ECN


o Archief 2007
o Januari 2008
o Februari 2008

vrijdag 14 maart 2008 14:00

Ruimte genoeg voor biobrandstoffen in Europa

Petten - De EU biobrandstoffendoelstelling voor 2020 van 10% kan gehaald
worden met behulp van conventionele grondstoffen en huidige technologie,
zonder ingrijpende veranderingen in gebruik van landbouwgrond en gevolgen
voor het milieu. Het is echter de verwachting dat alleen geavanceerde tweede
generatie biobrandstoffen substantieel zullen kunnen bijdragen aan de
reductie van broeikasgasemissies en het verhogen van
energievoorzieningszekerheid. De introductie van deze geavanceerde
biobrandstoffen vereist ondersteunende maatregelen op verschillende
beleidsniveaus. Dit zijn de belangrijkste conclusies van het REFUEL-project
dat is uitgevoerd in opdracht van het Intelligent Energy Europe programma
van de EU. Op 14 maart zal het Biobrandstoffen Road Map eindrapport worden
gepresenteerd in Brussel.

Het potentieel aan biomassa kan beschikbaar worden gemaakt zonder de
voedsel- en voervoorziening in het geding te brengen. Verder is het
ook niet nodig om bossen, grasland en beschermde natuurgebieden om te
zetten in landbouwgrond. Dit laatste is essentieel aangezien recente
studies aantonen dat zulke veranderingen in grondgebruik kunnen leiden
tot verliezen van koolstof in de bodem waardoor elke
broeikasgasemissiereductie zou worden tenietgedaan. In de nieuwe
EU-lidstaten en Oekraïne heeft de landbouw alle kansen om gewas- en
veestapelopbrengsten te vergroten, waardoor landbouwgrond vrijkomt
voor de verbouwing van grondstoffen voor bio-energie.

Voordelen
De EU-doelstelling van 10% biomassa in 2020 kan gehaald worden met
behulp van binnenlandse productie van conventionele eerste generatie
biobrandstoffen en een beperkt aandeel import. Geavanceerde tweede
generatie biobrandstoffen zouden echter leiden tot grotere
klimaatwinst. Deze biobrandstoffen, die gemaakt worden van reststoffen
en houtachtige of grasachtige planten, hebben substantieel hogere
opbrengsten per hectare land en bieden veel betere kansen voor de
Europese industrie om een innovatieve sector te ontwikkelen. Dit zijn
de meest gebruikte argumenten voor het stimuleren van biobrandstoffen.
De REFUEL-analyses tonen aan dat biomassabeleid met een nadruk op deze
voordelen, zal leiden tot verbeterde kansen voor tweede generatie
biobrandstoffen. In vergelijking hiermee presteren conventionele
biobrandstoffen (biodiesel uit oliegewassen en bioethanol uit
suikergewassen en granen) minder goed.

Hindernissen
Voordat geavanceerde biobrandstoffen de markt op kunnen zullen echter
verschillende hindernissen genomen moeten worden. De vereiste
productietechnologie zal verder ontwikkeld en ingezet moeten worden
evenals nieuwe toeleveringsketens voor land- en bosbouwreststoffen en
-gewassen. Om deze hindernissen te overwinnen is een gunstig en
stabiel investeringsklimaat nodig, meer nog dan voor de huidige
biobrandstoffen. Verder toont REFUEL aan dat sectoroverschrijdende
strategieën kunnen helpen bij het wegnemen van deze hindernissen.
Enkele voorbeelden zijn de aanvankelijke ontwikkeling van
biomassatoeleveringsketens voor stroomopwekking en de integratie van
biomassacentrales in stadsverwarmingssystemen. In dit kader zal de rol
van Centraal- en Oost-Europese landen cruciaal zijn aangezien deze
regio het grootste deel van het grondstoffenpotentieel herbergt.

Het REFUEL-project, met een looptijd van twee jaar, wordt
gecoördineerd door het Energieonderzoek Centrum Nederland en
uitgevoerd door een consortium van zeven Europese instituten met
verschillende expertisevelden. Het team zal het Biobrandstoffen Road
Map rapport presenteren tijdens een persconferentie op 14 maart,
tijdens de World Biofuel Markets conferentie in Brussel.

---

---

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met ECN persvoorlichter
Florentine de Maar, tel: 0224 564050, of 06 12798123, e-mail:
demaar@remove-this.ecn.nl, web: www.refuel.eu.
---