ChristenUnie
Bijdrage debat over het verbod op sex met dieren
Bijdrage debat over het verbod op sex met dieren
donderdag 13 maart 2008 11:59
De heer Anker (ChristenUnie): Voorzitter. De ChristenUnie-fractie wil
de indiener van het voorliggende voorstel complimenteren met de
indiening ervan en feliciteren met de brede steun die ervoor in de
Kamer lijkt te bestaan, gezien de verslagen die wij hebben gelezen.
Het wetsvoorstel stelt het plegen van ontuchtige handelingen met een
dier strafbaar, evenals het verspreiden van afbeeldingen daarvan. De
ChristenUnie-fractie stemt in met het voorstel zoals dit, mede naar
aanleiding van haar vragen, gewijzigd is door de twee nota's. Daarmee
is het wetsvoorstel verbeterd.
Ook voor de ChristenUnie-fractie is seks met dieren moreel
verwerpelijk. Deze vorm van omgang tussen mens en dier is zo niet
bedoeld. Zij deelt de opvatting van de indiener dat dit een
afzonderlijke normstelling verdient in het Wetboek van Strafrecht,
afgezien van de huidige wettelijke mogelijkheden. Door daarnaast de
markt voor dierenpornografie te verkleinen met de invoering van een
verbod, kan een belangrijke slag worden geslagen in het voorkomen van
dit soort walgelijke handelingen.
Een belangrijke overweging voor de fractie van de ChristenUnie is ook
dat bestialiteit in veel gevallen niet op zichzelf staat. De indiener
verwijst daar ook naar. Bestialiteit is soms een opmaat tot praktijken
waarvan vrouwen of kinderen het slachtoffer worden. Hoe eerder wij
daders van dergelijke praktijken kunnen opsporen en vervolgen, hoe
liever ons dit is. Wij bieden dus steun aan het wetsvoorstel.
Ik heb nog één opmerking over de inhoud. In antwoord op onder andere
onze vraag heeft de indiener een nadere specificatie gegeven van de
handelingen die onder deze wet zullen vallen. De indiener wil geen
strikte afbakening geven omdat de opvattingen over wat wel en wat niet
toelaatbaar kan worden geacht mede bepaald worden door de tijdsgeest
en de omstandigheden van het geval. Deelt de indiener de mening van de
fractie van de ChristenUnie dat de omschrijving van de handelingen die
onder de wet zullen vallen wel de minimale ondergrens aangeeft? Wat
acht de indiener dan relativeerbaar met het oog op de tijdsgeest?