Gerechtelijke organisatie

Benoemingsrechten Varkenshouderij onzorgvuldig verdeeld door de SER

Den Haag, 12 maart 2008 - Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft vandaag uitspraak gedaan op het beroep dat de Nederlandse Vakbond Varkenshouderij (NVV) had ingesteld tegen het besluit van de SER, waarbij de SER de zetelverdeling voor de Commissie Varkenshouderij van het Productschap Vee en Vlees heeft vastgesteld voor de periode 2006-2008. In het besluit van de SER waren vier zetels bestemd voor LTO Nederland en drie voor NVV. Volgens NVV was de zetelverdeling gebaseerd op een verouderd onderzoek naar de onderlinge krachtsverhouding wat betreft aantallen leden en de grootte van de bedrijven van de leden. Die bezwaren had NVV ook al aangevoerd tegen de zetelverdeling voor de periode 2004-2006. Het College heeft NVV gelijk gegeven. Het onderzoek van de SER heeft als peildatum
1 mei 2003 en de SER heeft erkend dat eigenlijk een nieuw onderzoek naar de onderlinge krachtsverhouding tussen LTO Nederland en NVV noodzakelijk was. De SER heeft daarvan afgezien omdat tussen die organisaties geen overeenstemming bestaat over de methode die voor het representativiteitsonderzoek zou moeten worden gebruikt. Het College toont weliswaar begrip voor het streven van de SER om in gevallen als het onderhavige consensus tussen betrokken partijen te bereiken, maar indien die consensus niet wordt bereikt, rust op de SER de plicht om dan zelf een zorgvuldig onderzoek naar de representativiteit te doen. Omdat door de SER was aangegeven dat voorlopig - ook in de nieuwe bestuursperiode - dezelfde zetelverdeling zou worden aangehouden, heeft het College geoordeeld dat NVV nog steeds belang had bij haar beroep, ook al is de betwiste bestuursperiode inmiddels al verstreken.

In een vergelijkbare zaak, die eveneens vandaag is uitgesproken, is ook het beroep van de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP) gegrond verklaard. Het betrof de benoemingsrechten voor het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren voor de periode 2006-2008. Ook in deze zaak oordeelde het College dat de SER onvoldoende zorgvuldig de zetelverdeling heeft vastgesteld, in dit geval, omdat onvoldoende is ingegaan op de bezwaren van NVP tegen de wijze waarop door de SER de relevante gegevens zijn vastgesteld.

LJ Nummers

BC6322
BC6323

Bron: College van Beroep voor het bedrijfsleven Datum actualiteit: 12 maart 2008 Naar boven