BouwNed
Investeren in waterveiligheid loont altijd
12-03-2008
Eeuwenlang heeft Hansje Brinker met z'n vinger ín de dijk gestaan. Nu
moet hij 'm er op een aantal plaatsen moedwillig uithalen.
Staatssecretaris Tineke Huizinga van Verkeer en Waterstaat kan zich
voorstellen dat sommige mensen het daar moeilijk mee hebben. Maar het
zal de veiligheid van Nederland ten goede komen. "We moeten ons
allemaal realiseren dat leven tussen rivieren en meren en aan de
Noordzee niet zonder risico's is."
Na vijf jaar Kamerlidmaatschap zit mevrouw Huizinga nu sinds een jaar
aan de andere kant van de regeringstafel. Van controleren naar
besturen, zoals ze het zelf omschrijft. "Ik ervaar het als een
stimulerende uitdaging en beleef er veel plezier aan." In de Tweede
Kamerfractie van de ChristenUnie had ze een brede portefeuille.
Behalve het buitenlands beleid, het asielbeleid en sociale zaken ook
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu. "Juist daarin zitten
heel wat raakvlakken met Verkeer en Waterstaatonderwerpen. Dus
helemaal nieuw zijn de onderwerpen waar ik nu mee bezig ben niet."
Opgestoken vinger
Nederland is de best beschermde delta-economie en dat zal zo blijven,
aldus de staatssecretaris. "Sterker nog: het kabinetsbeleid is erop
gericht die veiligheid waar nodig te versterken en nog meer dan
voorheen rekening te houden met de klimaatverandering en de
wateropgaven voor de volgende eeuw. Maar daar kan de overheid niet
alléén mee aan de slag. Het is daarom belangrijk dat burgers en
ondernemers zich meer bewust worden van de situatie. We zullen ons
land daar steeds beter op moeten inrichten."
Dat brengt ook volop kansen met zich mee. Niet alleen voor het
bedrijfsleven dat nieuwe technieken en methoden kan ontwikkelen die ze
elders in de wereld weer kunnen verkopen. Maar ook voor recreanten die
houden van ruimte, groen en water. "Misschien is het een idee dat
Madurodam, tegenover het ministerie, het Hansje Brinkerbeeld bij de
ingang een beetje aanpast en laat zien dat een opgestoken vinger
waarschuwend werkt én het eurekagevoel van een nieuwe ontdekking
verbeeldt."
Watervisie
In september vorig jaar schaarde het kabinet zich achter de Watervisie
van de staatssecretaris. Daarin beschrijft ze initiatieven en
maatregelen die ervoor moeten zorgen dat Nederland op de lange termijn
klimaatbestendig blijft. In de visie komen bekende onderwerpen naar
voren zoals het programma Ruimte voor de Rivier en de Kaderrichtlijn
Water. Daarnaast zet het kabinet met de Watervisie ook nieuwe
wateronderwerpen op de agenda. Voorbeelden hiervan zijn de economische
kansen die het water biedt, de internationale solidariteit en het
verhogen van waterbewustzijn.
"Water heeft te maken met bijna alle aspecten van ons dagelijks leven,
dus er zijn veel projecten waar ik met anderen de schouders onder wil
zetten. Deze projecten worden in de Watervisie genoemd. Daarnaast heb
ik in de Watervisie ook de instelling van de Deltacommissie
aangekondigd. Die buigt zich over de bescherming van de Nederlandse
kust en het achterland op de lange termijn. Later dit jaar verwacht ik
het advies van de commissie over een duurzame ontwikkeling van het
kustgebied."
Speciale status
Zo'n advies is natuurlijk prachtig, maar hoe denkt ze te voorkomen dat
het met dit advies net zo gaat als met bijvoorbeeld het jaren geleden
gepresenteerde plan Waterman? "Allereerst doordat dit advies een
speciale status heeft. Want een Deltacommissie richten we niet elk
jaar op: de eerste werd opgericht na de Watersnoodramp van '53 en dit
is pas de tweede. Het verschil is dat de eerste werd ingesteld ná een
ramp en dat deze, zo zou je kunnen zeggen, nieuwe rampen moet helpen
voorkomen en nieuwe kansen aan de kust en in het achterland moet
helpen ontwikkelen. De commissie is breed samengesteld en zal niet
alleen kijken naar de waterveiligheid, maar ook naar economische,
ecologische en ruimtelijke aspecten. Ik verwacht een gezaghebbend en
richtinggevend advies. Het is van groot belang dat we nadenken over
onze veiligheid. Nu, maar ook in de toekomst. De instelling van deze
commissie laat zien dat dit kabinet ook de toekomst van onze kinderen
en kleinkinderen serieus neemt."
Innovaties
Lang is gedacht dat het aanleggen van dijken genoeg zou zijn om het
water buiten de deur te houden. In het project Ruimte voor de Rivier
is al vastgesteld dat een grotere veiligheid ook bereikt kan worden
door het water juist meer ruimte te geven. Daarmee liggen er nieuwe
kansen om rondom de rivieren meer natuur te ontwikkelen,
woningbouwprogramma's opnieuw te ontwerpen en recreatiemogelijkheden
te vergroten. De staatssecretaris verwacht van de bouwsector een
actieve rol in deze ontwikkeling. "Ik verwacht dat de sector laat zien
hoe het nieuwe bouwen op en aan het water eruit kan zien en hoe dat op
een verantwoorde wijze te realiseren is. Ik verwacht ook dat
ontwikkelaars en ontwerpers nog meer dan vroeger rekening houden met
ecologie en natuur. Daarom ben ik ook zo enthousiast over het
innovatieprogramma Building with Nature van de waterbouwsector om al
in de ontwerpfase van projecten gebruik te maken van ecologische
kennis en processen. Binnenkort beslist het kabinet over de vraag hoe
we dit programma kunnen steunen."
Launching customer
Met uitvoerders beleid maken en met beleidsmakers de uitvoering
verbeteren. Dat is de samenwerking waarop de staatssecretaris mikt.
"In de Watervisie heb ik al aangegeven dat het Rijk
verantwoordelijkheid zal nemen voor het verder ontwikkelen van de
thuismarkt, zodat ondernemers nieuwe ideeën hier in de praktijk kunnen
toetsen en ze daarna naar het buitenland kunnen exporteren. Daarbij
kijk ik serieus naar de mogelijkheden om, als dat nodig is, als
overheid op te treden als launching costumer, dus als eerste klant om
de weg te effenen voor een bredere marktintroductie van nieuwe
technieken en methoden. Ik maak er ook werk van om samen met andere
departementen allerlei algemene belemmeringen in regels en procedures
op te ruimen die innovaties in de weg staan. Zo kan er in Nederland
een klimaat ontstaan waarin overheid, bedrijfsleven en
kennisinstellingen - want laten we die bovenaan de lijst met partners
zetten - goed samenwerken in wat dan heet de `pre-competitieve fase'.
Dat hele pakket van activiteiten moet erop gericht zijn om de
wateropgave in Nederland betaalbaar te houden en duurzaam aan te
pakken, maar dus ook om het Nederlandse bedrijfsleven concrete
concurrentievoordelen te bieden. Als de Nederlandse economie sterker
wordt, profiteren we daar immers allemaal van."
WINN
Op de vraag in hoeverre de bewindsvrouw bereid is nieuwe technieken
toe te passen als het om kustveiligheid gaat, zegt ze: "Op voorhand
zeg ik nergens nee tegen, behalve natuurlijk als duidelijk is dat een
bepaalde techniek niet past in het veiligheidsbeleid of bij de verdere
ontwikkeling van de kust. De Deltacommissie brengt nu de belangrijkste
ontwikkelingen in kaart en in 2009 zal het kabinet een besluit nemen
over de ontwikkeling van de kust en, daarmee samenhangend, het hele
watersysteem."
Binnen haar ministerie wordt regelmatig nagedacht over nieuwe
technieken. Zo heeft Rijkswaterstaat een innovatieprogramma (WINN) dat
zoekt naar duurzame en innovatieve combinaties van ruimtegebruik en
veiligheid. Op technologisch vlak, maar ook op het terrein van
procesinnovaties. Dat gebeurt samen met zeer uiteenlopende partijen,
van vaarweggebruikers, belangenorganisaties, medeoverheden en
marktpartijen tot architecten, reclamemakers, kunstenaars, scholieren
en studenten. "Iedereen die een idee of plan heeft voor het toekomstig
waterbeheer en -beleid, is uitgenodigd dit te delen met WINN."
Niet gehoord
Dat klinkt prachtig, maar tegelijkertijd beklaagt de GWW-sector zich
niet gehoord te zijn in de discussiegroepen die rond de Kaderrichtlijn
Water (KRW) in het leven zijn geroepen. Iets wat de staatssecretaris
oprecht verwondert. "Uit de inventarisatie die wij hebben gedaan,
blijkt dat zowel in de regio als internationaal het bedrijfsleven goed
vertegenwoordigd is. Misschien ligt het aan de samenstelling van de
vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven. Ook constateer ik dat de
belangenbehartiging zich niet altijd richt op de kansen voor het
bedrijfsleven. Voor de leden van Bouwend Nederland lijkt mij dat een
belangrijke zaak. Daarom vraag ik de verantwoordelijke Regionale
Bestuursorganen (RBO's zoals gemeenten en provincies) u alsnog uit te
nodigen om actief deel te nemen aan het debat over de uitvoering van
de KRW."
Leefbaar en vruchtbaar
Er zal de komende decennia veel geld nodig zijn voor het uitvoeren van
beschermingsmaatregelen, zowel langs de kust als langs de rivieren.
Daarom heeft het Rijk tot 2020 6 miljard euro gereserveerd voor
waterveiligheid. Daar kan nog het nodige bijkomen, bijvoorbeeld naar
aanleiding van een nieuwe ronde dijkinspecties in 2011, de zogeheten
Derde Toetsing. Ook het advies van de Deltacommissie zal de nodige
economische en financiële consequenties met zich meebrengen. "Voor mij
staat als een paal boven water, dat investeren in waterveiligheid en
een duurzame klimaatbestendige inrichting van ons land, altijd lonend
is. We beschermen met dijken en duinen honderden miljarden aan
economische infrastructuur en via het waterbeleid maken en houden we
dit land leefbaar en vruchtbaar. Dat mag wat kosten, want het levert
nog meer op."