2008 >
, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie
Communicatie 12 maart 2008 Nr. 08/-27
Overgangsregeling voor vrijlating stamrechtuitkeringen
Vanaf 1 april 2008 mogen periodieke uitkeringen uit een stamrecht
(betaling uit een ontslagvergoeding) niet meer worden gekort op de
IOAW-uitkering (Wet inkomensvoorziening ouderen en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte werkloze werknemers). Mensen bij wie dit tot nu toe
wel gebeurde, kunnen geld terugvragen. Dit geldt voor oudere langdurig
werklozen die van de gemeente een IOAW-uitkering krijgen. Dat heeft
staatssecretaris Aboutaleb van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
vandaag bekendgemaakt met een besluit in de Staatscourant.
Een stamrecht is een betalingswijze van een ontslagvergoeding: de
werkgever stort op verzoek van de werknemer de afkoopsom bij een
verzekeraar die het bedrag omzet in periodieke uitkeringen aan de
werknemer. Dit is een alternatief voor betaling van een
ontslagvergoeding in de vorm van een bedrag ineens.
Naar aanleiding van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep in
2005 ontstond onduidelijkheid over de gevallen waarin de uitkering uit
zo'n stamrecht wel of niet moet worden verrekend met de uitkering.
Tussen gemeenten ontstonden daardoor verschillen in de uitvoering.
Daarom wordt het Inkomensbesluit IOAW aangepast. Mensen bij wie de
stamrechtuitkering wel is verrekend met de IOAW kunnen vragen om
herziening van de uitkering over de periode vanaf 1 april 2005. Dit
moet gebeuren vóór 1 april 2009.
Deze wijziging gaat ook gelden voor de Toeslagenwet, de Algemene
nabestaandenwet en de Algemene ouderdomswet. Voor deze uitkeringen
hoeven echter geen herzieningen te worden aangevraagd.
Uitkeringsinstantie UWV en de Sociale Verzekeringsbank hebben de
uitkeringen uit stamrecht namelijk niet verrekend met de toeslag of
het pensioen.
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid