Productschap Margarine, Vetten en Olien (MVO)
07.03.2008
Géén rapportageplicht duurzaamheid biotransportbrandstoffen per 1 januari
2009
Het voorstel van de Europese Commissie voor een Richtlijn over
hernieuwbare grondstoffen heeft tot gevolg dat Nederland afziet van de
invoering van de wet rapportage duurzaamheid biobrandstoffen per 1
januari 2009. Het interdepartementaal beraad heeft op basis van de
tekst van het voorstel geconcludeerd dat het 'stand still'-principe
van toepassing is op de invoering van deze wet die van toepassing zou
moeten zijn op biotransportbrandstoffen.
Het voorstel van de Europese Commissie bevat een doelstelling van
minimaal 10% biobrandstoffen in 2020. Opgenomen is dat biobrandstoffen
alleen mogen meetellen als voldaan wordt aan eisen ten aanzien van
broeikasgasreductie, koolstofvoorraden en biodiversiteit. Daarnaast
gelden voor biomassa geproduceerd in de EU additionele milieueisen. De
eisen gelden ook voor 'bioliquids': vloeibare biobrandstoffen die
gebruikt worden voor elektriciteitsproductie. Verder wordt gevraagd om
rapportage over de effecten op biodiversiteit, waterkwaliteit en
-kwantiteit, en bodemkwaliteit. Certificering, volgens private
vrijwillige standaarden, is een belangrijk onderdeel van de richtlijn.
Hiermee wordt de mogelijkheid geboden om aan te tonen dat aan de eisen
wordt voldaan zodat de biobrandstoffen mogen meetellen voor de
doelstelling.
Het richtlijnvoorstel komt tegemoet aan de wens van het kabinet dat de
duurzaamheid van biobrandstoffen zoveel mogelijk Europees wordt
verankerd. Het kabinetsoordeel over het wetsvoorstel is verwoord in de
BNC-fiche die het ministerie van Economische Zaken aan de Tweede Kamer
heeft gestuurd. In het richtlijnvoorstel is veel van de Nederlandse
inbreng richting Brussel terug te vinden. Mede door deze inbreng wordt
de duurzaamheid van biobrandstoffen nu serieus opgepakt in Europa,
aldus de overheid. Hierdoor kan de duurzaamheid, met behoud van een
'level playing field', effectiever worden vormgegeven.
Dit principe houdt in dat lidstaten geen nationale regelgeving mogen
ontwikkelen die betrekking heeft op hetzelfde beleidsterrein als het
richtlijnvoorstel. Dit betekent dat bedrijven die biobrandstoffen op
de markt brengen onder de "biobrandstofverplichting wegverkeer 2007"
niet wettelijk verplicht zullen worden om vanaf 2009 te rapporteren
over de duurzaamheid.
Ten aanzien van de SDE-subsidieregeling heeft de Tweede Kamer de wens
uitgesproken dat alleen aantoonbaar duurzame biomassa in aanmerking
komt voor subsidie. Omdat naar de mening van het kabinet op dit moment
nog onvoldoende gecertificeerde biomassa beschikbaar is, heeft EZ
besloten de SDE-subsidieregeling in 2008 beperkt open te stellen. De
regeling gaat alleen open voor vergisting van GFT, co-vergisting, en
verbranding vaste biomassastromen. Daar dit met name reststromen zijn,
zal ten aanzien van de rapportage over duurzaamheid worden volstaan
met een eenvoudiger format. Verbranding van vloeibare biomassastromen
komt vooralsnog niet voor subsidie in aanmerking.