ChristenUnie
Overleg over het Grote Merengebied
Overleg over het Grote Merengebied
donderdag 13 maart 2008 14:09
Het is goed wat positieve berichten te horen over één van de meest
fragiele regio's in deze wereld. Strijdende partijen in verschillende
landen (Rwanda en Congo, akkoorden van Goma; en tussen Uganda en de
LRA; Burundi en FNL) zijn ten minste weer met elkaar in gesprek, dé
belangrijkste voorwaarde voor mogelijke oplossing van conflicten.
* Uit de brief blijkt duidelijk de grote betrokkenheid van Nederland
met de regio. De minister is co-voorzitter van de vrienden van de
Grote Merenconferentie en kan zo een belangrijke rol spelen in het
bevorderen van vrede en stabiliteit. Steun natuurlijk voor de
inzet die de stabiliteit bevordert.
* Maar, juist gezien de grote betrokkenheid en het feit dat NL een
grote donor is zou de fractie van de ChristenUnie graag meer
duidelijkheid willen zien over de inzet van NL in het Grote
Merengebied. Wat zijn volgens de minister bijvoorbeeld de
belangrijkste oorzaken van de zich vaak herhalende conflicten in
deze regio? Hoe speelt de minister in op problemen in deze regio
die ontstaan als gevolg van klimaatproblemen? (nota van Solana
verschenen hoe de EU op gevolgen van klimaat voor veiligheid en
stabiliteit kan reageren) Op wat voor manier krijgt
conflictpreventie een plaats in het Nederlandse beleid?
* Samengevat: op wat voor manier wil de minister vrede, stabiliteit,
duurzame veiligheid en ontwikkeling te bereiken in het Grote
Merengebied, zoals verwoord in zijn beleidsbrief `Een zaak van
iedereen'. De minister ziet de regio langzaam in positieve
richting gaan, maar concludeert ook zelf dat een goede afloop nog
lang niet gegarandeerd is.
Eigen visie op de Grote Meren?
* Een dergelijke gedegen nota/kader is des te meer gewenst daar
Nederland aan landen als Rwanda en Uganda begrotingssteun geeft.
Beoordeling van deze steun vraagt een breder kader dan een
regelmatige terugkoppeling. Bovendien kan met een nieuw
visie-document (eerdere kwamen uit in 1998, 2001 en 2004) de
nieuwste uitkomsten van verschillende besprekingen en
conferenties, beter afgezet worden tegen de beoogde doelstellingen
in de regio van Nederland en de internationale gemeenschap.
IOB evaluatie Grote Merenbeleid (14.6 aanbevelingen)
Graag een reactie op de aanbevelingen van het IOB als het gaat om het
grote merengebied:
1) Het is aan te bevelen beleid voor conflictregio's niet te baseren
op de categorieën partnerland en niet-partnerland, maar op de
conflictcyclus en de fase waarin betrokken landen verkeren. (In de
préconflictfase passen bemiddeling en diplomatie, in de conflictfase
bemiddeling en militaire operaties, in de postconflictfase
stabiliserings- en wederopbouwactiviteiten.)
2) Als Nederland de gehele conflictcyclus wil bestrijken,
veronderstelt dit een zeer brede inzet van instrumenten (van
diplomatie tot militair ingrijpen en wederopbouw). Het is de vraag of
Nederland deze brede inzet altijd en alleen moet nastreven. Het
verdient overweging om zich binnen multilateraal vredesbeleid te
concentreren op complementaire bijdragen waarvoor specifieke
Nederlandse deskundigheid en ervaring, inclusief landenkennis, nodig
is.
Akkoorden
* Dan de akkoorden zelf. De minister is behoorlijk hoopvol gestemd.
Ik wil die hoop graag met hem delen, maar constateer wel dat de
echte akkoorden nog gesloten moeten worden, behalve in het geval
van Congo. Daadwerkelijke uitvoer van afspraken en sluiten van
akkoorden is dus nog even afwachten... Ik wil niet al te somber
zijn, maar de ervaring leert dat gesloten of bijna-gesloten
akkoorden soms zo weer in de la liggen...
* Kan de minister ook wat meer ingaan op de inhoud van de akkoorden?
In de brief wordt gesproken over de akkoorden van Goma, het
vredesakkoord van Uganda, het Comprehensive Ceasefire Agreement,
maar zonder verdere uitwerking. Hoe ziet de minister een rol voor
Nederland weggelegd bij de uitvoering van deze akkoorden?
* De minister benoemd voor Congo en Burundi de sectoren veiligheid
en ontwikkeling en voor Rwanda en Uganda, het bereiken van de
millenniumdoelen en goed en democratisch bestuur en het bevorderen
van groei en verdeling.
Congo
* Hoe zeker is bijvoorbeeld de medewerking van generaal Nkunda? De
minister benoemt als positief gevolg van de nederlaag van het
Congolese leger dat de weg vrij is naar dialoog. Maar voorzitter,
ik zie hierin ook een andere kant, namelijk dat is gebleken dat
generaal Nkunda en zijn strijders sterker zijn dan het Congolese
leger. Het voordeel is aan zijn kant, medewerking is dus zeer
fragiel. Ziet de minister deze kant ook?
Rwanda
* En hoe is de rol van Rwanda hierin? Er blijft onduidelijkheid
bestaan over de steun voor Nkunda van de Rwandese overheid. Voor
regionale stabiliteit is het van belang dat Rwanda de Congolese
overheid ondersteunt in pogingen de vrede te bevorderen. (en
omgekeerd dat Congo de Rwandese overheid steunt in pogingen een
akkoord te bereiken met de FDLR).
* In de beantwoording op kamervragen van collega's van Gennip en
Ferrier schrijft de minister dat hij de kritische dialoog met
Rwanda blijft voeren. We lezen in de brief van 7 maart dat er bij
Rwanda gelukkig ook resultaten geboekt worden: doodstraf
afgeschat, gevangenisregime verbeterd, de wet politieke
campagnevoering op lokaal niveau. De minister ziet hierin een
duidelijke verbetering van de mensenrechtensituatie in Rwanda.
Maar waarom hebben de Medefinacieringsorganisties dan een ander
beeld. Zij signaleren, samen met Rwandese
mensenrechtenorganisaties een toenemende beperking van civiele en
politieke rechten, in aanloop naar de parlementaire verkiezingen
(sept 2008). Bevriezen van banktegoeden van
mensenrechtenorganisaties, beperking in bewegingsvrijheid in het
monitoren van pre-electorale ontwikkelingen. Hoe verklaard de
minister dit?
* De MFO's vragen om Acute bescherming van de Rwandese
mensenrechtenorganisatie Liprodhor.
* Een Geharmoniseerde strategie ter verdediging van de mensenrechten
in Rwanda
* Politieke druk om pre-electoraal proces transparant te laten
verlopen.
Uganda
* In relatie hiermee wil ik ook ingaan op de begrotingssteun aan
Uganda. Los van de vanzelfsprekende steun voor alle acties gericht
op het bevorderen van akkoorden met de LRA, heb ik toch wel wat
vragen over de verdere ontwikkeling in dit land, zoals aangegeven
door het Oeganda Platform. Er is:
+ Minder ruimte voor het maatschappelijk middenveld
+ Blijvende grote corruptie en patronage
+ Schending van mensenrechten
* De Nederlandse begrotingssteun is in de afgelopen jaren al gekort.
Ook het Oeganda platform geeft aan dat overheidsteun als zodanig
hier niet geschikt is als politiek instrument, ook al is het
gekoppeld aan bepaalde sectoren. De minister zegt zelf ook dat hij
grote zorgen heeft over de mate van goed bestuur, het functioneren
van de rechtsstaat en corruptiebestrijding. De gevangenneming van
een vrouwelijk parlementslid die zich kritisch uitliet over de
president, is daar ook een recent voorbeeld van.
* Waarom wil de minister deze overheidssteun alsnog voortzetten? Op
welke terreinen heeft het wel effect volgens de minister? Wat voor
druk of andere middelen heeft NL nog om verbeteringen te
bewerkstelligen? Wordt het niet tijd om de overheidssteun te
herzien?
Congo
* Ten slotte nog één punt. Ook in het vorige AO over de Grote Meren
is de verschrikkelijke situatie van vrouwen in met name Congo aan
de orde gekomen. Verkrachting als oorlogswapen komt helaas veel
voor, ook breder in de regio. Ik weet dat de minister hier volop
aandacht aan besteedt, maar ik hoor graag de laatste stand van
zaken. Wat is de reactie van de minister op de aanbevelingen van
de speciale VN-vertegenwoordiger voor geweld tegen vrouwen,
afgelopen weken verschenen en gepresenteerd. Welke van deze
aanbevelingen gaat de minister verwerken in zijn eigen beleid?