Verslag van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 10-11 maart
2008
12-03-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bieden wij u hierbij het verslag aan van de Raad Algemene Zaken
en Externe Betrekkingen (RAZEB) van 10 en 11 maart 2008.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De staatssecretaris voor Europese Zaken,
Drs. F.C.G.M. Timmermans
Verslag van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) van
10 en 11 maart 2008
Voorbereiding Voorjaarsraad 13-14 maart 2008
Tijdens de RAZEB is gesproken over de concept-conclusies voor de
Voorjaarsraad. Over de conclusies die betrekking hebben op de
Lissabon-strategie is weinig discussie geweest. Met betrekking tot
betere regelgeving heeft Nederland verzocht om in de conclusies op te
nemen dat de Commissie en Raadsformaties jaarlijks rapporteren over de
reductie van administratieve lasten. De ontwerp-conclusies treft u aan
in de bijlagen.
De discussie in de Raad heeft zich toegespitst op de conclusies over
klimaat en energie en financiële markten. Nederland heeft tijdens de
Raad aangegeven tevreden te zijn dat de Europese Raad een duidelijk
signaal zal afgeven dat de lidstaten streven naar een spoedige
besluitvorming over het klimaat- en energiepakket. Verder heeft
Nederland aangegeven tevreden te zijn dat in de conclusies de
EU-reductiedoelstelling voor de uitstoot van broeikasgassen van 20%
naar 30%, indien er een betekenisvol internationaal akkoord wordt
bereikt, is opgenomen. Nederland heeft zich hier voor ingezet. Op het
gebied van financi ële markten heeft Nederland aangegeven dat de
Europese Raad een gebalanceerde boodschap moet afgeven met een juiste
balans tussen het eventueel aanscherpen of creëren van nieuwe regels
voor de financiële sector enerzijds en innovatie in het mondiale
financiële systeem anderzijds. Nederland kan zich op dit punt vinden
in de huidige concept-conclusies.
Het rapport van de Commissie en Hoge Vertegenwoordiger van de Raad
over Klimaatverandering en Internationale Veiligheid werd op het
laatste moment van de agenda van de RAZEB verwijderd en doorverwezen
naar de Europese Raad. Dit bondige document beschrijft op
ontnuchterende wijze de reeks van destabiliserende effecten die
klimaatverandering kan hebben, zoals conflicten over hulpbronnen (m.n.
water, voedsel en energie); een toenemende politisering van de toegang
tot hulpbronnen en een afnemende bereidheid hulpbronnen te delen;
gevaren voor infrastructuur in kustzones; aanscherpingen van
territoriale disputen; het optreden van `klimaatvluchtelingen'; een
overbelasting van de bestuurscapaciteit in fragiele staten en andere
ontwikkelingslanden; de toenemende kansen op etnische conflicten en
politieke radicalisering; en tenslotte een toenemend risico voor de
cohesie van het multilaterale systeem (met inbegrip van de
multilaterale veiligheidsarchitectuur) indien de internationale
gemeenschap er niet in slaagt de problemen effectief te lijf te gaan.
Nederland verwelkomt dit rapport dat op een tijdig moment komt en dat
past in de Europese leiderschapsrol m.b.t. klimaatverandering en
ontwikkelingssamenwerking. U treft het rapport bijgaand aan.
MOVP en Libanon
De Raad sprak slechts kort over het MOVP en over de situatie in
Libanon. Er was algehele overeenstemming over de noodzaak om te
blijven investeren in het Annapolis-proces, samen met andere
internationale partners.
Hoge Vertegenwoordiger Solana informeerde de ministers over zijn
recente reis naar de regio. Solana stelde dat de situatie momenteel
precair was, maar dat de Israëli's, Palestijnen en partners in de
regio met een dringend `sense of urgency' het Annapolis-proces gaande
hielden. Alle partijen waren zich terdege bewust van het feit dat de
huidige situatie op langere termijn niet houdbaar is.
Over Libanon werden de zorgen herhaald over de voortdurende onzekere
politieke situatie waarin het land verkeert.
Zimbabwe
De Raad toonde zich zeer bezorgd over de voortdurende slechte
humanitaire, politieke en economische situatie in Zimbabwe en over de
mogelijkheid dat vrije en eerlijke verkiezingen niet mogelijk zullen
zijn. De Raad riep de Zimbabwaanse regering op om de verkiezingen te
houden volgens internationaal overeengekomen standaarden. De Raad
bevestigde nogmaals dat de EU zich zal blijven inspannen voor
lotsverbetering van de Zimbabwaanse bevolking.
De Raad sprak dank uit voor de bemiddeling van president Mbeki tussen
de Zimbabwaanse regering en oppositie en de vooruitgang die tot op
heden was geboekt.
Minister Verhagen stelde dat het van belang was dat de EU een
objectief en feitelijk oordeel over de verkiezingen zal vellen. EU
ambassades en de vertegenwoordiging van de Europese Commissie zullen
de verkiezingen op de voet volgen. Oordeelsvorming zal echter
gecompliceerd zijn, gezien de weigering van Zimbabwe Europese
waarnemers toe te laten. De ministers onderstreepten in dit kader het
belang van goed overleg met de buurlanden van Zimbabwe, in het
bijzonder Zuid-Afrika.
Daarnaast benadrukte minister Verhagen dat het Gemeenschappelijke
Standpunt ten aanzien van Zimbabwe alleen aangepast zal kunnen worden
als een nieuw verkozen regering aantoont te handelen in
overeenstemming met internationale principes op het gebied van goed
bestuur en respect voor mensenrechten. Dit werd door de Raad
ondersteund.
WTO Doha
Commissaris Mandelson deed de Raad verslag van de WTO /
Doha-besprekingen, die sinds het verschijnen van de twee herziene
onderhandelingspapers begin februari (over landbouw en over
Non-Agricultural Market Access (NAMA)) weer in volle gang zijn in
Genève.
Commissaris Mandelson, kreeg, net als tijdens het diner van
EU-handelsministers dat de avond voor de RAZEB had plaatsgevonden,
brede steun, waaronder van Nederland, voor zijn algemene lijn. Wel
werden er ook enkele kanttekeningen bij gemaakt. Lidstaten benadrukten
het belang van een akkoord, en wezen op het risico voor de
internationale economie en de WTO zelf, indien een akkoord zou
uitblijven. Het was dus noodzaak om spoedig tot een
modaliteitenakkoord te komen, vooral ook voor wat betreft landbouw.
Afspraken op het gebied van NAMA zouden moeten leiden tot nieuwe,
reële markttoegang voor de EU in de "emerging economies", niet alleen
uit eigen belang, maar ook met het oog op het belang van de
zuid-zuidhandel. Ook was duidelijk dat in een uiteindelijk akkoord
resultaten geboekt dienden te zijn op de dossiers diensten, `rules',
inclusief handelsfacilitatie, en Geografische Indicaties. Meerdere
lidstaten, waaronder NL, benadrukten het ontwikkelingskarakter van de
ronde. De lidstaten waren het eens over het belang van een goede
balans in de uitkomsten van de ronde.
Wat betreft het proces gaf Mandelson aan te hopen dat een nieuwe set
papers, half maart te presenteren door het WTO Secretariaat, zou
kunnen leiden tot een ministerieel onderhandelingsproces in april,
waarbij hij het huidige momentum omschreef als een `window of
necessity'.
Georgië
De Ministers spraken over Georgië, nadat HV Solana verslag had gedaan
van zijn recente gesprek met President Saakashvili. Een aantal
Lidstaten intervenieerde om principe-steun uit te spreken voor het
initiatief van Polen en Zweden om de relaties tussen de EU en Georgië
te intensiveren. In de verschillende interventies van lidstaten werd
steun uitgesproken voor een regionale benadering voor de Zuid-Kaukasus
(hoewel er ook ruimte voor differentiatie tussen landen moet zijn),
werd benadrukt dat het Europese Nabuurschapsbeleid (ENB) het
aangewezen kader is voor alle EU-activiteiten, en werd het belang
onderstreept van betrokkenheid van de EU bij confidence building
measures ten aanzien van de bevroren conflicten, in nauwe afstemming
met de OVSE en de VN. De Commissie onderstreepte het belang van
volledige implementatie van het ENB-Actieplan door Georgië, en gaf
vervolgens aan financiële steun beschikbaar te stellen voor
ondersteuning van het democratiseringsproces met het oog op de
parlementsverkiezingen in mei.
Wanneer de lidstaten het in de nabije toekomst wenselijk zouden achten
om onderhandelingen over visumfacilitatie met Georgië aan te gaan, dan
zou de Commissie bereid zijn een concept-mandaat te presenteren. Ten
aanzien van een eventueel vrijhandelsakkoord tussen de EU en Georgië
werd besloten te wachten op de resultaten van een haalbaarheidsstudie
die momenteel wordt uitgevoerd
Iran
De ministers toonden zich in hun discussie verheugd over de vrijwel
unanieme aanvaarding door de VN Veiligheidsraad van resolutie 1803
(2008) inzake het Iraanse nucleaire programma. Er was brede
overeenstemming omtrent de noodzaak van een snelle en robuuste
Europese implementatie van de maatregelen uit deze resolutie. In de
discussie werd voorts benadrukt dat ook de aandacht voor de
mensenrechtenschendingen in Iran niet mag verslappen.
Westelijke Balkan
De Raad besprak tijdens de lunch de recente ontwikkelingen in de regio
van de Westelijke Balkan.
Ten aanzien van Servië werd de regeringscrisis, de uiteindelijke val
van de regering en de verwachte nieuwe parlementaire verkiezingen
besproken. In dit licht waren sommige lidstaten en de Commissie van
mening dat de Stabilisatie en Associatie Overeenkomst (SAO) alsnog
ondertekend moest worden als steun in de rug voor de
hervormingsgezinde politieke partijen in Belgrado. De politieke crisis
in Belgrado was zorgwekkend en er moest een signaal worden gegeven dat
de toekomst van Servië in de EU ligt. Minister Verhagen heeft nogmaals
aangegeven dat, hoewel Nederland ook van mening is dat de toekomst van
Servië in Europa ligt, Nederland geen SAO zal ondertekenen zonder
volledige samenwerking van Servië met ICTY. De minister bendrukte dat
hier geen misverstand over kan en mag bestaan: volledige samenwerking
met het ICTY is de eerste stap in het traject naar verdere integratie
in de euro-atlantische structuren. Daarnaast is en blijft de keuze aan
de bevolking van Servië zelf. De EU heeft een handreiking gedaan door
een politieke dialoog aan te gaan; Servië kan deze nog steeds
aannemen,
Ministers spraken verder over de situatie in Kosovo en de voortgang
bij de ontplooiing van de EVDB EULEX missie. De ministers waren het er
over eens dat EULEX zo snel mogelijk zichtbaar aanwezig moet zijn in
Noord-Kosovo. In de huidige overdrachtsperiode van UNMIK naar EULEX is
het nodig dat UNMIK zichtbaar en adequaat aanwezig blijft in
Noord-Kosovo. Dit mede om te benadrukken dat de Kosovaarse structuren,
waarin de Servische minderheid volledig kan deelnemen, voorzien in de
bescherming van de rechten van deze minderheid. De ministers waren het
er over eens dat de EU hierover met SGVN op korte termijn in overleg
zou moeten treden.
Afghanistan
Zoals vermeld in de geannoteerde agenda van de Europese Raad werd de
bespreking van Afghanistan doorgeschoven naar het diner van de
ministers van buitenlandse zaken bij de Europese Raad op 13 maart
a.s..
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Bijlagen
* Bijlage: 1 | PDF, 205 Kb
* Bijlage: 2 | PDF, 148 Kb
Ministerie van Buitenlandse Zaken