De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
2513AA22XA
Uw brief 2070812550
Ons kenmerk AI/DV/2008/6009
Datum 12 maart 2008
Onderwerp Kamervragen van het lid De Wit (SP)
Hierbij zend ik u, mede namens de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van
Verkeer en Waterstaat, de antwoorden op de Kamervragen van het lid Poppe (SP) over een
container bij de firma Hartman. De ministers van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Sport en van Justitie zijn niet bij deze zaak betrokken, daarom zijn deze vragen niet mede
namens hen beantwoord.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(J.P.H. Donner)
Ons kenmerk AI/DV/2008/6009
Kamervragen 2007-2008, vraagnr. 2070812550, Tweede Kamer
Vragen van het lid Poppe (SP) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Verkeer en Waterstaat, van Justitie en van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over een container bij de firma
Hartman (Ingezonden 22 februari 2008)
Vraag 1.
Is het u bekend dat er bij firma Hartman in Enschede 15 mensen onwel zijn geworden bij het
openen van een container? Met welke stof zijn de werknemers in aanraking zijn gekomen?
Antwoord 1.
Nee, een incident bij de firma Hartman in Enschede waarbij 15 mensen onwel zijn geworden is
mij niet bekend. Mij is wel een incident bekend bij de firma Hartman waarbij blijkens
onderzoek van de Arbeidsinspectie 4 werknemers last hebben gekregen van irritaties van de
luchtwegen en de ogen. Deze werknemers waren werkzaam in het magazijn waar de goederen,
die uit een container waren gelost, waren neergezet. Metingen die direct zijn uitgevoerd door
de brandweer hebben geen schadelijke concentraties van gevaarlijke stoffen in de container
aangetoond. Vermoed wordt dat de klachten veroorzaakt zijn door carbolineum, waarvan de
karakteristieke geur waarneembaar is bij de goederen uit de bewuste container. De brandweer
heeft echter geen bestanddelen daarvan, waaronder oplosmiddelen, in de metingen
aangetroffen. Mogelijk dat door een rederij of verlader die eerder gebruik gemaakt heeft van
de betreffende container carbolineum is gemorst en/of achtergelaten in de container. Het is
vast komen te staan dat deze stof niet door uitdamping uit de vervoerde producten in de
container is gekomen. Er vindt thans nader onderzoek plaats naar de voorgeschiedenis van de
bewuste container.
Vraag 2.
Was de container voorzien van een waarschuwingssticker dat er een bestrijdingsmiddel (gas)
in zat? Zo neen, is er dan spraken van een overtreding en zo ja van welke regels?
Vraag 3.
Welke consequenties heeft dit ongeval voor toekomstige controles op containers van deze
importeur en afzender?
Vraag 4.
Via welke weg is deze container bij de firma Hartman terecht gekomen? Waar hebben
controles op lading en transportbrieven en bestickering plaatsgevonden en door welke
inspectiedienst(en) zijn die uitgevoerd? Was hier sprake een overtreding van de Wet vervoer
gevaarlijke stoffen? Gaat de inspectie van VenW handhavend optreden en sancties opleggen?
Zo neen, waarom niet?
---
Ons kenmerk AI/DV/2008/6009
Vraag 5.
Beschikte de handhavende inspectie wel over de mogelijkheid de container vast te laten
houden om dit ongeval te voorkomen of ontbrak het de inspectie daaraan?
Vraag 6.
Is de Arbeidsinspectie geïnformeerd wanneer en naar welk bedrijf deze container is gegaan?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat heeft de AI gedaan? Zijn de werknemers ter plaatse op de
hoogte gesteld van de aanwezigheid van schadelijke gassen in de container?
Vraag 7.
Controleert de Voedsel en Waren Autoriteit of de lading is besmet? Wordt de lading uit de
handel genomen? Zo neen, hoe zeker bent u er van dat de lading geen gevaar oplevert in
winkels magazijnen en bij de consument?
Antwoorden vragen 2, 3, 4, 5, 6 en 7.
De lading van de container bestond uit tuinstoelen (een aluminium frame met kunststof
gevlochten zittingen), afkomstig uit China. De firma Hartman heeft ter plaatse in China een
kantoor waar kwaliteitscontroleurs werkzaam zijn die toezien op de belading van de containers
en dat er geen gassingen van de lading plaatsvindt. Uit de door de brandweer uitgevoerde
metingen bij het bedrijf, direct nadat enkele werknemers klachten meldden, is inderdaad
gebleken dat de bewuste container geen resten van gassen noch andere concentraties
gevaarlijke stoffen bevatte. Er rustte daarom geen verplichting op de verzender op basis van de
Wet Vervoer Gevaarlijke Stoffen om de container te etiketteren vanwege het gebruik van
bestrijdingsmiddelen om de lading te ontsmetten. Op grond daarvan ziet de Inspectie Verkeer
en Waterstaat geen aanleiding tot handhavend optreden.
De container had bij de firma Hartman de eindbestemming bereikt. De goederen waren
bedoeld voor bevoorrading. Door de firma Hartman wordt onderzocht of de tuinstoelen nog
kunnen worden gereinigd om de geur van carbolineum waarmee deze producten zijn omgeven,
weg te nemen. Indien dat niet lukt, en de producten onverkoopbaar zijn geworden, zullen zij
door het bedrijf worden vernietigd. Aangezien er geen risico is voor de consument ziet de
VWA geen aanleiding tot een nadere inspectie.
De Arbeidsinspectie is naar aanleiding van dit incident bij het bedrijf een inspectie gestart naar
de wijze waarop het bedrijf de risico's van de ontvangen containers vooraf beoordeelt en
vervolgens veilig opent. Immers, ook al zijn de containers door de verzender niet gegast, dan
kunnen in de container gevaarlijke stoffen aanwezig zijn die uit de lading vrijkomen
gedurende het transport. Op de werkgever in Nederland rust de verplichting om op grond van
de Arbowet ook deze risico's vooraf te beoordelen door het uitvoeren van metingen, voordat
de container wordt geopend om de lading te lossen. Het bedrijf beschikte niet over een
protocol om deze risico's te beoordelen en te beheersen. De Arbeidsinspectie heeft hierop een
handhavingstraject ingesteld.
---
Ons kenmerk AI/DV/2008/6009
4
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid