ChristenUnie


Spoeddebat over de groei van het persoonsgebonden budget gebruik

Spoeddebat over de groei van het persoonsgebonden budget gebruik

woensdag 12 maart 2008 10:35

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter. Het persoonsgebonden budget is in trek, zou kunnen worden gesteld. Het subsidieplafond dat voor de pgb-regeling geldt, zou al in de zomer in zicht komen, zo meldde het Algemeen Dagblad. Bij andere wettelijke regelingen is het probleem nogal eens dat beschikbare budgetten op de plank blijven liggen omdat onvoldoende bekend is dat men er aanspraak op kan maken. Dat lijkt voor het pgb niet op te gaan.

Het gebruik van pgb's lijkt laagdrempelig te zijn, misschien wel te laagdrempelig. Waar blijft het geld of, beter gezegd, waar komt de toenemende vraag vandaan? Op zoek naar het antwoord, ben ik geen eenduidig beeld tegengekomen. Ik ken veel gevallen waarin het pgb wordt ingezet voor onbetwistbare zorg, al dan niet door mantelzorgers. Keuzevrijheid bij de invulling van nodige zorg is een groot goed en dat wil de fractie van de ChristenUnie graag zo houden. Suggestieve artikelen in een krant of uitspraken van een gezondheidseconoom in een radioprogramma waarin het pgb een soort ideologie die bedacht is vanuit Den Haag wordt genoemd, maken de teneur van de discussie negatief.

Er rijzen echter twijfels bij de vraag of het pgb moet worden gebruikt als een echtpaar bijvoorbeeld aan een goede vriend vraagt of hij elke zaterdag tegen een ruime vergoeding vanuit een pgb met hun ADHD-zoon mee wil gaan naar het voetbalveld. Dat zijn fijne dingen, maar mijn fractie vindt het de vraag of hiervoor rechtstreeks gemeenschapsgeld moet worden ingezet. Is er voldoende ruimte in ons leven en in onze cultuur om nog gewoon iets te doen voor de ander, om iets voor een ander te kunnen betekenen?

Als dit soort situaties op zichzelf zou staan, zou het heel eenvoudig beoordelen en schrappen zijn. Dat is echter niet het geval. De komst van de WMO en de veranderingen op aanpalende beleidsterreinen als de jeugdzorg en de WSW hebben invloed. De fractie van de ChristenUnie voelt niets voor maatregelen rond het pgb waardoor effecten en kosten simpelweg verschuiven naar een ander departement. Wij willen dus geen waterbedmaatregelen.

Mevrouw Koser Kaya (D66): U noemt het voorbeeld van een buurman die naar het voetbalveld gaat met een ADHD-zoon van een echtpaar en vraagt zich af of dit betaald moet worden. Dit vraag triggert mij. Voor zover ik weet heeft de fractie van de ChristenUnie er namelijk wel voor gepleit om informele kinderopvang te betalen, dus al die opa's, oma's, buurvrouwen et cetera. Hoe kunt u die zaken rijmen met elkaar?

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Ik geef een voorbeeld van iets dat ik heb geconstateerd in de samenleving. Ik heb gezegd dat het de vraag is of aanspraken niet te breed zijn geformuleerd. Het is belangrijk dat die vraag wordt gesteld als wij over pgb's spreken. Het gaat immers wel om de inzet van gemeenschapsgeld. Daarnaast is de vraag of er voldoende ruimte blijft voor mensen om zich gewoon voor een ander in te zetten. Er is echter ook sprake van een vorm van gelijkheid die geldt als bepaalde zorg in natura wordt geregeld. Er kan worden gesteld dat mensen de vrijheid moeten hebben om zelf dezelfde zorg in te kopen via een pgb. Ik geef dus geen algemeen oordeel. Ik schets wat situaties en stel wat vragen, zoals ook andere sprekers hebben gedaan, om aan te duiden wat ik zie gebeuren in de samenleving. Daarbij moet de vraag worden gesteld wat wenselijk is. Ik kom straks in mijn betoog op wat meer fundamentele vragen over wat wij moeten doen als wij dit soort dingen constateren.

Mevrouw Koser Kaya (D66): Ik begrijp dus dat u ook in de discussie over kinderopvang straks de vraag stelt of gemeenschapsgeld dat wij één keer kunnen uitgeven ook aan de buurvrouw en de opa's kan worden betaald.

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Nee, dat zeg ik dus niet. Ik kom later in mijn betoog terug op de vraag wat wij moeten doen met bepaalde signalen en hoe wij moeten omgaan met de inzet van gemeenschapsgeld. Daarover moeten wij heel helder zijn en tegelijkertijd moet de keuzevrijheid blijven bestaan.

Mevrouw Wolbert (PvdA):

Mevrouw Wiegman zei daarnet dat zij tegen "waterbedconstructies" is. Ouders zijn bij het zoeken naar oplossingen voor ernstige problemen vaak geholpen met zo'n pgb-constructie. Dat is zij vast met mij eens. Als de constructie goed is, maar het ministerie dat ervoor betaalt niet het juiste is, vindt mevrouw Wiegman dan dat wij met de constructie moeten stoppen, of is zij bereid om na te denken over de vraag welk ministerie het meest geëigend is om de kosten te betalen?

Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):

Volgens mij is het goed als ik mijn betoog vervolg om juist op deze vragen in te gaan. Situaties staan niet op zichzelf: er bestaat een raakvlak tussen beleidsterreinen. "Waterbedmaatregelen" moeten wij niet nemen. De ChristenUnie-fractie verwacht echter wel dat kabinetsbrede afwegingen worden gemaakt, bijvoorbeeld als aangetoond wordt dat pgb's worden ingezet in het onderwijs in de vorm van onderwijsbegeleiding. Onderlinge ruis tussen departementen moet verdwijnen en er moet betere afstemming komen. Ook zal duidelijk moeten zijn of de ramingen voldoende rekening houden met de natuurlijke en vanzelfsprekende groei. De groei van het aantal autisten dat gebruikmaakt van een pgb zou wel eens kunnen samenhangen met de verbeterde diagnose- en indicatiestelling en de minder vanzelfsprekende ruimte die de samenleving aan autisten biedt om te kunnen participeren. Heeft die groei niet soms tevens te maken met nieuwe expertises, die eigenlijk om verbreding en uitbreiding van het aanbod van zorg in natura vragen? Een visie op de toekomst van de AWBZ, waarvan de staatssecretaris al regelmatig heeft laten weten dat het om een glasheldere polis voor onverzekerbare zorg zou moeten gaan, zou ook een visie op aanspraken vanuit de pgb en zorg in natura moeten kennen.

De ChristenUnie voelt er niets voor om op korte termijn enkele willekeurige maatregelen te nemen om kosten te drukken. Maatregelen moeten eenvoudig, gericht en effectief zijn en zorginhoudelijk goed beargumenteerd kunnen worden. Wij moeten oppassen voor vreemde vormen van onderscheid en domino-effecten. Daarop verwachten wij inzet van de staatssecretaris en daarvoor verwachten wij concrete voorstellen.

In haar brief verwijst de staatssecretaris naar de voorjaarsnota; mogelijk komt zij hierop eerder terug indien en voor zover rapportages van het CVZ eerder aanleiding geven tot het nemen van maatregelen. Mijn fractie verwacht hierover vroegtijdig te worden geïnformeerd.