10 maart 2008
Goede checks and balances nodig bij publiek-private samenwerking
Oratie hoogleraar Van Montfort over publiek-private arrangementen
De verhouding tussen publiek en privaat is sinds de jaren negentig van de vorige eeuw ingrijpend veranderd. We leven inmiddels in een wereld waarin publiek en privaat vloeiend in elkaar overlopen: in semipublieke winkelcentra gelden andere regels dan buiten op straat, de NS-jaarkaart van een publieke werkgever wordt ook prive gebruikt, brede scholen combineren onderwijs en sportfaciliteiten-de lijst is schier eindeloos, laat Cor van Montfort zien in zijn oratie op vrijdag 14 maart aan de Universiteit van Tilburg. Maar is er nog voldoende sprake van democratische controle in deze publiek-private arrangementen? Is de overeenkomst in het belang van de burger of de klant? Houdt iedereen zich aan de afgesproken wetten en regels? Kortom is er sprake van goed bestuur?
Bij publiek-private arrangementen is sprake van zowel externe sturing als onderlinge concurrentie, samenwerking, overleg, onderhandeling, sturen op winst en sturen op kwaliteit. Bij dit soort extreem hybride prikkelstructuren neemt de betrouwbaarheid, in de zin van voorspelbaarheid, af zo betoogt Van Montfort.
Meer maatschappelijk ondernemerschap leidt in een aantal gevallen tot mooie innovaties en meer klantgerichtheid, maar kan ook de deur openen voor economische afwegingen op plekken en momenten waar dat ongewenst is. En ook de integriteitsrisico's (bijvoorbeeld ten aanzien belangenverstrengeling) zijn levensgroot in situaties waarin publiek en privaat helemaal met elkaar zijn verweven. Daarom is het goed om naast het enthousiasme over nieuwe vormen van dienstverlening ook het gezonde wantrouwen een plek te geven in het vormgeven van goed bestuur. Dat betekent dat goede checks and balances juist in deze nieuwe arrangementen heel belangrijk zijn. Bestaande klachtenregelingen, verslaggevingseisen, toezicht en regelgeving zijn nog sterk geent op oude sectorgebonden organisatievormen.
Bij publiek-private arrangementen liggen goed en slecht bestuur dicht bij elkaar, aldus Van Montfort. De grens tussen wat mag en wat niet mag, wat wel en niet moreel aanvaardbaar is, is diffuus. Waar ligt de grens tussen publiek ondernemerschap en gewoon ondernemerschap? Zijn de megafusies en het ontstaan van landelijke netwerken van zorg-, wonen en welzijnsinstellingen een teken van klantgerichte ketendienstverlening of van gedwongen winkelnering en monopolievorming?
Van Montfort is van plan de komende jaren een onderzoeksprogramma op te zetten rond de effectiviteit en efficiency van publiek-private arrangementen op uiteenlopende terreinen zoals zorg, wonen, veiligheid, kunst, defensie, landbouw en milieu. Daarbij zal hij speciale aandacht besteden aan de manier waarop de checks and balances vorm krijgen en aan de rol van het bedrijfsleven bij het behartigen van publieke belangen en publieke waarden.
Prof. dr. C.J. van Montfort (1961, Schaesberg) studeerde politicologie in Nijmegen en promoveerde in 1995 aan de Universiteit van Utrecht op bestuurlijke vernieuwing. Sindsdien is hij werkzaam bij de Algemene Rekenkamer in Den Haag, de laatste jaren als projectleider en sectormanager. Sinds 1 mei 2007 is hij aangesteld als bijzonder hoogleraar 'Goed bestuur bij publiek-private arrangementen' aan de Universiteit van Tilburg. De Algemene Rekenkamer draagt ook bij aan de financiering van de leerstoel, die voor vijf jaar is ondergebracht bij de Tilburgse School voor Politiek en Bestuur (TSPB) van de Faculteit Rechtsgeleerdheid.
Universiteit van Tilburg