrecht moet bestrijden. Daarnaast heeft zij een
voorwaardenscheppende taak: het ontwikkelen van een infrastructuur,
zodat andere verbanden zich naar hun eigen aard kunnen ontwikkelen en
tot hun recht kunnen komen.
Als het nodig is dient de overheid, zo veel mogelijk tijdelijk, taken
van andere maatschappelijke verbanden waar te nemen, als die
infrastructuur onvoldoende blijkt. Wanneer de mogelijkheden van ouders
onaanvaardbaar tekortschieten, als zij daardoor hun taken niet kunnen
uitoefenen en daardoor de rechten van hun kinderen geschonden worden
(zij hebben geen veilige omgeving en worden bedreigd in
ontwikkelingsmogelijkheden), en de overheid treedt op om dat te
voorkomen of te beëindigen, dan is er vanuit de gedachte van
soevereiniteit in eigen kring geen sprake van onrechtmatige
staatsbemoeienis of overschrijden van grenzen, maar juist van een
staat die in eigen rechte aan zijn unieke roeping invulling geeft. Ik
benadruk hierbij dat dit overheidsoptreden zo veel mogelijk tijdelijk
moet zijn, en gericht op het hernemen van de eigen
verantwoordelijkheid door, in dit geval, de ouders.
Bij het scheppen van voorwaarden valt te denken aan
inkomensondersteuning, aan wetgeving die het combineren van arbeid en
zorg ondersteunt, en aan het beschikbaar stellen van opvoedadvies op
vrijwillige basis. De overheid kan ook wijzen op het bestaan van
relatiecursussen, om partners te helpen bij het dragen van hun
verantwoordelijkheid elkaar trouw te blijven en de duurzame zorg voor
hun kinderen op zich te blijven nemen.
Ingrijpen
Als een gezin in problemen is geraakt, kan dit aanleiding zijn voor de
overheid om in te grijpen. Zo kan zij een hulp- of zorgtraject aan een
kind bieden, indien nodig buitenshuis, bijvoorbeeld in een pleeggezin.
Als ouders niet mee willen werken, maar het belang van het kind dit
vereist, zelfs tegen hun wil.
Dit ingrijpen moet echter incidenteel en zo veel mogelijk tijdelijk
zijn, gericht op herstel van het vermogen om zelfstandig
verantwoordelijkheid te dragen. Dit maakt zoiets als verplichte
opvoedondersteuning ook zo van belang. Het stelt ouders in staat hun
opvoedtaken beter op zich te nemen na terugkeer van het kind. Mijn
beleid is gericht op het 'toerusten tot verantwoordelijkheid'. Dat is
de essentie van waar ik met hart en ziel mee bezig ben. Voor deze
eerste minister voor Jeugd en Gezin een belangrijke en prachtige
opdracht, misschien wel júist met het oog zijn eigen
politiek-ideologische achtergrond.
Geschreven door Andre Rouvoet. Dit artikel verscheen 14 maart 2008 in
het Nederlands Dagblad op de opiniepagina en is een sterk bekorte
versie van de toespraak die minister Rouvoet deze week hield op een
congres over het familiebeleid van dit kabinet, georganiseerd door de
Protestantse TU in Leiden.