Kamerbrief alsmede beantwoording schriftelijke vragen van de leden Van
Gennip en Cörüz over de verhoormethode "waterboarding"
13-03-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Gaarne wil ik mede namens de minister-president voldoen aan het
verzoek van uw Kamer tijdens de regeling van werkzaamheden op 11 maart
jl. om de visie van de regering te vernemen op het recente veto door
president Bush van een Amerikaans wetsontwerp dat `waterboarding' als
verhoormethode geheel zou hebben uitgebannen. In de bijlage treft u
tevens aan mijn antwoorden op de vragen van de leden Çörüz en Van
Gennip inzake omstreden verhoortechnieken (ingezonden op 12 maart 2008
met kenmerk 2070814490).
Naar het oordeel van de regering is het gebruik van `waterboarding' in
strijd met internationale mensenrechtenstandaarden. Het gebruik van de
techniek is meer in het bijzonder in strijd met de verplichtingen
voortvloeiende uit het VN-Verdrag tegen foltering en andere wrede,
onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing. De regering
veroordeelt het gebruik ervan dan ook ten enenmale. Ik moge in dit
verband ook wijzen op de mensenrechtenstrategie die uw Kamer eind
vorig jaar toeging (31263, nr. 1).
In de Verenigde Staten wordt omtrent deze gewraakte methode inmiddels
ook een stevig politiek debat gevoerd. Dit werd onder meer werd
aangewakkerd door de onthullingen voor de Senaat door generaal Hayden,
de directeur van de CIA. Hij stelde dat de CIA in de periode 2002-2003
in een beperkt aantal gevallen bij de ondervraging van een drietal
terrorismeverdachten daadwerkelijk `waterboarding' heeft toegepast.
Het ging daarbij om Khalid Sheikh Mohammed, Abu Zubayda en Abd
al-Rahim al-Nashiri. Hayden stelde daarbij ook dat de CIA deze
techniek al vijf jaar niet meer gebruikt. De Amerikaanse Attorney
General, Mukasey, weigerde desgevraagd tegenover het Amerikaanse
Congres het gebruik van `waterboarding' als onwettig te kenschetsen.
De Detainee Treatment Act uit 2005 heeft reeds een aantal
onduidelijkheden omtrent de behandeling van gedetineerden in de strijd
tegen het terrorisme weggenomen. Ook de Military Commissions Act uit
2006 heeft verbeteringen gebracht in de procesgang, alhoewel er nog
steeds fundamentele kritiek op mogelijk is. De regering acht het
bemoedigend dat het Amerikaanse Congres in reactie op de onthullingen
van Hayden heeft getracht via een artikel in de Intelligence
Authorization Act for Fiscal Year 2008 het gebruik van
ondervragingstechnieken te beperken tot de technieken die zijn
opgesomd in het Army Field Manual. Aldus zou het gebruik van
`waterboarding' de facto worden verboden. Deze wet werd gesteund door
afgevaardigden van zowel Democratische als Republikeinse huize. Het
verbod wordt tevens gesteund door een aantal prominente oud-generaals
en bekende veiligheidsexperts.
Op 8 maart jl. werd deze ontwerpwet getroffen door een presidentieel
veto. In zijn toelichting geeft president Bush hiervoor een aantal
redenen, waaronder het belang dat hij hecht aan een eigen,
geclassificeerd ondervragingsprogramma voor de CIA. Hij stelt met
nadruk dat zijn bezwaar niet gericht is tegen het impliciete verbod op
`waterboarding' als zodanig. Hij betoogt dat het Army Field Manual
geschreven is om de omgang met `legal combatants' te regelen en
derhalve niet integraal toepasbaar is voor de CIA. Bush stelt voorts
dat het openbaar maken van verschillende technieken
terrorismeverdachten in staat zou stellen om zich daarop voor te
bereiden.
Alhoewel president Bush stelt dat de CIA tegenwoordig géén gebruik
gemaakt van `waterboarding', blijft de theoretische mogelijkheid
bestaan dat er in de toekomst opnieuw gebruik van gemaakt wordt.
Daarom betreurt de Nederlandse regering het dat de president de
ontwerpwet niet heeft ondertekend om op deze wijze toekomstig gebruik
van `waterboarding' definitief uit te bannen. De Nederlandse regering
draagt dit op verschillende manieren richting de Amerikaanse
administratie uit, zowel in bilaterale contacten als ook in
multilateraal verband. Ik moge in dat verband wijzen op mijn toespraak
op 3 maart jl. tijdens de zevende zitting van de mensenrechtenraad in
Genève.
De regering zal haar standpunt over de ontoelaatbaarheid van het
gebruik van `waterboarding' consequent blijven uitdragen in contacten
met Amerikaanse autoriteiten.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Bijlagen
* Bijlage | PDF, 53 Kb
Ministerie van Buitenlandse Zaken