Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard
Burgermeester en wethouders op werkbezoek bij het hoogheemraadschap
Woensdag 11 maart was het college van Burgemeester en Wethouders van
Krimpen aan den IJssel op werkbezoek bij het college van dijkgraaf en
hoogheemraden van het hoogheemraadschap.
Doel van het bezoek was naast het uitwisselen van informatie op
diverse gemeenschappelijke waterdossiers vooral ook de onderlinge
kennismaking van de beide dagelijkse besturen. Bij het bezoek ging de
aandacht uit naar de bestuurlijke opbouw van het hoogheemraadschap en
de verschillende opgaven waarvoor het hoogheemraadschap en de gemeente
in de toekomst gesteld zijn. Te noemen zijn de gevolgen van de
klimaatverandering op het waterbeheer en de gevolgen van de Europese
Kaderrichtlijn Water. Ook werden gedachten gewisseld op de gebieden
van het toekomstige grondwaterbeheer en de onduidelijkheden die hierin
nog blijven bestaan, de mogelijkheden van samenwerking op gebied van
de belastinginning en die van samenwerking bij het wegenbeheer in de
Krimpenerwaard. Speciale aandacht kreeg de voortgang van het in 2004
vastgestelde Waterplan Krimpen aan den IJssel. Daartoe gaf dhr. E.
Hoving (beleidsmedewerker bij het hoogheemraadschap) in vogelvlucht
een impressie van de diverse maatregelen die volgend uit dit plan zijn
uitgevoerd, dan wel in de stijgers staan.
Na een korte lunch werd een bezoek gebracht aan de snoekenpaaiplaats
bij de Bergse Plassen. Dit om het belang van een evenwichtig
visstandbeheer voor de waterkwaliteit ook in de praktijk te ervaren.
De visstand in Krimpen, zo memoreerde dhr. Hoving, is bij aanvang van
het waterplan bemonsterd. Hieruit bleek dat die voldoende divers was
en dat nog geen sprake was van een overvloedige Brasumstand, zoals dat
destijds in de Bergse Plassen werd geconstateerd. Echter, de invoering
van de Europese Kaderrichtlijn Water zal mogelijk nog verdergaande
eisen stellen ten aanzien van de visstand, zoals de
vispasseerbaarheid. De verwachting is dan ook dat in een vervolg van
het waterplan hier de aandacht meer naar uit zal gaan.
Beide colleges resumeerden bij afloop van het werkbezoek dat het
contact als informatief en constructief was ervaren en er voldoende
punten de revue zijn gepasseerd voor een nauwe samenwerking in de
toekomst.