Plan kabinet afschaffen BPM leidt tot forse daling koopkracht
12/03/2008 05:30
Creative Venue BV
Automobilist betaalt drie keer
Almere-Stad, 12 maart 2008 - Het plan van het kabinet om de belasting van personenauto's en motorrijwielen (BPM) af te schaffen, is niet goed doordacht en leidt tot een terugval in koopkracht van duizenden euro's. Het omzetten van de BPM via een verhoogde motorrijtuigenbelasting nu naar een kilometerheffing over een aantal jaar vergt aanvullende maatregelen, anders draaien de autobezitters op voor een grove imperfectie in de overgangsregeling. Dit stelt directievoorzitter Berno Kleinherenbrink van LeasePlan Nederland NV.
LeasePlan is een voorstander van het afschaffen van de BPM en het invoeren van rekeningrijden, omdat daarmee niet langer het bezit, maar het gebruik van een auto wordt belast. Daarmee krijgt de berijder een financiële prikkel om de auto wat vaker te laten staan, wat goed is voor de filedruk en het milieu.
Het kabinet houdt er gemakshalve echter geen rekening mee, dat iedere autobezitter drie keer voor zijn auto gaat betalen: 1. eerst heeft hij BPM betaald bij aanschaf van een auto en 2. vervolgens betaalt hij verhoogde wegenbelasting, die op de duur overgaat in kilometerheffing tijdens het rijden. Als de BPM over een paar jaar geheel is afgebouwd, bestaat een groot deel van het Nederlandse wagenpark uit tweedehands auto's waarover wel BPM is betaald, maar die dan de concurrentie moeten aangaan met nieuwe auto's waarover geen BPM meer hoeft te worden betaald. Dat zal tweedehands auto's veel minder waard maken en 3. dat maakt dat de eigenaar een verlies moet nemen en voor de derde keer betaalt.
Vrije val waarde tweedehandsauto's
Zeven miljoen Nederlandse automobilisten leveren samen de staatskas jaarlijks ruim drie miljard euro BPM op. Per automobilist komt dit neer op ongeveer 500, - euro per jaar. Om de gederfde inkomsten van het afschaffen van de BPM te compenseren, wordt de motorrijtuigenbelasting verhoogd met minimaal een vergelijkbaar bedrag.
Elk jaar worden ongeveer één miljoen tweedehandsauto's verkocht. De restwaarde is na vier jaar doorgaans iets minder dan 40% van de nieuwwaarde. Omdat de BPM nu nog ongeveer een derde uitmaakt van de nieuwwaarde van een auto, zal als de BPM is afgeschaft de restwaarde aanmerkelijk lager uitvallen, wat vele duizenden euro's kan schelen.
Volgens Kleinherenbrink zijn de eerste effecten al zichtbaar. "De AoX, de index van prijzen van tweedehands auto's, is na Prinsjesdag 2007 in een vrije val geraakt en op het laagste punt sinds 2004 terechtgekomen. En dit was nog slechts het gevolg van de plannen van het kabinet. De curve zal steil dalen als het kabinet zijn plannen zondermeer weet door te drukken." (Zie ook www.autodata.nl)
Vorderingsrecht als oplossing
De directievoorzitter van LeasePlan vindt dan ook dat er aanvullende maatregelen moeten worden getroffen. Kleinherenbrink: "Een goede oplossing is op verzoek van de Vereniging van Nederlandse Autoleasemaatschappijen (VNA) bedacht en doorgerekend, in samenwerking met de belastingexperts Hans Bakker en Rob Vermeulen van Loyens & Loeff. Autobezitters die al BPM betaald hebben, zouden een vorderingsrecht in mindering moeten kunnen brengen op hun verhoogde motorrijtuigenbelasting of kilometerheffing. Het vorderingsrecht hoort bij de auto en gaat mee bij de verkoop van het voertuig. Om de tijdelijke inkomstendaling door de overheid te compenseren wordt een (staats)lening uitgeschreven, die in de loop der tijd uit de oplopende wegenbelasting en kilometerheffingsinkomsten wordt afbetaald - een constructie die uitstekend kan worden uitgevoerd in een zogenaamde Publiek Private Samenwerking (PPS)."
Het uitgewerkte voorstel is vanuit de VNA voorgelegd aan staatssecretaris De Jager van Financiën. "We rekenen erop dat het gezond verstand in het kabinet uiteindelijk de overhand zal krijgen, want de huidige plannen zijn in macrofinancieel opzicht domweg onverantwoord."
http://www.leaseplan.nl