Reactie OM op vrijspraak zaak Air Holland
12 maart 2008
Het Haagse Hof heeft vandaag drie verdachten vrijgesproken in de
zogenaamde Air Holland zaak. Het Hof heeft in het kader van de
bewijslastverdeling andere eisen gesteld aan het OM dan de rechtbank
heeft gedaan. De opmerking van het Hof over nader door het OM te
verrichten onderzoek ziet het OM dan ook in het licht van die andere
bewijsverdeling.
De Air Holland zaak betrof drie verdachten die in eerste aanleg door
de rechtbank waren veroordeeld wegens witwassen en heling. Het hof
heeft aangegeven dat het vermoeden van witwassen op zich
gerechtvaardigd was op grond van feiten en omstandigheden in het
dossier. Daarom mocht van de verdachten een verklaring worden verlangd
voor de herkomst van het geld. Dat hebben de verdachten ook gedaan.
Zij stelden dat het geld afkomstig was van cambioâs (wisselkantoren)
in Suriname. Deze verklaring kan in de visie van het hof niet als
volslagen onwaarschijnlijk aangemerkt worden.
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de
verdediging, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep, de
betrokkenheid bij cambioâs onvoldoende concreet heeft gemaakt (de
verdediging heeft bijvoorbeeld niet aangegeven om welke cambioâs het
ging) en het eerst op de weg van de verdediging had gelegen dit nader
te concretiseren. Daarnaast waren er zonder deze nadere concretisering
onvoldoende aanknopingspunten voor nader onderzoek waarbij in
aanmerking moet worden genomen dat de vermeende leverancier van het
geld wel is gehoord maar zijn betrokkenheid bij het geld en de
cambioâs ontkende.
Nu het hier een verschil van inzicht betreft tussen hof en OM beraadt
het OM zich op de mogelijkheden van cassatie.
Openbaar Ministerie