ChristenUnie
Bijdrage debat WRR-rapport Europa in Nederland
Bijdrage debat WRR-rapport Europa in Nederland
dinsdag 11 maart 2008 09:52
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie): Voorzitter.
Laat ik maar met de deur in huis vallen; de fractie van de
ChristenUnie vindt het WRR-rapport "Europa in Nederland"
teleurstellend. Het is een technocratisch rapport waarin eigenlijk
wordt gezegd: politiek en bestuur, u bent aan zet. Bij het
beantwoorden van de vraag wat deze zet zou moeten zijn, schiet de
WRR-rapport of tekort, of is het weinig origineel. De raad schiet
tekort, omdat het toevoegen van de EU-competentie aan de
minister-president echt niet de wereldschokkende mutatie is waarop wij
allen wachten. Bovendien is het idee weinig origineel, omdat het al
zeker veertien jaar oud is. Inhoudelijk levert de suggestie van een
preferendum niets op. Dat is een procedurevoorstel dat de echte
Europese problemen niet aanpakt, laat staan dat het die bij benadering
oplost. Hetzelfde geldt voor het idee om meer media-aandacht te
generen. Ook dit pakt de echte problematiek niet aan. De burger wordt
eerder kouder dan warmer voor Europa door deze aanbevelingen.
Ik kan deze aanbevelingen ook niet rijmen met de uitspraak dat
politici en beleidsmakers het voortouw moeten nemen om belangrijke
Europese vraagstukken en thema's te identificeren, en keuzes moeten
maken over de concrete doelen die zij willen nastreven. Inderdaad,
daarom gaat het. De fractie van de ChristenUnie onderschrijft de
conclusie dat het belangrijk is om concretere beleidsambities te
verbinden met visies op de richting en de aard van de Europese
samenwerking. De conclusie en de samenvatting onderschrijf ik. Welke
combinatie ook gekozen wordt en welke aanvullende bronnen van
legitimiteit ook worden aangeboord, simpele remedies en quick fixes
zijn niet voorhanden. Een uitspraak om niet lijdzaam in te berusten,
maar ook niet om one-issuepolitiek op te bedrijven met allerlei
simplistische zwart-wittegenstellingen.
In een recent verschenen uitgave van het wetenschappelijk instituut
van de ChristenUnie wordt wél een route aangewezen om de echte
knelpunten in Europa op te lossen.
Dat is mogelijk door het fundamenteel duiden van de beleidsmatige
grenzen van de EU, het maken van afspraken over de
bevoegdheidsverdeling en het scheppen van helderheid over de
geografische grenzen van de Unie. Over die aspecten moet het gaan,
willen wij de burger echt weer betrekken bij de EU en willen wij de
huidige impasse doorbreken. De ChristenUnie voelt dan ook veel voor de
introductie van een vorm van behandelingsvoorbehoud.
Ik vind het een gemiste kans dat de raad niet zijn visie op de
noodzaak en het einddoel van de Europese samenwerking heeft gegeven.
In het belang van het voeren van een finaliteitsdiscussie word ik
bevestigd als in de diagnose gesteld wordt dat de algemene steun voor
de EU weinig zegt over de mate waarin verschillende groepen
Nederlanders ook in de toekomst nog bereid zijn om specifieke
EU-beleidskeuzen te accepteren en als legitiem te ervaren. Dit is des
te meer het geval nu deze keuzen zich in toenemende mate afspelen op
politiek gevoelige beleidsterreinen, zoals immigratie, nieuwe
uitbreidingsronden en de ontwikkelingen in de achtertuin van de EU.
Denk aan de discussies over Kosovo of denk aan sociaal beleid en
onderwijs, onderwerpen die eveneens sterk uiteenlopende gevolgen
kunnen hebben.
Onze opvattingen over het stabiliteitspact komen overeen met de
opvattingen van de WRR. Daarbij gaat het bij uitstek om normen en
waarden en om voorbeeldgedrag van politici en bestuurders. Als deze
zaken niet kloppen, kun je bedenken wat je wilt, maar dan is de start
al per definitie vals.
Het ontbreekt de EU vandaag de dag aan een overkoepelende ambitie of
project, dat als kader voor alle concrete beleidsambities kan dienen.
In het verleden waren dit vrede, stabiliteit en welvaart. De EU omvat
nu veel meer dan dat. Dit leidt tot nieuwe vitaliteitsimpulsen, stelt
de WRR. De ChristenUnie herkent zich in deze analyse en stelt voor om
klimaat en energie als zo'n vitaliteitsimpuls toe te passen. Bali
heeft laten zien dat dit de EU op het lijf geschreven is.
De heer Ormel (CDA):
Dat gebeurt toch al? Het klimaat staat toch volop in de
belangstelling? Sterker nog, op Bali konden wij horen dat dankzij de
EU echt stappen voorwaarts worden gezet. De EU neemt daarin toch haar
verantwoordelijkheid? Het klinkt alsof mevrouw Wiegman nu voorstelt:
laten wij dat eens gaan doen.
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Nee, ik ben ontzettend blij met alles wat op dat terrein gebeurt. Als
de vraag opkomt wat iets van een vitaliteitsimpuls kan geven die
samenbindend en bezielend werkt, dan denk ik alleen dat dit thema nog
krachtiger ingezet kan worden. Vroeger, vlak na de Tweede
Wereldoorlog, ging het heel erg om het idee "nooit meer oorlog", om
vrede, stabiliteit en welvaart. Nu richten wij ons ook veel meer op
andere thema's, die de mensen van nu heel erg aanspreken. Daarvan
moeten wij veel gebruikmaken.
De heer Ormel (CDA):
Is mevrouw Wiegman niet van mening dat wij dat "nooit meer oorlog"
niet bij de prullenbak moeten zetten? Dat geldt nog steeds. Gezien de
situatie op dit moment, bijvoorbeeld op de Balkan, is dat toch iets
wat levend gehouden moet worden en wat wij wel degelijk als een
kerntaak van de EU beschouwen? Dat kunnen wij toch niet zomaar
terzijde schuiven?
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Dat heb ik ook helemaal niet gezegd. Dat zijn belangrijke thema's
geweest. Die hebben destijds een enorme impuls gegeven. Het zijn nog
steeds ontzettend belangrijke thema's, die je kunt blijven noemen. De
EU is gegroeid in het aantal onderwerpen en vragen waarmee zij zich
bezighoudt. Klimaat en energie zijn daarbij een ontzettend belangrijk
nieuw thema geworden. Laten wij zo'n thema dan ook gebruiken, mede als
een vitaliteitsimpuls, naast de belangrijke thema's die wij inderdaad
vooral moeten blijven koesteren. Laten wij deze aanvullen; laten wij
met onze tijd meegaan en ons bezighouden met nieuwe onderwerpen die
zich aandienen.
De heer Ormel (CDA):
Gelukkig vind ik mevrouw Wiegman nu iets frivoler klinken dan
hiervoor.
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Excuses dat ik wat sombertjes was.
De heer Ten Broeke (VVD):
Mag ik aan mevrouw Wiegman en de heer Ormel, die beiden de coalitie
representeren, althans twee partijen daaruit, vragen wat hun visie is?
Wat is de hemelbestormende visie die zij van dit kabinet verwachten?
Alleen kritiek op het WRR-rapport, als zou dit zo bloedeloos zijn, is
mij wat te gemakkelijk. In aansluiting bij de discussie van zo-even
beaam ik dat je "nooit meer oorlog" niet bij het oud papier kunt
zetten. Je moet daaraan echter wel een moderne invulling geven. "Nooit
meer oorlog" moet "nooit meer Srebrenica" worden, heb ik in het
verleden wel eens gezegd. Dat gaat op als wij het straks over Kosovo
hebben. Het moet "nooit meer Madrid" worden, zeker op een dag als
vandaag, waarop wij herdenken dat wij vier jaar geleden die vreselijke
aanslag daar hebben gehad. Dan gaat het om terrorisme en om de inzet
aan de grenzen van Europa. Wat is nu het perspectief van deze
woordvoerders? Wat is datgene waardoor zij denken Europa weer te
kunnen laten leven? Alleen kritiek op de WRR is mij iets te
gemakkelijk.
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ik heb niet alleen maar kritiek gegeven. Ik hoop dat dit voldoende is
overgekomen, maar blijkbaar is dit niet het geval. Ik zou graag nieuwe
vitaliteitsimpulsen willen, bijvoorbeeld met een onderwerp als klimaat
en energie. Ik vind dit een ontzettend belangrijk thema. Volgens de
ChristenUnie kun je daarin bij uitstek je principes van
rentmeesterschap en het zoeken naar internationale gerechtigheid
kwijt. Dit bezielt mij dus enorm.
Ik heb gezegd dat het WRR-rapport prachtige analyses geeft, maar
vervolgens komt met aanbevelingen die naar mijn oordeel erg
technocratisch en weinig origineel zijn. Laten wij het vooral hebben
over de toekomst van Europa en de beleidsmatige en geografische
grenzen van Europa. Deze discussie raakt volgens mij heel veel mensen
in Nederland. Er is behoefte aan duidelijkheid. Wij zijn blij met het
verdrag dat voorligt en waarover wij binnenkort zullen spreken.
Ondertussen moeten wij wel nadenken over hoe wij nu verdergaan.
De heer Ten Broeke (VVD):
"Nooit meer oorlog" moet dus worden "nooit meer natte voeten". De
klimaatdiscussie staat ineens centraal. Kijk dan naar Europa. Europa
wil 20% minder CO2uitstoot in 2020. Dit kabinet wil 30% minder
CO2uitstoot in 2020. Volgens mij is een van de onderdelen van de
legitimiteitscrisis waarin Europa verkeert dat Europa altijd
buitengewoon veel belooft en vervolgens heel weinig kan waarmaken.
Bali was een deelsucces omdat Europa een klein beetje heeft
bijgedragen aan wat naar ik hoop uiteindelijke een mondiale coalitie
kan worden. Dit kabinet draagt daar niets aan bij door voorbij de
doelstellingen te stormen. Wat wil mevrouw Wiegman nou? Wil zij de
hemelbestormende visie van dit kabinet, die wij waarschijnlijk niet
gaan halen? Deze visie draagt bij aan de legitimiteitscrisis waarover
dit rapport van de WRR gaat. Of wil zij een realistisch Europa? Het is
van tweeën één.
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Bij het notaoverleg over het klimaatpakket van de Europese Unie, maar
ook vorige week in het overleg over de RAZEB, heb ik gezegd dat ik
teleurgesteld ben over die 20%, juist vanwege de rol die Europa heeft
gespeeld op Bali. Ik wil deze rol zeker niet marginaal noemen. De rol
was groots en was op het lijf van de Europese Unie geschreven. Ik vind
het teleurstellend dat er nu een voorstel van 20% reductie ligt, en
niet van 25% tot 40%, waarover Bali spreekt. Dit percentage ligt ook
veel dichter bij de doelstellingen van het kabinet.
De heer Ten Broeke (VVD):
Ik constateer dat de ChristenUnie met haar steun voor deze verregaande
doelstellingen, waarvan wij allemaal weten dat deze buitengewoon
moeilijk, waarschijnlijk zelfs niet te halen zijn, de legitimiteit en
de daadkracht van Europa fundamenteel onderuithaalt. Dit is precies
waarover dit WRRrapport gaat. Het had mevrouw Wiegman gesierd als zij
het realiteitsgehalte in haar bijdrage had verwerkt. In het verleden
heeft zij dit een aantal keren gedaan, maar nu niet.
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Ik herken mijzelf absoluut niet in deze analyse. Ik beschrijf alleen
de rol die de Europese Unie op Bali heeft gespeeld. Daar is krachtig
gewerkt aan een percentage van 25% tot 40%. Ik had dit percentage ook
in de Commissievoorstellen verwacht en had gedacht dat dit de inzet
zou zijn voor Kopenhagen.
Tweede termijn
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Voorzitter. Ik bedank de staatssecretaris voor zijn beantwoording en
zijn beschouwing naar aanleiding van de vragen die de heer Van der
Staaij heeft opgeworpen over de bezieling van Europa.
Het viel mij op dat de discussie over de waarden en de grondrechten in
Europa zich al snel toespitste op de vrijheid van meningsuiting. Het
is juist belangrijk om de verschillende grondrechten met elkaar te
wegen, waarbij vrijheid nooit los kan worden gezien van
verantwoordelijkheid.
Ik ben blij dat er een finaliteitsdiscussie gaat plaatsvinden. Ik voel
veel voor het voorstel van de staatssecretaris om daar geen enge
visioenen van te ontwikkelen en de discussie vooral in etappes te
voeren, waarbij kan worden aangehaakt op het werk van de
reflectiegroep. Ik kijk daarnaar uit. Ik hoop daar gauw resultaten van
te zien.
Ik maak tot slot een opmerking over het behandelingsvoorbehoud. Ik heb
daar mijn waardering voor uitgesproken. Ik bezie dat vooral in relatie
tot de nieuwe rol van het parlement die in het verdrag voor het
parlement is weggelegd.